ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7596

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HA RK 2012.116
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoek na uitspraak in de zaak betreffende toestemming voor afgifte paspoort minderjarige

In deze zaak betreft het een wrakingsverzoek dat is ingediend door de ouders van een minderjarige, die op 9 maart 2012 een verzoek hadden ingediend bij de kinderrechter om toestemming te geven voor de afgifte van een paspoort of een Nederlandse identiteitskaart. Dit verzoek, geregistreerd onder rekestnummer [ ], werd behandeld op 3 april 2012, waarbij de behandelend rechter mr. [ ] was. Tijdens de zitting werd het verzoek mondeling toegewezen en de ouders werden gehoord. Echter, op 4 april 2012, na de uitspraak, dienden de ouders een wrakingsverzoek in tegen de rechter die de beslissing had genomen.

De wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam heeft het verzoek tot wraking beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat het verzoek was ingediend nadat er al uitspraak was gedaan in de betreffende zaak. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen na een uitspraak. De rechtbank benadrukte dat er geen aanleiding was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, aangezien het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit betekent dat de rechtbank niet ingaat op de gegrondheid van het wrakingsverzoek, omdat de wet dit niet toestaat.

De beslissing werd uitgesproken op 16 april 2012 door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. J.A.J. Peeters en de leden N.C.H. Blankevoort en C.L.J.M. de Waal. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open, zoals bepaald in artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Wrakingskamer
Beschikking op het onder rekestnummer HA RK 2012.116 ingeschreven verzoek tot wraking van:
[ ] en [ ],
verzoekers,
wonende te [ ].
1. De procedure
1.1 Door het bureau Jeugdzorg is op 9 maart 2012 een verzoek gedaan aan de kinderrechter om toestemming te geven voor de afgifte van een paspoort of een Nederlandse identiteitskaart voor de minderjarige [ ]. Verzoekers zijn de ouders van de minderjarige.
1.2 Het verzoek, geregistreerd onder rekestnummer [ ], is behandeld ter zitting van 3 april 2012. De behandelend rechter was mr. [ ]. Het verzoek is ter zitting door de rechter mondeling toegewezen. Uit de schriftelijke uitwerking van de mondeling uitgesproken beslissing blijkt dat ter zitting verzoeker [ ] is gehoord.
1.2 Bij brief van 4 april 2012 hebben verzoekers de wraking verzocht van de rechter.
2. De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1 Het verzoek tot wraking is gedaan nadat in de desbetreffende zaak uitspraak was gedaan. Nu de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking nadat uitspraak is gedaan, dienen verzoekers in hun verzoek met betrekking tot die zaak niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.2 Voor een mondelinge behandeling van het verzoek bestaat geen aanleiding. Het in deze bepaling als vanzelfsprekend opgenomen recht op hoor en wederhoor is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek. Aan dat onderzoek komt de rechtbank niet toe omdat het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard.
3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De wrakingskamer:
? verklaart verzoekers niet ontvankelijk in hun verzoek tot wraking.
Aldus gegeven door mr. J.A.J. Peeters voorzitter, N.C.H. Blankevoort en C.L.J.M. de Waal, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 april 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 515 lid 5 Sv geen voorziening open.