ECLI:NL:RBAMS:2012:BX5448

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/661155-11 (A) en 13/664179-11 (B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doodslag onder invloed van verdovende middelen met verminderd toerekeningsvatbare verdachte

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte beschuldigd van doodslag en meerdere diefstallen. De rechtbank heeft op 23 augustus 2012 uitspraak gedaan na een zitting op 9 augustus 2012. De verdachte heeft in de periode van 25 tot en met 27 november 2011 in Amsterdam de [slachtoffer] opzettelijk van het leven beroofd. Dit gebeurde na een periode van intensief drugsgebruik, waarbij de verdachte in een opwelling de [slachtoffer] met een vaas heeft geslagen en haar vervolgens heeft verstikt. De rechtbank oordeelt dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, wat invloed heeft op de strafmaat. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht jaar geëist, maar de rechtbank heeft de straf vastgesteld op zeven jaar, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de psychische toestand van de verdachte. Daarnaast zijn er ook meerdere diefstallen ten laste gelegd, die eveneens zijn bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en heeft de teruggave van een in beslag genomen broek aan de verdachte gelast. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 45, 57, 287, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VERKORT VONNIS
Parketnummers: 13/661155-11 (A) en 13/664179-11 (B)
Datum uitspraak: 23 augustus 2012
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1967] te [plaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 augustus 2012.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. I.M.F. Graumans en van wat verdachte en de raadsvrouw van verdachte, mr. M.J. van Weerden, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Verdachte wordt, kort samengevat en zakelijk weergegeven, verweten dat hij in de periode van 25 tot en met 27 november 2011 in Amsterdam [slachtoffer] (verder: [slachtoffer]) opzettelijk en al dan niet met voorbedachte raad van het leven heeft beroofd. (zaak A). Verdachte wordt eveneens ver¬weten dat hij zich in de periode van 25 april 2008 tot en met 22 januari 2009 in Amsterdam tienmaal schuldig heeft gemaakt aan (poging tot) diefstal (met braak) uit woningen, kantoorpanden en een school. (zaak B). De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste ge¬legde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Ten aanzien van zaak A
Uit de processtukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verdachte zich op 25 november 2011 in de woning van [slachtoffer] op het adres [adres] te [plaats] bevond. Nadat [slachtoffer] en hij in de woning dagen achtereen samen grote hoeveelheden drugs hadden gebruikt, kregen zij woorden, waarna verdachte een vaas pakte en met die vaas tweemaal te-gen het hoofd van [slachtoffer] sloeg. [slachtoffer] viel hierdoor op de grond. Verdachte ging vervolgens met zijn knieën op de borst van [slachtoffer] zitten, drukte met één hand een slaapzak op haar gezicht en kneep met de andere hand haar keel dicht. Hierna heeft verdachte het lichaam van [slachtoffer] verborgen onder dekens, kleding en een kamerscherm, de wo-ning verlaten en op straat gezworven, totdat hij zich twee dagen later op eigen initiatief bij het politiebureau kwam melden. [slachtoffer] is op 27 november 2011 omstreeks 15.16 uur dood aangetroffen in voornoemde woning. Uit sectie op het lichaam van [slachtoffer] is gebleken dat zij als gevolg van de handelingen van verdachte is overleden. Gelet op het tijdsverloop tussen de handelingen van verdachte en het aantreffen van haar lichaam, moet [slachtoffer] zijn overleden op enig moment in de periode van 25 november 2011 tot en met 27 november 2011.
