ECLI:NL:RBAMS:2012:BX6895

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EA12-1140
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een officemanager bij de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging

In deze zaak heeft de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (KNTV) op 27 juni 2012 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die sinds 1 november 1998 in dienst was als officemanager/medewerker PR. KNTV stelde dat zij door bedrijfseconomische redenen genoodzaakt was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, vooral na het overlijden van de bureaudirecteur in 2009, wat leidde tot een daling van ledenaantallen en een verslechterde financiële situatie. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 6 augustus 2012, waarbij KNTV haar financiële situatie en de noodzaak tot ontslag uiteenzette. [Verweerster] betwistte de noodzaak van de ontbinding en vroeg om een vergoeding van € 57.456,- bruto.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat KNTV onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden van [verweerster] structureel vervallen en dat er geen alternatieven zijn voor de organisatie om de financiële situatie te verbeteren. De rechter oordeelde dat KNTV niet kon aantonen dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst de enige optie was en dat de financiële situatie niet zo kritiek was dat ontslag noodzakelijk was. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en bepaald dat ieder van de partijen de eigen kosten draagt.

Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten en de noodzaak om alternatieven te overwegen voordat tot ontslag wordt overgegaan. De rechter heeft ook de eisen van goed werkgeverschap in overweging genomen, wat van belang is bij dergelijke verzoeken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Zaaknummer: 1361057 EA VERZ 12-1140
Beschikking van: 23 augustus 2012
481
Beschikking van de kantonrechter
I n z a k e
KONINKLIJKE NEDERLANDSE TOONKUNSTENAARS VERENIGING
gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen KNTV
gemachtigde: mr. I.M. Dijkmans
t e g e n
[verweerster]
wonende te {woonplaats}
verweerster
nader te noemen [verweerster]
gemachtigde: mr. S.M. van der Salm
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
KNTV heeft op 27 juni 2012 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
[verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 6 augustus 2012. KNTV is verschenen bij de heren [naam] en [naam], respectievelijk voorzitter en lid van het bestuur van KNTV, bijgestaan door haar gemachtigde. [Verweerster] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. KNTV heeft voorafgaand aan en ten tijde van de zitting nog een aantal (financiële) stuken overgelegd.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
1.Als gesteld en onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan:
a.[verweerster], thans 54 jaar oud, is sinds 1 november 1998 in dienst van KNTV, laatstelijk als officemanager/medewerker PR. Het brutosalaris bedraagt € 2.583,81 per maand exclusief vakantietoeslag, een schoonmaakvergoeding en overige emolumenten.
b.op 6 februari 2012 is [verweerster] uitgevallen, in verband met een gebroken schouder; vanaf 5 maart 2012 is zij enkele uren per week op arbeidstherapeutische basis gaan werken.
c.op 10 april 2012 heeft KNTV aan [verweerster] laten weten dat haar arbeidsplaats zou komen te vervallen en dat het dienstverband zou eindigen per 1 oktober 2012.
d.tot zijn overlijden op 3 juni 2009 was de heer [naam bureaudirecteur KNTV] gedurende lange tijd bureaudirecteur van KNTV, met als belangrijke taak het behartigen van de collectieve belangen van de leden; als zodanig voerde hij ook de CAO-onderhandelingen.
Verzoek en verweer
2.KNTV verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van veranderingen in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Zij verzoekt de kantonrechter om, gelet op haar uiterst zorgelijke financiële positie, aan [verweerster] geen vergoeding toe te kennen.
3.Daartoe stelt KNTV - kort gezegd – dat zij op grond van bedrijfseconomische redenen genoodzaakt is de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te verzoeken. Na het overlijden van de heer [bureaudirecteur KNTV] in 2009 zijn de ledenaantallen flink terug gelopen en zijn de kosten fors toegenomen. [bureaudirecteur KNTV] was hét gezicht van KNTV naar buiten toe en genoot veel vertrouwen van de leden. Toen hij wegviel is er een chaotische situatie ontstaan en zijn er hoge kosten gemaakt voor het inschakelen (en weer laten afvloeien) van interim bestuurders en het inhuren van externe adviseurs. In 2011 is er afscheid genomen van het interim bestuur en is een nieuw bestuur benoemd, dat zich geconfronteerd zag met een zeer slechte financiële situatie. Het bestuur is doende een groot aantal besparingen door te voeren, waaronder voor huisvesting, drukwerk, schoonmaak en het KNTV-magazine. Zij ontkomt er echter niet aan ook te bezuinigen op de personeelskosten. Daarom heeft zij moeten besluiten tot beëindiging van het dienstverband met [verweerster] , en daarnaast dat met mevrouw [naam medewerkster C].
4.Zonder de voorgenomen maatregelen zal KNTV niet kunnen blijven bestaan. Het verlies bedroeg in 2008 ruim € 40.000,-, in 2009 € 63.000.-, in 2010 €270.00,- en in 2011 € 70.000,-. Voor 2012 wordt een verlies verwacht van ongeveer € 100.000,-. Er dreigt een negatief eigen vermogen te ontstaan.
5.Thans heeft KNTV vier medewerkers in dienst, te weten:
a.[naam medewerkster A]. Zij is vanaf 15 mei 2010 voor KNTV werkzaam; na een onderbreking van de werkzaamheden is zij met ingang van 1 maart 2012 in vaste dienst genomen in de functie van bureaucoördinator, met als zwaartepunt van haar taak het als jurist behartigen van de collectieve belangen van de leden.
b.[naam medewerker B], in dienst vanaf 1986 als juridisch medewerker die zich richt op individuele belangenbehartiging.
