ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7588

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HA RK 2012.72
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2012 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. [ ]. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van een beslissing van de officier van justitie op 22 augustus 2011, waartegen verzoeker beroep had ingesteld. Dit beroep is behandeld tijdens een zitting op 23 februari 2012, waar de rechter het beroep ongegrond heeft verklaard. Verzoeker heeft vervolgens op 1 maart 2012 een verzoek tot wraking ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit verzoek niet-ontvankelijk is. Volgens artikel 8:16 van de Algemene Wet bestuursrecht kan een rechter alleen gewraakt worden als deze nog een zaak van de betrokken partij in behandeling heeft. Aangezien de zaak van verzoeker op 23 februari 2012 is beëindigd, had de gewraakte rechter geen zaak meer van verzoeker in behandeling. De rechtbank heeft daarom besloten dat er geen aanleiding is voor een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, en het verzoek is niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. N.C.H. Blankevoort en leden C.L.J.M. de Waal en M.M. van der Nat, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open op grond van artikel 8:18 lid 5 AWB.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Wrakingskamer
Beschikking op het onder rekestnummer HA RK 2012.72 ingeschreven verzoek van:
[ ],
verzoeker,
wonende te [ ],
welk verzoek strekt tot wraking van mr. [ ].
1. Verloop van de procedure
1.1 Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen een door de officier van justitie op 22 augustus 2011 genomen beslissing in de zaak met CJIB-nummer [ ]. Het beroep is door de rechter behandeld ter zitting van 23 februari 2012.
1.2 Uit het van de zitting opgemaakte proces-verbaal blijkt dat de rechter het beroep van verzoeker op 23 februari 2012 ongegrond heeft verklaard. Tegen voormelde beslissing stond hoger beroep open bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
1.3 Bij ongedateerde op 1 maart 2012 ingekomen brief met bijlagen heeft verzoeker een verzoek tot wraking gedaan.
2. De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1 In artikel 8:16 van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt, op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2 Uit voornoemd artikel 8:16 blijkt dat een wrakingsverzoek slechts de rechter kan betreffen die een zaak van de betrokken partij in behandeling heeft. Het door verzoeker ingestelde beroep is door de rechter bij beslissing van 23 februari 2012 ongegrond verklaard. De zaak in eerste aanleg is hiermee beëindigd en de rechter heeft geen zaak van verzoeker meer in behandeling.
2.3 Verzoeker kan daarom in het door hem ingediende verzoek niet worden ontvangen. Voor een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 8:18 Awb bestaat geen aanleiding. Het in deze bepaling als vanzelfsprekend opgenomen recht op hoor en wederhoor is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek. Aan dat onderzoek komt de rechtbank niet toe omdat het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard.
3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De wrakingskamer:
? verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Aldus gegeven door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, C.L.J.M. de Waal en M.M. van der Nat, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 april 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 8:18 lid 5 AWB geen voorziening open.