ECLI:NL:RBAMS:2013:3068

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
13-661022-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Interlocutoir vonnis inzake het horen van een NFI-deskundige in een strafzaak

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 28 mei 2013 een interlocutoir vonnis uitgesproken. De zaak betreft een verdachte die wordt beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld en bedreiging. Tijdens de zitting op 14 mei 2013 heeft de raadsman van de verdachte verzocht om het horen van een NFI-deskundige, dr. [B], die niet aanwezig kon zijn vanwege familieomstandigheden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. A.C. Bennis, en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen. De rechtbank oordeelt dat er een rechtens relevant verdedigingsbelang is bij het horen van de NFI-deskundige over het drinkglas dat in de woning van het slachtoffer, [A], is aangetroffen. Dit verzoek wordt toegewezen. Echter, het verzoek tot het horen van aangever [A] en het verzoek tot een DNA-tegenonderzoek worden afgewezen, omdat deze verzoeken niet voldoende zijn onderbouwd en eerder gedaan hadden kunnen worden. De rechtbank besluit het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en schorst het voor onbepaalde tijd, met de opdracht om de NFI-deskundige op te roepen voor de volgende zitting. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit voorzitter mr. P. Sloot en de rechters mrs. J.A.W. Jansen en M.R.J. van Wel, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hof.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/661022-12
Datum uitspraak: 28 mei 2013
Tegenspraak
INTERLOCUTOIR
VONNIS
Interlocutoir vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1987],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [GBA adres],
thans verblijvende in het Huis van Bewaring ‘[locatie]’ te [plaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De rechtbank heeft in raadkamer beraadslaagd naar aanleiding het onderzoek op de terechtzitting van 14 mei 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.C. Bennis en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. A. Boumanjal, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
(onderzoek 14Beat)
hij op of omstreeks 15 augustus 2012 te Bussum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 1]) heeft weggenomen
  • een bankpas met bijbehorende pincode en/of
  • een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy) en/of
  • xbox spelcomputer en/of
  • een playstation 3 spelcomputer en/of
  • een televisie en/of
  • een personenauto (merk Opel Corsa kenteken [nummer 1]),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [A], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte, samen met één of meer van zijn mededader(s), althans alleen, (in voornoemde woning)
  • die [A] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen/op het (achter)hoofd en/of lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of
  • de handen en/of voeten van die [A] heeft geboeid en/of vastgebonden en/of
  • het overhemd van die [A] heeft uitgetrokken en/of dat overhemd (in de vorm
van een strop) om de hals/keel van die [A] heeft getrokken en/of gebonden en/of geknoopt en/of
  • een sok in de mond van die [A] heeft gestopt en/of
  • tegen/aan die [A] (telkens) op dreigende wijze heeft gezegd en/of gevraagd: "heb je geld?" en/of "waar is je pinpas?" en/of "Wat is je pincode?" en/of "het gaat erg pijn doen, als ik je in je hart zou prikken" en/of "Waar je kluisje?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
  • daarbij) die [A] een mes heeft getoond en/of voorgehouden en/of dat mes op
(het hart van) die [A] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of met dat mes (het hart van) die [A] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of met dat mes
meermalen, althans eenmaal in de rug, althans lichaam van die [A] heeft
geprikt en/of gesneden en/of
- die [A] eenmaal of meermalen (met kracht) heeft geschopt en/of getrapt en/of geslagen en/of gestompt (terwijl die [A] geboeid en/of vastgebonden was)
en/of
  • de broek van die [A] heeft uitgetrokken en/of