c.[naam medewerkster C], in dienst vanaf 1981 als boekhoudster (arbeidsongeschikt vanaf 16 april 2011)
d.[verweerster].
6.Omdat de kerntaak van KNTV de (collectieve en individuele) belangenbehartiging van de leden is, moeten de functies van de juristen [naam medewerkster A] en [naam medewerkster B] in elk geval in stand blijven. Daarom is gekozen voor het laten vervallen van de functies van de beide administratieve krachten, [naam medewerkster C] en [verweerster]. Hun taken (vooral administratief) zijn beperkter geworden door de toegenomen automatisering en de aflopende ledenaantallen. De resterende werkzaamheden van [naam medewerkster C] en [verweerster] kunnen door [naam medewerkster A] en [naam medewerker B] worden gedaan, aldus KNTV.
7.[Verweerster] betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door KNTV bedoelde zin en verzet zich tegen de door KNTV verzochte ontbinding. [Verweerster] verzoekt, voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden, om haar een vergoeding van € 57.456,- bruto ten laste van KNTV toe te kennen.
8.[Verweerster] voert ter ondersteuning van haar stellingen - kort gezegd - aan dat beëindiging van haar dienstverband niet reëel, niet nodig en niet redelijk is. Volgens haar is KNTV er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met haar de enige optie is voor KNTV en dat er geen alternatieven zijn voor KNTV om tot verhoging van de inkomsten en tot (verdere) besparingen op de kosten te komen. Voorts meent zij dat haar werkzaamheden niet structureel vervallen.
9.De overige stellingen van [verweerster] zullen, voor zover van belang, in het hierna volgende worden besproken en beoordeeld.
Beoordeling
10.Als meest vergaande verweer heeft [verweerster] aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen, omdat het bestuur van KNTV niet bevoegd was een besluit ten nemen met betrekking tot de beëindiging van haar diensverband. Dit verweer zal worden verworpen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft KNTV in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat het huidige bestuur met instemming van de Algemene Ledenvergadering tot het bedoelde besluit is gekomen. Als de voorzitter in strijd met het huishoudelijk reglement geen lid zou zijn van KNTV, zoals [verweerster] heeft aangevoerd, tast dit de rechtsgeldigheid van het besluit tot ontslag nog niet aan.
11.Vooropgesteld wordt dat aan een werkgever een hoge mate van vrijheid toekomt bij het bepalen van de wijze waarop hij zijn onderneming inricht, waaronder ook valt het bepalen van de wijze waarop het werk door haar werknemers worden verricht. De rechter dient ten deze wel te toetsen of er dusdanige veranderingen van de omstandigheden zijn dat deze moeten leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Daarbij is in de onderhavige zaak van belang of het voornemen van KNTV om tot beëindiging van het dienstverband te komen met [verweerster] verdedigbaar wordt geacht, met name gelet op de eisen van goed werkgeverschap.
12.Kern van de beoordeling moet zijn of gelet op de financiële omstandigheden van KNTV de onderhavige maatregel noodzakelijk is, mede gelet op de vraag of de werkzaamheden van [verweerster] vervallen, dan wel structureel door andere medewerkers kunnen worden verricht.
13.De kantonrechter is er niet van overtuigd dat de financiële situatie van KNTV geen andere mogelijkheid over laat dan beëindiging van het dienstverband met [verweerster]. Daarbij is ook van belang dat KNTV naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden van [verweerster] voor een deel vervallen door automatisering en voor het resterende deel kunnen en zullen worden overgenomen door [naam medewerkster A] en [naam medewerker B].
14.De financieel stukken laten weliswaar een niet erg rooskleurige situatie zien, doch daarbij moet wel in aanmerking worden genomen dat de grootste verliezen (eenmalig) in 2010 zijn geleden. Voorts is ter zitting duidelijk geworden dat met ingang van 1 januari 2013 een aanzienlijke besparing op de kosten van huisvesting zal worden gerealiseerd. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat mevrouw [naam medewerkster C] met ingang van 1 december 2012 niet langer in dienst, is van KNTV, hetgeen ook een (structurele) besparing oplevert. Terecht heeft [verweerster] voorts opgemerkt dat een plan van aanpak met betrekken tot het verhogen van de ledenaantallen ontbreekt. Tot slot heeft de accountant van KNTV bevestigd dat er (over de jaren 2008 tot en met 2011) een bedrag van € 90.000,- aan contributiegelden open staat.
15.Ook als wordt aangenomen dat een verdergaande automatisering tot een lager aantal te besteden uren leidt met betrekking tot de administratieve werkzaamheden, verbonden aan de functie van [verweerster], blijft er onduidelijkheid ten aanzien van de vraag hoe het met de resterende werkzaamheden zal gaan. [naam medewerkster A] en [naam medewerker B] hebben in een e-mail van juni 2012 verklaard dat zij het werk van [verweerster](en [naam medewerkster C]) niet kunnen opvangen. Wie het beheer van de vier door [verweerster] genoemde fondsen op zich gaat nemen heeft KNTV niet duidelijk kunnen maken. Voorts blijkt uit de door KNTV overgelegde brief van haar accountantskantoor d.d. 3 augustus 2012 dat dit kantoor vanaf augustus 2011 het voeren van de administratie op zich heeft genomen. Dat dit thans niet langer het geval zou zijn, heeft KNTV niet aannemelijk kunnen maken, in welk geval aangenomen wordt dat geen besparing wordt bereikt (ten opzichte van de situatie dat [verweerster] de werkzaamheden weer gaat doen).
16.Gelet op al het bovenstaande zal het verzoek van KNTV worden afgewezen.
17.Er zijn termen om de kosten tussen partijen te compenseren.
BESLISSING
De kantonrechter:
I.wijst het verzoek af;
II.bepaalt dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter