ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6337
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid burgemeester bij demonstraties en rechtsgeldigheid dagvaarding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 7 november 2012, stond de bevoegdheid van de burgemeester centraal met betrekking tot het stellen van beperkingen aan demonstraties. De burgemeester had beperkingen opgelegd aan de anti-kraakwet demonstratie in 2011 en de 1 mei demonstratie in 2012. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet bevoegd was om deze beperkingen op te leggen, omdat de demonstraties niet ter kennis waren gebracht van de burgemeester. Volgens de wet openbare manifestaties kan de burgemeester alleen beperkingen opleggen aan demonstraties die door de organisatie zijn gemeld. In het geval van niet-gemelde demonstraties heeft de burgemeester andere middelen tot zijn beschikking, zoals het verbieden van de demonstratie of het geven van aanwijzingen ter plekke. Het besluit van de burgemeester om beperkingen op te leggen werd derhalve als onrechtmatig beschouwd. De rechtbank besloot dat de demonstranten/krakers ontslagen werden van rechtsvervolging.
Daarnaast werd in deze zaak de geldigheid van de dagvaarding onderzocht. De rechtbank stelde vast dat de oproeping van de verdachte niet op de juiste wijze was betekend, omdat de vereiste termijn van vijf dagen niet in acht was genomen. De oproeping was op 22 oktober 2012 aangeboden, maar de akte van uitreiking was pas op 23 oktober aan de griffier overhandigd. Hierdoor was de dagvaarding nietig, aangezien de verdachte niet op de terechtzitting was verschenen. De rechtbank verklaarde de oproeping nietig, wat leidde tot de beslissing om de zaak te seponeren.