ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6865
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen overdracht van gevangenisstraf aan Franse autoriteiten
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 13 november 2012, werd het bezwaarschrift van de veroordeelde behandeld. De veroordeelde, geboren in 1982 en van Franse nationaliteit, was gedetineerd in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum in Nederland. Het bezwaarschrift richtte zich tegen het voornemen van de Minister van Veiligheid en Justitie om de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf van 12 jaar over te dragen aan de Franse autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat het initiatief tot overdracht niet van het Openbaar Ministerie was uitgegaan, en dat er geen met redenen omkleed advies was gegeven zoals vereist door artikel 51 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). De rechtbank concludeerde dat de Minister geen belangenafweging had gemaakt, wat noodzakelijk is voor een goede rechtsbedeling. De rechtbank stelde vast dat de veroordeelde onder psychotherapeutische behandeling was en dat deze behandeling zou worden verstoord door de overdracht naar Frankrijk. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond, omdat de Minister niet in redelijkheid tot zijn beslissing had kunnen komen. De beslissing werd genomen na een hoorzitting op 30 oktober 2012, waarbij de veroordeelde, zijn raadsvrouw en de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank benadrukte het belang van de voortzetting van de behandeling van de veroordeelde in Nederland.