ECLI:NL:RBAMS:2012:BY0012

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/676202-10 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van belediging en aanzetten tot discriminatie van homoseksuelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 september 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belediging en aanzetten tot discriminatie van homoseksuelen. De tenlastelegging betrof uitlatingen die de verdachte had gedaan tijdens een interview na een verkiezingsbijeenkomst op 24 februari 2010. De verdachte, als lijsttrekker van een politieke partij, had zich beledigend uitgelaten over homoseksuelen, wat leidde tot de aanklacht op basis van artikel 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht. Tijdens de zittingen op 22 november 2010, 25 oktober 2011 en 13 september 2012 werd het onderzoek gevoerd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de uitlatingen van de verdachte niet bewezen konden worden als beledigend of als aanzetten tot discriminatie. De rechtbank oordeelde dat de context van de uitlatingen niet voldoende was om te concluderen dat deze opzettelijk beledigend waren voor een groep mensen. De verdachte had in zijn uitlatingen ook opmerkingen gemaakt die niet noodzakelijkerwijs beledigend waren en het was niet duidelijk of hij zich richtte op homoseksuelen in het algemeen of slechts op een specifieke groep. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan belediging of aanzetten tot discriminatie.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/676202-10 (Promis)
Datum uitspraak: 27 september 2012
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1967],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [postcode] in [plaats].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting op 22 november 2010, 25 oktober 2011 en 13 september 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H. Vriezen - Buist en van wat de raadsman van verdachte, mr. M.J.N. Vermeij naar voren hebben gebracht. De raadsman heeft verklaard dat verdachte hem uitdrukkelijk heeft gemachtigd hem ter terechtzitting te verdedigen.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 februari 2010 tot en met 26 februari 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) zich in het openbaar, mondeling, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, (te weten homoseksuelen) wegens hun homoseksuele gerichtheid, immers heeft verdachte (als lijsttrekker van de [partij]) op 24 februari 2010 in 'De Rode Hoed' tijdens en/of na een lijsttrekkersdebat in een interview tegenover een verslaggever van de lokale televisiezender AT5 en/of op 25 februari 2010 en/of 26 februari 2010 op AT5 televisie en/of de AT5 website (www.at5.nl/artikelen/34488/lijsttrekker-[partij]-bestrijdt-homoseksualiteit), (telkens) opzettelijk beledigend een of meer van de volgende woorden
uitgesproken en/of laten uitspreken:
-'Ja, kijk de ellende is dat eh dat we te maken hebben met agressieve homofielen he. En die agressieve homofielen zitten in het bestuur van de partij. En dat werkt naar beneden...' en/of
'Het is echt een hele dominante homofiele groep' en/of
'Het is heel normaal he om te zeggen van ik heb een hekel aan homofielen' en/of
'We hebben te maken met hele agressieve homofiele groepen hier. Zoals die homofielen bij de politie. Weet je, kijk dat, dat moet gewoon weg' en/of
'Kijk het zijn die mensen met die seksuele afwijkingen die moeten gewoon eigenlijk bestreden worden door de hetero's, vind ik' en/of
'Laatste zag ik op tv dat een dominee hostie weigerde aan een homofiel. En dat die homofiel aangifte deed. Nou ik denk dat de dominee aangifte had kunnen doen wegens belediging van het christelijk geloof. Dat de homofiel ja eigenlijk naar hem toekomt, en ja best wel dominant is' en/of
'Dus mensen met afwijkende sekse die, die pakken we aan.' en/of
'Die mensen er uit sodemieteren' en/of
'Nou in ieder geval de homofiel. Ja, het spijt me maar die moet even weg want we zijn hetero. En die mensen met andere seksuele geaardheid zoals met andere afwijkingen' en/of
