In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, werkzaam bij de politie, hebben bezwaar gemaakt tegen besluiten van de Korpschef van politie, waarbij hun aanvragen voor doorstroming naar de functie van senior medewerker gebiedsgebonden politie zijn afgewezen. De verzoekers hebben een spoedeisend belang aangevoerd, omdat zij vóór de definitieve functieplaatsing in de nieuwe eenheid Noord-West Nederland een inhoudelijk besluit op hun aanvragen willen ontvangen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 8 maart 2013, waarbij de verzoekers zijn bijgestaan door hun gemachtigde en de verweerder door mr. Th. Tanja.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het belang van verzoekers om vóór de matching op 29 juni 2013 te weten of zij al dan niet zullen doorstromen naar een senior functie, zwaarder weegt dan het belang van verweerder om de resultaten van het overleg binnen het Centraal Georganiseerd Overleg Politie af te wachten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verzoekers hun spoedeisend belang voldoende hebben onderbouwd en heeft de bestreden besluiten van 10 oktober 2012 en 14 november 2012 geschorst. Tevens is verweerder opgedragen om vóór 1 juni 2013 nieuwe (inhoudelijke) besluiten te nemen op de aanvragen van verzoekers.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat verweerder in de proceskosten van de verzoekers moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 944,- en dat het griffierecht van € 156,- in alle zaken door verweerder moet worden vergoed. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.