Gebleken is dat verdachte heeft gehandeld in een ogenblikkelijke drift, een gemoedsopwel-ling, waardoor verdachte geen gelegenheid had om over de betekenis en gevolgen van zijn handelen na te denken. Met de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank dan ook bewezen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, maar niet dat sprake was van voorbedachte raad. Verdachte moet van dit deel van de tenlastelegging wor-den vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte voornoemd feit heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4.2 Ten aanzien van zaak B
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de ten laste gelegde feiten in zaak B, namelijk de in de tenlastelegging onder 1 tot en met 10 genoemde feitelijkheden, kunnen worden bewezen op grond van de aangiftes, de bevindingen van de politie, de resultaten van het forensisch on-derzoek en de verklaringen van verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat ten aanzien van feit 1 niet kan worden bewezen dat een mobiele telefoon is weggenomen, zodat verdachte van dit deel van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken. In de tenlastelegging van de feiten 2 en 6 staat niet de passage dat het misdrijf niet is voltooid, terwijl in beide gevallen een poging is ten laste gelegd. Verdachte moet daarom ook hiervan worden vrijgesproken. Verdachte moet ook worden vrijgesproken van feit 4, omdat in de tenlastelegging een onjuist adres is opgenomen. Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten in zaak B kan de officier van justitie worden gevolgd in het door haar aangevoerde.
Het oordeel van de rechtbank
Diefstal (door middel van braak)
De rechtbank acht de onder 5, onder 7, onder 8, onder 9 en onder 10 ten laste gelegde feiten in zaak B bewezen, omdat uit de processtukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan die ten laste gelegde diefstallen uit woningen en kantoren.
Het onder 1 ten laste gelegde feit is bewezen, omdat uit de aangifte van [A] blijkt dat uit het kantoorpand van [onderneming] aan het [adres kantoorpand] de inhoud van een pak melk en een mobiele telefoon, van het merk Nokia, is weggenomen. Dat de telefoon niet nader is om-schreven, staat aan een bewezenverklaring van de diefstal ervan niet in de weg.
Het onder 3 ten laste gelegde feit is bewezen, met uitzondering van de braak. Bewezen kan worden dat verdachte zich door een nooddeur aan de achterzijde de toegang heeft verschaft tot het kantoor. Uit de aangifte dan wel het onderzoek van de politie blijkt niet dat hierbij sprake was van braak.
Ook het onder 4 ten laste gelegde feit is bewezen. Uit de processtukken blijkt dat het [hotel] te Amsterdam meerdere in- en uitgangen heeft, waarvan één op het adres [adres hotel]. Anders dan door de raadsvrouw naar voren is gebracht, is het in de tenlastelegging onder 4 genoemde adres correct.
Poging
De lezing van de raadsvrouw dat de woorden “terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid” noodzakelijk zijn, zo begrijpt de rechtbank haar verweer, voor het in de tenlasteleg-ging omschrijven van een strafbare poging tot misdrijf, vindt geen steun in de wet. Blijkens artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht is sprake van een poging tot misdrijf, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. Hieraan is voldaan, omdat in de tenlastelegging gebruik is gemaakt van de woorden “ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om…”. Gelet op wat uit de processtukken is geble-ken, zijn de onder 2 en onder 6 ten laste gelegde pogingen tot diefstal bewezen.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte voornoemde feiten heeft begaan op de fei-ten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van zaak A
op enig tijdstip in de periode van 25 november 2011 tot en met 27 november 2011 te Amster-dam opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat op-zet met een vaas meermalen met kracht tegen het hoofd van die [slachtoffer] geslagen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is gekomen, en is hij, verdachte, op het lichaam van die [slachtoffer] gaan zitten en heeft hij, verdachte, die [slachtoffer] bij de nek gepakt en met één hand met kracht een slaapzak op het gezicht van die [slachtoffer] gedrukt en met één hand de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
ten aanzien van zaak B
ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde
in de periode van 21 januari 2009 tot en met 22 januari 2009 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kantoorpand, gelegen aan het [adres], heeft wegge-nomen een mobiele telefoon (van het merk Nokia) en de inhoud van een pak melk, toebeho-rende aan [benadeelde 1], en zich de toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht, doordat hij, verdachte, een ruit van de toe-gangsdeur heeft ingegooid;
ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
op 6 januari 2009 te [plaats] - ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres], weg te nemen geld en goederen van zijn gading, toebehorende aan [benadeelde 2], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en dat weg te nemen geld en die goederen onder zijn bereik te brengen - een raam van die woning heeft verbroken, zich door de ontstane opening toegang tot die woning heeft verschaft en die woning is ingeklommen;
ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
in de periode 31 oktober 2008 tot en met 3 november 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kantoor gelegen aan de [adres], heeft weggenomen twee portable computers (van het merk Dell), een digitale fotocamera (van het merk Canon), een geldbedrag van 600 euro en de inhoud van een pak melk, toebehorende aan [benadeelde onderneming 3], en zich daarbij de toegang tot dat kantoor heeft verschaft en dat weg te ne-men geld en die goederen onder zijn bereik heeft gebracht, doordat hij, verdachte, zich door een deur aan de achterzijde de toegang tot dat kantoor heeft verschaft;
ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
op 13 september 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een kassalade van het [hotel], gelegen aan de [adres hotel], een geldbe-drag en de inhoud van een flesje (Fanta), toebehorende aan bedrijf [hotel];
ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
in de periode van 20 augustus 2008 tot en met 21 augustus 2008 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen een laptop (van het merk Apple), een sieradenkist met daarin een hoeveelheid sieraden (met een totale waarde van ongeveer 6250,00 euro) en de inhoud van een pak melk, toebehorende aan anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot die woning heeft ver-schaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht doordat hij, verdachte, een deur en een ruit van die woning heeft verbroken en geforceerd;
ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde
in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 4 augustus 2008 te [plaats] - ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres], weg te nemen geld en goederen van zijn ga-ding, toebehorende aan [benadeelde 6] en/of [benadeelde vennootschap 6], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en dat weg te nemen geld en die goederen onder zijn bereik te brengen - een linkerraam van de toegangsdeur van die woning heeft ingeslagen;
ten aanzien van het onder 7. ten laste gelegde
op 25 april 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een geldcassette een hoeveelheid muntgeld en de inhoud van een blikje cho-comel, toebehorende aan [benadeelde vennootschap 7];
ten aanzien van het onder 8. ten laste gelegde
in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 2 augustus 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kantoorpand, gelegen aan de [adres], heeft wegge-nomen een geldbedrag en twee digitale fotocamera's (van het merk Sony), toebehorende aan [roeivereniging], en zich daarbij de toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft en dat weg te nemen geld en die goederen onder zijn bereik heeft gebracht, doordat hij, verdachte, een deur van dat kantoorpand heeft geforceerd en zich de toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft;
ten aanzien van het onder 9. ten laste gelegde
in de periode van 4 juli 2008 tot en met 5 juli 2008 te Amsterdam met het oogmerk van we-derrechtelijke toe-eigening uit een kantoorpand, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen laptops (van het merk Dell), toebehorende aan [benadeelde onderneming 9], en zich daarbij de toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht, doordat hij, verdachte, het draadglas van een deur van dat kantoorpand met een tafelpoot heeft ingeslagen, zich door de ontstane opening toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft en dat kantoorpand is ingeklommen;
ten aanzien van het onder 10. ten laste gelegde
in de periode van 19 juli 2008 tot en met 22 juli 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een school, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen een postbussleutel, toebehorende aan [benadeelde school], en zich daarbij de toegang tot die school heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht, doordat hij, verdachte, ramen aan de achterzijde van de school heeft verbroken, zich door de ontstane opening de toegang tot die school heeft verschaft en die school is ingeklommen.