'Ik denk dat Amsterdam staat te snakken naar een hele mooie heteroseksuele Adam en Eva eh periode' en/of
'Nou de homofiel wordt gewoon te dominant en we zijn hetero.' en/of
'Weet je, dat die man met een andere man of een vrouw met een andere vrouw, ja
en/of
'hij heeft netwerken opgebouwd voor vieze mannetjes en vieze vrouwtjes, bij de politie bijvoorbeeld.'en/of
'Dus het wordt weer een heteroland. U hoeft niet meer bang te zijn dat de homofiel weer te dominant wordt', althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking;
(artikel 137C Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdtip(pen) in of omstreeks de periode van 24 februari 2010 tot en met 26 februari 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) in het openbaar, mondeling, heeft aangezet tot discriminatie als bedoeld in artikel 90 quater Wetboek van Strafboek, van mensen, te weten homoseksuelen,(telkens) wegens hun homoseksuele gerichtheid, immers heeft verdachte (als lijsttrekker van de [partij]) op 24 februari 2010 in 'De Rode Hoed' tijdens en/of na een lijsttrekkersdebat in een interview tegenover een verslaggever van de lokale televisiezender AT5 en/of
op 25 februari 2010 en/of 26 februari 2010 op AT5 televisie en/of de AT5 website
(www.at5.nl/artikelen/34488/lijsttrekker-[partij]-bestrijdt-homoseksualiteit), (telkens) een of meer van de volgende woorden uitgesproken en/of laten uitspreken:
-'Ja, kijk de ellende is dat dat we te maken hebben met agressieve homofielen he. En die agressieve homofielen zitten in het bestuur van de partij. En dat werkt naar beneden...' en/of
'Het is echt een hele dominante homofiele groep' en/of
'Het is heel normaal om te zeggen van ik heb een hekel aan homofielen' en/of
'We hebben te maken met hele agressieve homofiele groepen hier. Zoals die homofielen bij de politie. Weet je, kijk dat, dat moet gewoon weg' en/of
'Pro-homofiele netwerken die moeten gewoon weg' en/of
'Kijk het zijn die mensen met die seksuele afwijkingen die moeten gewoon eigenlijk bestreden worden door de hetero's, vind ik' en/of
'Nou ik denk dat er te veel homofielen zitten in de bestuur' en/of
'Dus we gaan echt voor de hetero en ja, de homofiel moet eventjes weg vind ik,weet je. Ergens anders maar een homofiele stad' en/of
'Weet je die, die homofielen en die andere netwerken die die in de loop der jaren heeft opgebouwd, daar, ja daar bestrijden we al jaren tegen.'en/of '
Dus mensen met afwijkende sekse die, die pakken we aan. Dat is heel serieus' en/of
'Die mensen er uit sodemieteren' en/of
'Nou in ieder geval de homofiel. Ja, het spijt me maar die moet even weg want we zijn hetero. En die mensen met andere seksuele geaardheid zoals met andere afwijkingen' en/of
'Nou die gaan we er echt uit halen' en/of
'Ik denk dat Amsterdam staat te snakken naar een hele mooie heteroseksuele Adam en Eva periode' en/of
'Nou de homofiel wordt gewoon te dominant en we zijn hetero. Weet je en echt eh ik ja...Ik bedoel ik hoef die homofiel niet te accepteren joh' en/of
'Weet je, dat die man met een andere man of een vrouw met een andere vrouw, ja dat is afwijkend gedrag, dat moet effetjes weg, We willen even een heterostad' en/of
'hij heeft netwerken opgebouwd voor vieze mannetjes en vieze vrouwtjes, bij de
politie bijvoorbeeld.' en/of
We willen van die pedo's af joh. Echt dat is een hele, hele zware punt. Bij de politie zitten er heel veel en ook die homofielen bij de poli...Daar willen we vanaf. En daar gaan we ook van af. Dus als we republikeins stemmen dan gaan die mensen in ieder geval weg. En alles wat er was en wat afwijkend is dat gaat weg' en/of
'Dus het wordt weer een heteroland. U hoeft niet meer bang te zijn dat de homofiel weer te dominant wordt',
Althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking;
(artikel 137D van het Wetboek van Strafrecht)
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Vrijspraak van de feiten 1 en 2
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kan bewezen worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het beledigen van een groep mensen vanwege hun homoseksuele gerichtheid.
Hiertoe heeft zij – kort samengevat – aangevoerd dat de uitlatingen van verdachte op zichzelf beledigend zijn en betrekking hebben op een groep mensen. De context waarbinnen deze uitlatingen zijn gedaan ontneemt niet het beledigend karakter van deze uitlatingen nu deze niet in direct verband staan met de mogelijke rooms-katholieke opvattingen van verdachte, noch een evidente bijdrage leveren aan een maatschappelijk debat. De officier van justitie heeft subsidiair betoogd dat ook in het geval de rechtbank van oordeel mocht zijn dat de uitlatingen geplaatst kunnen worden in een context zoals hiervoor bedoeld, een veroordeling wegens belediging in de zin van artikel 137C van het Wetboek van Strafrecht kan volgen. De uitlatingen van verdachte moeten namelijk als onnodig grievend worden aangemerkt.
Ten slotte is komen vast te staan dat verdachte zich noodzakelijkerwijs van het beledigende karakter van zijn uitlatingen bewust moet zijn geweest.
Een veroordeling levert geen strijd op met artikel 10 EVRM.
De officier van justitie meent dat ook een veroordeling kan volgen wegens aanzetten tot discriminatie in de zin van artikel 137D van het Wetboek van Strafrecht.
Wanneer de uitlatingen van verdachte in onderlinge samenhang worden bezien, kan worden geconcludeerd dat verdachte indirect heeft aangezet tot discriminatie gericht tegen homoseksuelen. Uit de bewoordingen blijkt waar deze discriminatoire behandeling uit zou moeten bestaan, namelijk dat de homoseksuelen weg moeten uit de stad.
Verdachte heeft hierbij gebruik gemaakt van krachtversterkende termen, zoals ‘agressieve homofielen’. De strafbaarheid van de uitlatingen wordt niet weggenomen door de context waarin deze uitlatingen zijn gedaan. Net als bij feit 1 kan niet gezegd worden dat de uitlatingen in direct verband staan met een rooms-katholieke geloofopvatting en evenmin dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan een maatschappelijk en politiek debat. Voor het geval de rechtbank een dergelijke context wel aanwezig acht, heeft de officier van justitie aangevoerd dat de uitlatingen van verdachte als onnodig buitensporig moeten worden aangemerkt. Ook in dit geval levert een veroordeling geen strijd op met artikel 10 EVRM.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor beide feiten vrijspraak bepleit.
Het oordeel van de rechtbank inzake feit 1 en 2.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de bewoordingen heeft gebruikt, zoals weergegeven in de feiten 1 en 2 van de tenlastelegging. De rechtbank begrijpt dat verdachte op woensdag 24 februari 2010, na een verkiezingsbijeenkomst in de Rode Hoed in het kader van de destijds aanstaande gemeenteraadsverkiezingen te Amsterdam, werd geïnterviewd door een medewerker van de lokale televisiezender AT5. Verdachte heeft zich hierbij geprofileerd als woordvoerder van de [partij]. AT5 heeft vervolgens van de tijdens het interview gedane uitlatingen van verdachte een selectie (verder: de selectie) gemaakt en deze op 25 februari 2010 uitgezonden. De geselecteerde uitlatingen zijn deels opgenomen in de tenlastelegging.
Allereerst is van belang om te bezien of de weergegeven bewoordingen, zonder onmiddellijk betekenis en strekking te destilleren uit een mogelijk externe context, op zichzelf dwingend leiden tot de conclusie dat deze opzettelijk beledigend zijn voor een groep mensen, dan wel de conclusie rechtvaardigen dat verdachte hiermee heeft aangezet tot discriminatie.
Gezien in de samenhang van de gehele selectie is dit niet het geval.
