ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5579
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst en ontbinding bij langdurig gebruik zonder toestemming verhuurder
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 4 december 2012, betreft het een geschil tussen een verhuurder en twee huurders over de huurovereenkomst van een zolderverdieping. De verhuurder, [eiser], vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, omdat hij stelde dat de huurders, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], zonder toestemming van de verhuurder de gehele zolderverdieping in gebruik hadden genomen en verbouwingen hadden uitgevoerd. De huurders betwistten deze claims en stelden dat zij de gehele zolderverdieping sinds de aanvang van de huurovereenkomst in 1997 huurden.
De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder onvoldoende bewijs had geleverd dat de huurders zich niet als goede huurders hadden gedragen. De rechter concludeerde dat de langdurige bewoning van de zolderverdieping door de huurders, zonder dat de verhuurder hiertegen had opgetreden, niet voldoende was om de huurovereenkomst te ontbinden. Bovendien werd de opzegging van de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik afgewezen, omdat de verhuurder niet had aangetoond dat er een structurele wanverhouding bestond tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten.
De kantonrechter besloot dat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd werd voortgezet, en de vorderingen van de verhuurder werden afgewezen. De proceskosten werden aan de zijde van de huurders begroot op nihil, aangezien zij in persoon procedeerden. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken in huurovereenkomsten en de noodzaak voor verhuurders om hun claims goed te onderbouwen.