  • daarbij) op dreigende wijze heeft gezegd: "Misschien ga ik je verkrachten" en/of "Ik ga het vingerkootje van jouw linkerpink er afsnijden met een fotosnijder", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel 312 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij op of omstreeks 15 augustus 2012 te Bussum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 1]) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [A] heeft gedwongen tot de afgifte van - een bankpas met bijbehorende pincode en/of
  • een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy) en/of
  • xbox spelcomputer en/of
  • een playstation 3 spelcomputer en/of
  • een televisie en/of
  • een personenauto (merk Opel Corsa kenteken [nummer 1]),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, samen met een of meer van zijn mededader(s) althans alleen, (in voornoemde woning)
  • die [A] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen/op het (achter)hoofd en/of lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of
  • de handen en/of voeten van die [A] heeft geboeid en/of vastgebonden en/of
  • het overhemd van die [A] heeft uitgetrokken en/of dat overhemd (in de vorm
van een strop) om de hals/keel van die [A] heeft getrokken en/of gebonden en/of geknoopt en/of
  • een sok in de mond van die [A] heeft gestopt en/of
  • tegen/aan die [A] (telkens) op dreigende wijze heeft gezegd en/of gevraagd: "heb je geld?" en/of "waar is je pinpas?" en/of "Wat is je pincode?" en/of "het gaat erg pijn doen, als ik je in je hart zou prikken" en/of "Waar je kluisje?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
  • daarbij) die [A] een mes heeft getoond en/of voorgehouden en/of dat mes op (het hart van) die [A] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of met dat mes meermalen, althans eenmaal in de rug, althans lichaam van die [A] heeft geprikt en/of gesneden en/of
  • die [A] eenmaal of meermalen (met kracht) heeft geschopt en/of getrapt en/of geslagen en/of gestompt (terwijl die [A] geboeid en/of vastgebonden was) en/of
  • de broek van die [A] heeft uitgetrokken en/of
  • daarbij) op dreigende wijze heeft gezegd: "Misschien ga ik je verkrachten" en/of "Ik ga het vingerkootje van jouw linkerpink er afsnijden met een fotosnijder", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel 317 Wetboek van Strafrecht)
2.
(onderzoek 14Beat)
hij op of omstreeks 15 augustus 2012 te Bussum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [A] in een woning (gelegen aan de [adres 1]) wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij, verdachte, en / of (een of meer) van zijn mededader(s) in voornoemde woning
  • de handen en/of voeten van die [A] geboeid en/of vastgebonden en/of
  • een overhemd (als ware het een strop) om de keel/nek van die [A] geknoopt en/of gebonden en/of
  • daarbij) die [A] meermalen althans eenmaal mishandeld en/of bedreigd (terwijl die [A] was geboeid/vastgebonden) en/of
  • die [A] belet om zichzelf los te maken en/of de woning te verlaten, in elk geval op vermelde wijze die [A] belet te gaan en staan waar hij wilde;
(Artikel 282 Wetboek van Strafrecht)
3.
(onderzoek 14Beat)
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 15 augustus 2012 te Bussum en/of te Hilversum (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een geldautomaat (met nummer 028072 gelegen aan de Veerstraat) en/of een geldautomaat (met nummer 310617 gelegen aan de Stephensonlaan) weg te nemen (telkens) (een) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat/die geldbedrag(en) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen dat/die geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas met een pincode, waarvan hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) niet de rechtmatige eigenaar of gebruiker was/waren, naar voornoemde geldautoma(a)t(en) is toegegaan en/of vervolgens (telkens) de bankpas van die [A] in voornoemde geldautoma(a)t(en) heeft ingevoerd en/of de pincode van die [A] heeft ingetoetst en/of (aldus) (telkens) heeft gepoogd om (een) geldbedrag(en) van de rekening van die [A] op te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
(Artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)

