ECLI:NL:RBAMS:2012:BX7601

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/660651-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen bevel gevangenhouding na eindvonnis van politierechter

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 augustus 2012 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die gedetineerd was in een huis van bewaring. Het verzoekschrift was op 14 augustus 2012 ingekomen en was gericht aan de rechtbank. De verdachte was eerder op 10 augustus 2012 door de politierechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en daarbij was een bevel tot gevangenhouding gegeven.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het relevante artikel 71 van het Wetboek van Strafvordering aangehaald, dat bepaalt dat de verdachte uiterlijk drie dagen na de tenuitvoerlegging van de beslissing van de rechtbank in hoger beroep kan komen bij het gerechtshof. De rechtbank concludeert dat er een ander rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing van de politierechter, dat de verdachte om zijn moverende redenen niet heeft benut.

De rechtbank oordeelt dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen niet mag worden doorkruist door de verdachte op een niet in de wet voorziene wijze hoger beroep in te stellen. Daarom verklaart de rechtbank de verdachte niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis. De uitspraak is gedaan in raadkamer, waarbij de voorzitter en de rechters aanwezig waren, evenals de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK VAN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
Parketnummer: 13/660651-12
Gezien een verzoekschrift ingekomen ter griffie dezer rechtbank op 14 augustus 2012, strekkende tot opheffing cq schorsing van de voorlopige hechtenis van:
[verdachte]
geboren te [plaats] op [1990]
wonende te [plaats], [adres]
thans gedetineerd in het huis van bewaring Huis van Bewaring [locatie] te [plaats];
gezien de stukken, waaronder een bevel tot gevangenhouding van verdachte dd. 10 augustus 2012;
gehoord in raadkamer van heden de officier van justitie, de verdachte, alsmede diens raadsvrouw mr. N.G.R. Verschaeren;
Bij einduitspraak van de politierechter van 10 augustus 2012 is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan een maand
voorwaardelijk. Daarbij heeft de politierechter tevens de gevangenhouding bevolen.
Ingevolge artikel 71 eerste lid van het Wetboek van Strafvordering kan verdachte uiterlijk drie dagen na de tenuitvoerlegging van de beslissing van
de rechtbank, houdende een bevel tot gevangenhouding, bij het gerechtshof in hoger beroep komen.
Dat betekent dat tegen de beslissing van de politierechter een ander rechtsmiddel openstaat, dat verdachte om hem moverende redenen niet heeft
gebruikt. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen zou op onaanvaardbare wijze worden doorkruist, indien zou worden toegestaan dat hij op een niet in de wet
voorziene wijze tegen genoemde beslissing hoger beroep instelt.
Verdachte is daarom in zijn verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis niet-ontvankelijk.
BESCHIKKENDE:
VERKLAART VERDACHTE NIET-ONTVANKELIJK IN ZIJN VERZOEK.
Aldus gedaan in raadkamer van 20 augustus 2012 door
mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter,
mrs. W.F. Korthals Altes, R. Hirzalla, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Schilp , griffier,
mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter,
R. Schilp , griffier