ECLI:NL:RBAMS:2012:BX6895
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een officemanager bij de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging
In deze zaak heeft de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (KNTV) op 27 juni 2012 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die sinds 1 november 1998 in dienst was als officemanager/medewerker PR. KNTV stelde dat zij door bedrijfseconomische redenen genoodzaakt was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, vooral na het overlijden van de bureaudirecteur in 2009, wat leidde tot een daling van ledenaantallen en een verslechterde financiële situatie. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 6 augustus 2012, waarbij KNTV haar financiële situatie en de noodzaak tot ontslag uiteenzette. [Verweerster] betwistte de noodzaak van de ontbinding en vroeg om een vergoeding van € 57.456,- bruto.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat KNTV onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden van [verweerster] structureel vervallen en dat er geen alternatieven zijn voor de organisatie om de financiële situatie te verbeteren. De rechter oordeelde dat KNTV niet kon aantonen dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst de enige optie was en dat de financiële situatie niet zo kritiek was dat ontslag noodzakelijk was. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en bepaald dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten en de noodzaak om alternatieven te overwegen voordat tot ontslag wordt overgegaan. De rechter heeft ook de eisen van goed werkgeverschap in overweging genomen, wat van belang is bij dergelijke verzoeken.