In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 mei 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijke geweldpleging. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 29 januari 2012 te Hilversum, waar de verdachte samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen de slachtoffers [A] en [B]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders de slachtoffers op de openbare weg, de Herenstraat, hebben geduwd, getrokken, geslagen en geschopt. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en onafhankelijke getuigen als overtuigend beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging, zoals omschreven in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij [B] beoordeeld, die schadevergoeding eiste voor immateriële en materiële schade. De rechtbank heeft de vordering van [B] toegewezen tot een bedrag van € 974,08, te vermeerderen met wettelijke rente, en de verdachte veroordeeld tot betaling van dit bedrag. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de kosten van de benadeelde partij te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.