ECLI:NL:RBAMS:2012:BY8656
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bijstandsaanvraag en maatwerk voor bijzondere doelgroepen in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 november 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. B.B.A. Willering, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. H. Saygi. Eiser had een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), maar deze was afgewezen door verweerder op basis van een vermeende schending van de medewerkingsverplichting. Eiser was niet aangetroffen op de opgegeven adressen en was telefonisch niet bereikbaar, wat volgens verweerder leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder onvoldoende maatwerk heeft geleverd, zoals vereist voor bijzondere doelgroepen, waaronder daklozen en ex-gedetineerden. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek van verweerder, dat bestond uit twee huisbezoeken en één telefoontje zonder nummerherkenning, niet voldeed aan de zorgvuldigheidseisen. Bovendien was er geen schriftelijk of voicemailbericht achtergelaten voor eiser, waardoor hij niet in de gelegenheid was om zijn afwezigheid toe te lichten.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiser. Deze uitspraak benadrukt het belang van maatwerk en zorgvuldigheid in de behandeling van aanvragen voor bijstand, vooral voor kwetsbare groepen.