Voor zover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Ver-dachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feiten
De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardi¬gingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is meermalen onderzocht om te kunnen vaststellen of en in welke mate het bewezen verklaarde in zaak A, de doodslag van [slachtoffer], hem kan worden toegerekend. De resultaten van dat onderzoek zijn onder andere vervat in het psychiatrisch onderzoeksrapport van 15 mei 2012 van [psychiater] en het psychologisch onderzoeksrapport van 29 mei 2012 van [psycholoog]. De conclusie van de psychiater luidt dat verdachte lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken, die mede een afhankelijkheid van cocaïne, heroïne en benzodiazepines ten gevolg heeft. De borderline persoonlijkheidsstoornis heeft het gedrag en de keuzes van verdachte ten tijde van het gebeurde beïnvloed, in die zin dat hij de beschuldigende woorden van [slachtoffer] op 25 november 2011 vanuit zijn stoornis als afwijzing heeft ervaren, wat in hem een agressie naar haar heeft opgeroepen. De situatie van afwijzing duurde lang, waardoor de agressie zich in verdachte opbouwde. Door zijn borderline persoonlijkheidsstoornis kan verdachte niet adequaat met agressie omgaan, zodat hij ten tijde van het gebeurde in verminderde mate in staat was zijn agressie naar [slachtoffer] te controleren. Dat geldt bovendien ook, omdat verdachte en [slachtoffer] in de dagen ervoor een grote hoeveelheid drugs hadden gebruikt, waardoor verdachte nog onder invloed was van cocaïne, heroïne en benzodiazepines, en hij enkele nachten niet had geslapen. Dit heeft bij verdachte verhoogde prikkelbaarheid en impulsiviteit teweegbracht. Ook de borderline persoonlijkheidsstoornis op zich maakt verdachte impulsief, waardoor hij snel geneigd is drugs te gebruiken en hij in verminderde mate in staat is hier weerstand aan te bieden. Daarom wordt geadviseerd dat het gebruik van de verschillende drugs voorafgaand aan het gebeurde verdachte in verminderde mate wordt aangerekend.
Gelet op bovengenoemde factoren heeft de psychiater geadviseerd verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. Ook de psycholoog is tot die conclusie gekomen. De rechtbank neemt deze conclusies over en acht verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde in zaak A verminderd toerekeningsvatbaar.
8. Motivering van de straf
8.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte – gezien de ernst van de feiten, de persoon van verdachte en de omstandigheid dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is – te veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 (acht) jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De in beslag genomen broek behoort toe aan verdachte en kan aan hem worden teruggegeven. De overige goederen moeten worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de persoon van verdachte, waaronder de omstandigheid dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is, en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd in ogenschouw te nemen en de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen.
8.3 Het oordeel van de rechtbank
Strafoplegging
Bij de bepaling van de strafoplegging en de duur daarvan neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft in een impulsieve drift een ander van het leven beroofd. Het handelen van verdachte heeft het leven van de nabestaanden van [slachtoffer] ernstig geschokt en op blij-vende wijze ingrijpend beïnvloed. Aan hen is een onherstelbaar verlies en groot verdriet toe-gebracht. Feiten als het onderhavige brengen verder grote verontrusting en gevoelens van on-veiligheid in de samenleving teweeg. Verdachte heeft hiermee de rechtsorde schade toege-bracht.
De rechtbank neemt bij de strafoplegging de ernst van het bewezen verklaarde feit en de om-standigheden waaronder dat feit is gepleegd, in ogenschouw. Doodslag behoort tot de ernstig-ste misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent en is naar zijn aard een misdrijf dat opleg-ging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeer lange duur rechtvaardigt. Daarnaast neemt de rechtbank in ogenschouw dat verdachte zich ook meermalen schuldig heeft gemaakt aan diefstallen uit woningen, kantoorpanden en een school, dan wel pogingen daartoe. Dief-stallen zijn ergerlijke, overlastgevende feiten en rechtvaardigen ook de oplegging van een on-voorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank slaat bij de strafoplegging verder acht op het onderzoek naar de persoon van verdachte. De omstandigheid dat het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend, betekent dat verdachte de verantwoordelijkheid daarvoor niet volledig kan dragen. Dit zal in strafmatigende zin worden betrokken bij de straftoemeting. Ten aanzien van het recidiverisico is de inschatting van de psychiater dat het gebeurde onder heel specifieke situationele omstandigheden heeft plaatsgevonden, die zich niet onmiddellijk zullen herhalen. De kans op herhaling is niet imminent, maar gezien de borderline persoonlijkheidsstoornis van verdachte, die zal voortduren, wel aanwezig. Verdachte is nooit eerder voor een geweldsdelict veroordeeld, maar wel meermalen voor vermogensdelicten.
