ECLI:NL:RBAMS:2012:BX5076
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na veroordeling tot een taakstraf bij een financiële instelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 augustus 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Binckbank N.V. en een medewerkster, hierna aangeduid als [verweerster]. De medewerkster was sinds 18 december 2007 in dienst bij Binckbank en vervulde een vertrouwensfunctie als medewerkster corporate actions. Op 4 januari 2011 werd zij aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een strafbaar feit, en op 4 juni 2012 meldde zij aan haar leidinggevende dat zij was veroordeeld voor een overtreding van de Opiumwet en een taakstraf van 80 uur had gekregen. Binckbank stelde haar direct op non-actief en verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, stellende dat de veroordeling een dringende reden voor ontslag opleverde.
De kantonrechter oordeelde dat niet iedere veroordeling automatisch leidt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, vooral niet in het geval van een financiële instelling. De rechter benadrukte dat de omstandigheden van het geval, de aard van de werkzaamheden en de veroordeling in overweging moeten worden genomen. In dit geval was de medewerkster niet voldoende transparant geweest over haar veroordeling en had zij Binckbank niet de benodigde informatie verstrekt om een gefundeerde afweging te maken over haar toekomst binnen het bedrijf. Dit leidde tot een schending van het vertrouwen, wat de kantonrechter als een gewichtige reden voor ontbinding beschouwde.
De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 september 2012, en de kantonrechter wees het verzoek om een vergoeding van de medewerkster af, aangezien de reden voor de ontbinding volledig in haar risicosfeer viel. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.