Verdachte doet vergaande uitlatingen over “agressieve homofielen” over “een hele dominante homofiele groep” over “mensen met een afwijkende sekse” over “homofielen bij de politie” over “pro-homofiele netwerken” over “netwerken voor vieze mannetjes en vieze vrouwtjes”. Hij geeft weer dat de aldus betitelde groepen “gewoon weg moeten” dat ze “bestreden moeten worden door de hetero’s” dat “de homofiel eventjes wegmoet, ergens anders naar een homofiele stad” over “die mensen eruit sodemieteren” . “Dus als we republikeins stemmen, dan gaan die mensen in ieder geval weg”. In de selectie komen daarnaast echter opmerkingen voor dat verdachte “niks tegen homofielen heeft” en voorts dat “wij als hetero gewoon gelijke rechten krijgen dus” en dat er in Amsterdam “te veel homofielen in het bestuur zitten”.
Degenen die op grond van de selectie aangifte hebben gedaan, baseren zich op enkele losse zinnen, zoals “die mensen er uit sodemieteren” en “het is normaal om te zeggen, ik heb een hekel aan homofielen”
Voor de strafbaarheid op grond van de artikelen 137c en 137d Sr is echter van belang of verdachte met de betiteling “die mensen” en “de homofielen” de groep mensen aanduidt met een homoseksuele gerichtheid. De gehele selectie overziend is het beeld niet helder.
Het is niet uitgesloten dat verdachte niet de homofielen in het algemeen, maar alleen agressieve dan wel dominante homofielen op het oog heeft. Of alleen homofielen, voorzover zij zich organiseren in netwerken en deelnemen aan het bestuur.
Voorzover al structuur is te ontdekken in het gedachtegoed zoals weergegeven in de selectie, is als leidend beginsel niet uitgesloten dat er voor verdachte te veel en te agressieve netwerken van homoseksuelen zijn, waardoor de heteroseksuelen in het nauw komen.
Belediging van een groep mensen vanwege hun homoseksuele gerichtheid, levert dit niet dwingend op.
Dit geldt ook voor het bestanddeel: aanzetten tot discriminatie.
Het onderscheid dat verdachte hanteert lijkt eerder de zichtbaarheid, de toegedichte agressie, de aanwezigheid in bestuursapparaten te zijn, dan de groep van homoseksuelen op zich. Daarbij: de mogelijkheid is niet uitgesloten dat juist verdachte, als hetero, zich gediscrimineerd acht, en zich hiermee verwant voelt aan “de dominee die een hostie weigert aan een homofiel” om vervolgens gehekeld te worden.
Verdachte is niet in persoon ter zitting verschenen, en heeft hierover geen uitleg gegeven.
Uitwijkend naar een bredere context wordt het beeld niet helderder. Integendeel.
De bewoordingen van het gehele interview, voordat AT5 tot selectie van onderdelen ten behoeve van de uitzending overging, bevatten opmerkingen van verdachte als: “Nou, ik denk dat er teveel homofielen zitten in het bestuur. En ook dat het doorgevoerd is naar Justitie toe…ik denk dus dat de regering [regeringsleider] duidelijk niet normaal is……d’r zit hier een [politicus], die ken nooit normaal zijn…die kerel is duidelijk geen heteroseksueel…..en alles wat afwijkend is gaat weg, dus ja, ook [regeringsleider] en alle CDA, VVD, al die partijen….”
De conclusie kan geen andere zijn, dan dat, in het geheel bezien, sprake is van een verward betoog, waarvan AT5 heeft getracht door weglating van vele passages, een coherent geheel te maken. Wat uiteindelijk middels AT5 op 25 februari 2010 is uitgezonden lijkt uiteindelijk op het eerste gehoor enige cohesie te hebben, maar dat is, zoals hierboven overwogen, schijn.
Het bovenstaande leidt tot de algehele conclusie dat het bestanddeel “beledigend over homoseksuelen” uit feit 1, dan wel het bestanddeel “aangezet tot discriminatie van homoseksuelen” uit feit 2, niet bewezen zijn.
Daarmee zijn de twee ten laste gelegde feiten niet bewezen.
5. Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J. Diemer, voorzitter,
mrs. C.F de Lemos Benvindo en M.E.B. Nyman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H. van der Schaft, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 september 2012.