In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 april 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Ghanese nationaliteit, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had verzocht om de gegevens uit een door haar ingeleverde Ghanese geboorteakte op te nemen in de gemeentelijke basisadministratie. Dit verzoek werd door verweerder afgewezen op basis van een verificatieonderzoek uit 2000, waaruit zou blijken dat er gerede twijfel bestond aan de geboortedatum, geboorteplaats en de identiteit van de informant van de geboorte. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de onderzoeksresultaten uit het verificatieonderzoek niet voldoende grondslag boden voor de conclusie dat de geboorteakte niet rechtsgeldig was. De rechtbank heeft daarbij gewezen op de onduidelijkheden in het verificatierapport en de inconsistenties in de verklaringen van de ouders van eiseres. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet zonder nader onderzoek kon stellen dat er gerede twijfel bestond aan de op de geboorteakte vermelde gegevens.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 april 2013.