3.De overwegingen

Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
De raadsman heeft bij brief van 2 mei 2013 verzocht om een NFI-deskundige als getuige te doen oproepen voor de inhoudelijke behandeling op 14 mei 2013. De raadsman heeft hiertoe bepleit dat hij in de gelegenheid gesteld wil worden om een NFI-deskundige nadere vragen te stellen over het onderzoek en de resultaten naar het in de woning van [A] ([A]) aangetroffen drinkglas.
NFI-deskundige dr. [B] ([B]) is, hoewel deugdelijk als getuige opgeroepen door het openbaar ministerie, niet ter terechtzitting verschenen. De officier van justitie heeft ter terechtzitting laten weten dat [B] wegens familieomstandigheden niet ter terechtzitting aanwezig kon zijn en dat het NFI op deze korte termijn geen mogelijkheid meer had gezien een andere NFI-deskundige ter terechtzitting te laten verschijnen.
De raadsman heeft bij pleidooi het horen van de NFI-deskundige (de rechtbank begrijpt: [B]), indien de rechtbank tot een bewezenverklaring zou komen, als voorwaardelijk verzoek herhaald. Tevens heeft de raadsman bij pleidooi, als voorwaardelijke verzoeken, verzocht tot het horen van aangever [A] en tot het doen verrichten van een DNA-tegenonderzoek.
Ter onderbouwing van het verzoek tot het horen aangever [A] heeft de raadsman – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat hij in de gelegenheid gesteld wil worden om [A] te horen met betrekking tot de incongruenties die zich volgens de raadsman in het dossier bevinden tussen de verklaringen van [A] en de verklaring van medeverdachte [C]. Het voorwaardelijk verzoek tot een DNA-tegenonderzoek heeft de raadsman niet nader onderbouwd.
Met betrekking tot de voorwaardelijke verzoeken oordeelt de rechtbank als volgt.
Horen NFI-deskundige
De rechtbank is van oordeel dat de verdediging een rechtens relevant verdedigingsbelang heeft bij het horen van een NFI-deskundige met betrekking tot het drinkglas. De rechtbank zal het voorwaardelijk verzoek tot het horen van de NFI-deskundige [B], dan ook toewijzen.
Horen aangever [A]
Met betrekking tot het voorwaardelijk gedane verzoek tot het horen van aangever [A] stelt de rechtbank vast dat het gaat om een verzoek dat voor het eerst ter terechtzitting is gedaan. De maatstaf bij de beslissing op een zodanig verzoek is of de noodzaak daarvan is gebleken.
Daarvan uitgaande is de rechtbank van oordeel dat bij gebreke van een toereikende onderbouwing, de noodzaak van het verzochte niet is gebleken. Tevens is de rechtbank van oordeel dat dit verzoek, mede bezien in het licht van een goede procesorde, redelijkerwijs eerder gedaan had kunnen worden. De rechtbank merkt op dat er zich thans geen omstandigheden zijn die een dergelijk verzoek in dit stadium rechtvaardigen.
DNA-tegenonderzoek
De eis van een eerlijke procesvoering kan meebrengen dat aan een verzoek tot het doen verrichten van een tegenonderzoek gevolg behoort te worden gegeven. Of zich zo een geval voordoet is afhankelijk van de omstandigheden van de desbetreffende zaak. De rechtbank stelt vast dat de raadsman het voorwaardelijke gedane verzoek tot het doen van een DNA-tegenonderzoek niet heeft onderbouwd. Van het belang van het gevraagde DNA-tegenonderzoek is de rechtbank dan ook niet gebleken. Tot slot stelt de rechtbank vast dat het ook hier gaat om een verzoek dat voor het eerst ter terechtzitting is gedaan, terwijl dit verzoek redelijkerwijs eerder had kunnen worden gedaan. Gezien het bovenstaande wijst de rechtbank het verzoek tot het doen van een DNA-onderzoek thans af, nu van de noodzaak op dit moment niet is gebleken.
Het onderzoek ter terechtzitting zal in verband met het bovenstaande dienen te worden heropend.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

  • Heropent en schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, maar voor
    maximaal drie maanden,wegens de klemmende reden dat het zittingsrooster van de rechtbank thans zodanig is bezet, dat het stellen van de termijn van de schorsing op niet meer dan één maand niet mogelijk is;
  • beveelt dat de navolgende getuige dient te worden opgeroepen teneinde te worden gehoord tijdens de eerstvolgende zitting:
 NFI-deskundige dr. [B];
- wijst af het verzoek tot het horen van aangever [A];
- wijst af het verzoek tot het (laten) verrichten van een DNA-tegenonderzoek.
Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Sloot   voorzitter,
mrs. J.A.W. Jansen, M.R.J. van Wel         rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Hof                 griffier.
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 mei 2013.