De rechtbank stelt op basis van de rapporten en de indruk van verdachte ter terechtzitting vast dat bij verdachte sprake is van aanmerkelijke lijdensdruk als gevolg van zijn handelen tegen [slachtoffer]. Verdachte beschouwde [slachtoffer] als moeder, en haar familie als de familie die hij als kind nooit heeft gehad. Dat hij op deze wijze heeft gehandeld tegen haar, valt hem daarom buitengewoon zwaar. In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met het schuldbesef van verdachte en het berouw dat hij van zijn daden heeft en aan de nabestaanden van [slachtoffer], middels een brief en persoonlijk contact, kenbaar heeft gemaakt.
Alles in aanmerking nemend ziet de rechtbank aanleiding ten gunste van verdachte enigszins af te wijken van de duur van de door de officier van justitie gevorderde straf.
Beslag
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- een broek, met beslagnummer 4186532;
- een sleutel (van de woning aan de [adres]), met beslagnummer 4186622;
- een zaktelefoon, met beslagnummer 4186548.
Voornoemde broek behoort aan verdachte toe en het bezit ervan is niet strafbaar. De broek kan daarom aan verdachte worden geretourneerd. Ten aanzien van voornoemde sleutel en zaktelefoon kan geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. Deze voorwerpen zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57, 287, 310 en 311 van het Wet¬boek van Strafrecht.
10. Beslissingen
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissingen.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit in zaak A en de ten laste gelegde feiten 1 tot en met 10 in zaak B, heeft begaan zoals hiervoor onder 5. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
- ten aanzien van zaak A
doodslag;
- ten aanzien van zaak B
het onder 1, onder 5, onder 8, onder 9 en onder 10 bewezen verklaarde
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
het onder 2 en onder 6 bewezen verklaarde
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
het onder 3, onder 4 en onder 7 bewezen verklaarde
diefstal, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
- Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 7 (zeven) jaar.
- Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
- Gelast de teruggave van de in beslag genomen broek, onder 8.3 genoemd, aan ver¬dachte.
- Gelast de bewaring van de in beslag genomen sleutel en zaktelefoon, onder 8.3 genoemd, ten behoeve van de rechthebbende.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.A.A.G. de Vries, voorzitter,
mrs. R. Hirzalla en V. Zuiderbaan, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. P.H. Boersma, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 augustus 2012.
Bijlage - volledige tekst van de tenlastelegging.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
ten aanzien van zaak A
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 25 november 2011 tot en met 27 november 2011 te Amsterdam opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg met een kunststoffen en/of houten vaas, althans een stomp voorwerp één of meermalen (met kracht) op/tegen het (achter)hoofd van die [slachtoffer] geslagen en/of (met kracht) tegen het lichaam van die [slachtoffer] geduwd, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is gekomen, en/of (vervolgens) is hij, verdachte op het lichaam van die [slachtoffer] gaan zitten en/of (vervolgens) heeft hij, verdachte die [slachtoffer] bij de nek gepakt en/of (met één hand) (met kracht) een deken en/of slaapzak op/in het gezicht van die [slachtoffer] gedrukt en/of met één hand (met kracht) de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen en/of het lichaam van die [slachtoffer] verplaatst en/of over/op het lichaam van die [slachtoffer] één of meer (hand)doek(en) en/of slaapzak(ken) en/of deken(s) en/of beddengoed en/of een kamer-scherm en/of een houten plank gegooid, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
ten aanzien van zaak B
1. hij in of omstreeks de pleegperiode van 21 januari 2009 tot en met 22 januari 2009 te Am-sterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoorpand (gelegen aan het [adres]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (van het merk Nokia) en/of de in-houd van een pak melk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bena-deelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich de toegang tot dat kantoorpand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te bren-gen doordat hij, verdachte, een ruit van de toegangsdeur te hebben ingegooid en/of ingeslagen en/of verbroken, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2. hij op of omstreeks 6 januari 2009 te [plaats], in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen doordat hij, verdachte, een raam (van die woning) heeft verbroken en/of geforceerd en/of zich (vervolgens) door de ontstane opening toegang tot die woning heeft verschaft en/of die wo-ning is ingeklommen, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3. hij in of omstreeks de pleegperiode 31 oktober 2008 tot en met 3 november 2008 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoor (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen twee (portable) computers (van het merk Dell) en/of een digitale fotocamera (van het merk Canon) en/of een geldbedrag van 600 euro en/of de inhoud van een pak melk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoren-de aan [benadeelde onderneming 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot dat kantoor te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen doordat hij, verdachte, zich door een (nood)deur (aan de achterzijde) de toegang tot dat kantoor heeft verschaft en/of dat kantoor is ingeklommen en/of een of meerdere tussendeuren heeft geforceerd en/of verbroken, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
4. hij op of omstreeks 13 september 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelij-ke toe-eigening in/uit een kassalade van het [hotel] (gelegen aan de [adres]) heeft weggeno-men een geldbedrag en/of de inhoud van een flesje (Fanta), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan bedrijf [hotel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan ver-dachte;
5. hij in of omstreeks de pleegperiode van 20 augustus 2008 tot en met 21 augustus 2008 te [plaats], in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop (van het merk Apple) en/of een sieradenkist met daarin een hoeveelheid sieraden (met een totale waarde van onge-veer 6250,00 euro) en/of de inhoud van een pak melk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot die woning heeft verschaft en/of die/dat weg te ne-men goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht doordat hij, verdachte, een deur en/of een ruit (van die woning) heeft verbroken en/of geforceerd, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
6. hij in of omstreeks de pleegperiode van 1 augustus 2008 tot en met 4 augustus 2008 te Am-sterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] en/of [be-nadeelde vennootschap 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goede-ren onder zijn bereik te brengen doordat hij, verdachte, een (linker)raam van de toegangsdeur (van die woning) heeft ingeslagen en/of verbroken, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
7. hij op of omstreeks 25 april 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldcassette heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid muntgeld en/of de inhoud van een blikje chocomel, in elk geval een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde vennootschap 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
8. hij in of omstreeks de pleegperiode van 1 augustus 2008 tot en met 2 augustus 2008 te Am-sterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoorpand (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een onbekend geldbedrag en/of twee digitale fotocamera's (van het merk Sony), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [roeivereni-ging], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot dat kantoorpand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen doordat hij, verdachte, een deur (van dat kantoorpand) heeft verbroken en/of geforceerd en/of zich (vervolgens) de toegang tot dat kantoorpand heeft verschaft, in elk ge-val, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
9. hij in of omstreeks de pleegperiode van 4 juli 2008 tot en met 5 juli 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoorpand (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een of meerdere laptop(s) (van het merk Dell), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde onderneming 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot dat kantoorpand te ver-schaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht doordat hij, verdachte, het draadglas van een deur (van dat kantoorpand) (met een tafelpoot) heeft verbro-ken en/of ingegooid en/of ingeslagen en/of zich (vervolgens) door de ontstane opening toe-gang tot dat kantoorpand heeft verschaft en/of dat kantoorpand is ingeklommen, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
10. hij in of omstreeks de pleegperiode van 19 juli 2008 tot en met 22 juli 2008 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een (postbus)sleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebeho-rende aan [benadeelde school], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en zich daarbij de toegang tot die school te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen doordat hij, verdachte, een of meerdere ramen (aan de achterzijde van de school) heeft verbroken en/of ingegooid en/of ingeslagen en/of zich (vervolgens) door de ontstane opening de toegang tot die school heeft verschaft en/of die school is ingeklommen, in elk geval, door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.