ECLI:NL:RBAMS:2012:BX8225

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KK12-1242
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning wegens hennepplantage en opvang van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de stichting Woningstichting Eigen Haard een kort geding aangespannen tegen [gedaagde A] en [gedaagde B] met als doel de ontruiming van hun woning. De aanleiding voor de vordering was de ontdekking van een hennepplantage in de woning, waar 694 moederplanten zijn aangetroffen. De politie heeft vastgesteld dat er illegaal stroom werd afgetapt en dat de installatie niet voldeed aan de veiligheidsnormen, wat brandgevaar en elektrocutie met zich meebracht. Eigen Haard vorderde de ontruiming van de woning, met de mogelijkheid om dit zelf uit te voeren met hulp van de sterke arm, en voerde aan dat zij een spoedeisend belang had bij de ontruiming, mede vanwege het convenant Doorzon, dat crimineel gebruik van woningen bestrijdt.

De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij niet op de hoogte waren van de ernst van hun situatie en dat de gevolgen van de ontruiming voor hun gezin, met drie minderjarige kinderen, onacceptabel zouden zijn. Ze betoogden dat er geen sprake was van bedrijfsmatige teelt, omdat het alleen om moederplanten ging en dat er geen brandgevaarlijke situatie was, aangezien de elektrische installatie door een elektricien was aangelegd.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de gedaagden ernstig tekortgeschoten zijn in de nakoming van de huurovereenkomst door de hennepplantage. Echter, de rechter heeft ook de belangen van de kinderen meegewogen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat er adequate opvang voor de kinderen geregeld zou zijn in geval van ontruiming. Gezien de tijd die verstreken was sinds de ontdekking van de plantage en het gebrek aan concrete opvangplannen, heeft de rechter de vordering tot ontruiming afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : KK 12-1242
Datum : 20 september 2012
178
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering in kort geding in de zaak van:
de stichting WONINGSTICHTING EIGEN HAARD
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
eiseres
nader te noemen Eigen Haard
in deze procedure vertegenwoordigd door haar bedrijfsjurist mr. M. Kerkhof
t e g e n:
1. [gedaagde A]
en
2. [gedaagde B]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
gemachtigde: mr. J. Breeveld
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij dagvaarding van 31 augustus 2012 heeft Eigen Haard een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 13 september 2012 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Eigen Haard is verschenen bij haar gemachtigde. [gedaagde A] en [gedaagde B] zijn verschenen, vergezeld door hun gemachtigde.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1.Als uitgangspunt in dit geding geldt het navolgende
1.1.[gedaagde A] huurt sinds 15 december 2003 van Eigen Haard de woning aan de [adres] te [woonplaats]. [gedaagde A] is getrouwd met [gedaagde B]. [gedaagde A] en [gedaagde B] bewonen de woning met hun drie kinderen.
1.2.Op 15 april 2011 is door de politie in de woning een hennepplantage aangetroffen. Daarbij zijn volgens het overgelegde proces verbaal 694 zogenaamde moederplanten aangetroffen.
1.3.Bij bovengenoemde politie-inval was een medewerker van energiebedrijf Liander aanwezig. Door deze is van de situatie een rapport opgemaakt (overgelegd). Uit dit rapport blijkt dat er sprake was van het illegaal aftappen van stroom, dat de installatie niet voldeed aan daaraan te stellen (veiligheids)eisen en dat er in dat verband brandgevaar en gevaar voor elektrocutie heeft bestaan.
2.Eigen Haard vordert als voorziening [gedaagde A] en [gedaagde B] te veroordelen om het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van Eigen Haard te stellen, met machtiging van Eigen Haard de ontruiming zelf te doen uitvoeren met de hulp van de sterke arm.
3.Eigen Haard stelt hiertoe dat zij is aangesloten bij het zogeheten convenant Doorzon. Dit is een samenwerkingsproject tussen de gemeente Amsterdam, de Amsterdamse politie en de Amsterdamse woningcorporaties ter bestrijding van crimineel gebruik van woningen zoals woonfraude en het houden van hennepplantage. In het kader daarvan wordt een woningcorporatie ingelicht wanneer er in een door haar verhuurde woning een hennepplantage wordt aangetroffen. Tijdens een vergadering van Bureau Zoeklicht op 24 april 2012 is meegedeeld dat er in 2011 enige hennepplantages zijn ontmanteld waarover de woningcorporaties niet zijn ingelicht. Dit zou op verzoek alsnog gebeuren. In dat verband heeft Eigen Haard op 26 juni 2012 alsnog de melding ontvangen van de in april 2011 in de woning van [gedaagde A] en [gedaagde B] aangetroffen hennepplantage. Daarop heeft Eigen Haard op 30 juli 2012 [gedaagde A] voor een gesprek op haar kantoor op 15 augustus 2012 uitgenodigd. Aan [gedaagde A] is in verband met de gebleken ernst van de gedraging de gelegenheid gegeven de huur op te zeggen, maar deze heeft te kennen gegeven een rechterlijke uitspraak te willen. Het gaat hier om beroeps- dan wel bedrijfsmatige hennepteelt. Dat levert een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst op, dit temeer nu er sprake is geweest van ernstige gevaarzetting. Eigen Haard voert hiertegen een streng beleid. Dat Eigen Haard niet reeds in april 2011 in actie is gekomen valt haar niet te verwijten, nu zij pas in 2012 is ingelicht. Een ontruiming is al met al gerechtvaardigd. In verband met de tevens in de woning wonende kinderen van [gedaagde A] en [gedaagde B] geldt dat er een zorgmelding is gedaan bij het Meldpunt Zorg & Overlast en deze instantie heeft te kennen gegeven dat Vangnet Jeugd bij een ontruiming zal worden ingeschakeld, zodat er in ieder geval voor de kinderen zal worden gezorgd. Eigen Haard heeft een spoedeisend belang bij de ontruiming, welke is gelegen in de signaalwerking ten opzichte van andere huurders van Eigen Haard, aldus nog steeds Eigen Haard.
4.[gedaagde A] en [gedaagde B] voeren gemotiveerd verweer tegen de vordering en voeren - kort gezegd - aan dat zij niet op de hoogte waren van de ernst van de consequenties van het hebben van hennepplanten, nu zij dachten dat hebben daarvan min of meer gedoogd werd. [gedaagde A] en [gedaagde B] zijn al genoeg gestraft. Toewijzing van de vordering zal tot een acute noodsituatie leiden, omdat er een gezin met drie kinderen op straat komt te staan. Er is sprake van schending van het recht op family-life en recht op een woning. Het schikkingsbedrag waarmee Liander akkoord is gegaan is € 2.500,00. Gelet op de hoogte van dat bedrag valt de wanprestatie nogal mee. Er is geen sprake geweest van bedrijfsmatige teelt nu het alleen om moederplanten ging die geen oogst kunnen opleveren, terwijl bovendien de omvang van de plantage niet is komen vast te staan nu de zaak niet strafrechtelijk is vervolgd. Ook is er geen bestemmingswijziging van het gehuurde geweest, want alleen een niet voor bewoning gebruikt deel is voor de hennepplantage gebruikt. [gedaagde A] heeft de elektrische installatie door een elektricien laten aanleggen en dus was er geen sprake van een brandgevaarlijke situatie, aldus nog steeds [gedaagde A] en [gedaagde B].
5.In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen, dan wel of de vordering van Eigen Haard in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6.Volgens het overgelegde proces-verbaal is er in de woning van [gedaagde A] en [gedaagde B] door de politie een hennepplantage met 694 moederplanten aangetroffen. Gelet op dat aantal en op het feit dat deze planten geen oogst geven en dus op een of andere manier verder verwerkt zullen moeten worden, is daarmee het bedrijfsmatig karakter van de teelt in kwestie voldoende aannemelijk gemaakt. Het verweer daartegen dat de omvang van de plantage niet is komen vast te staan, aangezien de zaak niet strafrechtelijk is vervolgd, treft in dat verband geen doel. Immers, een niet aangevangen strafvervolging kan allerlei redenen hebben, maar de conclusie dat de reden zou zijn dat de juistheid van de in het overgelegde proces-verbaal vermelde constateringen zou moeten worden betwijfeld, kan er niet uit worden getrokken.
7.Dat betekent dat uitgegaan wordt van de juistheid van het proces-verbaal. Voorts wordt uitgegaan van de juistheid van de constateringen uit het rapport van Liander (zie onder 1.3). Weliswaar voeren [gedaagde A] en [gedaagde B] (zonder nadere onderbouwing) het verweer dat de installatie door een elektricien veilig is aangelegd, maar dat verweer wordt alleen met de onomstreden constatering uit het rapport dat er een illegale aansluiting boven de hoofdzekeringen was aangelegd, al onderuit gehaald.
8.Op grond van het bovenstaande is voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is geweest van een bedrijfsmatig opgezette hennepplantage die bovendien op een dusdanige manier was aangelegd dat er kon worden gesproken van een brandgevaarlijke situatie in de door [gedaagde A] en [gedaagde B] van Eigen Haard gehuurde woning.
9.Nu het in casu niet ging om beperkte teelt voor eigen gebruik, wordt het verweer dat [gedaagde A] en [gedaagde B] dachten dat hun gedrag viel onder een of ander vigerend gedoogbeleid gepasseerd. [gedaagde A] en [gedaagde B] behoorden hoe dan ook te begrijpen dat een plantage van de omvang als waarvan is gebleken niet valt onder wat voor gedoogbeleid dan ook, nog daargelaten dat zelfs al zou dit anders zijn geweest, een huurder geen brandgevaarlijke installatie in een huurwoning mag aanleggen en gebruiken.
10.Uit het hierboven overwogene volgt dat voldoende aannemelijk is geworden dat [gedaagde A] en [gedaagde B] ernstig zijn tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.
11.In beginsel is een dergelijke tekortkoming voldoende ernstig om de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en om daarop vooruitlopend bij wijze van ordemaatregel de ontruiming van de woning toe te staan. Bij die beslissing dienen evenwel, behalve de ernst van de wanprestatie, alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen. In het onderhavige geval speelt een rol dat de woning ook onderdak biedt aan drie schoolgaande kinderen van [gedaagde A] en [gedaagde B] die daar dus in gezinsverband met hun ouders wonen. De belangen van deze kinderen dienen, gelet op hun kwetsbare positie en het ingrijpende karakter van de gevraagde maatregel, te worden meegewogen.
12.Gelet op het bovenstaande zou de vordering toewijsbaar kunnen zijn als voldoende zou zijn aangetoond dat er in geval van een ontruiming zou zijn gezorgd voor adequate opvang van de kinderen. Eigen Haard heeft op dit punt alleen verklaard dat via het Meldpunt Zorg en Overlast het Vangnet Jeugd bij een ontruiming zal worden ingeschakeld. In de stukken wordt bovendien gesproken van een netwerk waar het gezin op kan terugvallen. Onvoldoende is gesteld en aangetoond om te kunnen vaststellen waar de opvang van dit Vangnet Jeugd in concreto uit zal bestaan en wat het genoemde netwerk inhoudt. In dat verband relevante vragen als in hoeverre de aangekondigde opvang zal betekenen dat de kinderen naar hun school kunnen blijven gaan, samen zullen kunnen blijven, hun relatie met hun ouders zullen kunnen voortzetten etc. zijn door Eigen Haard niet beantwoord en naar uit de stukken naar voren lijkt te komen niet eens gesteld. Uit het als productie 8 overgelegde overzicht blijkt hoogstens dat er op een of ander niveau van de organisatie over opvang is gesproken, maar niet (voldoende) dat de onderhavige situatie in concreto en substantieel onderwerp van gesprek en overleg is geweest tussen Eigen Haard en wat voor hulpverlenende instantie dan ook.
13.Gelet daarop en op het feit dat er reeds anderhalf jaar is verstreken sinds de ontmanteling van de plantage, zodat er van de door Eigen Haard beoogde signaalwerking sowieso al weinig terecht is gekomen, is er thans onvoldoende aanleiding om vooruitlopend op de beslissing in een bodemprocedure de vordering tot ontruiming in kort geding toe te wijzen.
14.Derhalve wordt de vordering afgewezen.
15.Gelet op de aanleiding die [gedaagde A] en [gedaagde B] hebben gegeven tot het opstarten door Eigen Haard van dit geding worden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.
BESLISSING
De kantonrechter:
I.wijst de vordering af;
II.compenseert de proceskosten aldus dat elk der partijen de eigen tot heden gevallen kosten draagt;
Aldus gewezen door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 september 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter