ECLI:NL:RBAMS:2012:BW8701

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV 10-35748
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie en bewijsvoering in een civiele zaak over website en decoratiewerkzaamheden

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 2 mei 2012, hebben eisers in conventie, [A] en [B], een vordering ingesteld tegen gedaagde in conventie, [C], met betrekking tot werkzaamheden aan een website en decoratiewerkzaamheden voor een restaurant. De rechtbank heeft vastgesteld dat [C] werkzaamheden aan de website heeft verricht, die voor 70% gereed was. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van wanprestatie door [C], en de vordering in conventie werd afgewezen.

Daarnaast was er een geschil over de decoratiewerkzaamheden. [A] en [B] stelden dat er een mondelinge overeenkomst was voor een bedrag van € 5.000,00, maar zij hebben geen bewijs geleverd om deze stelling te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de eisers in conventie niet konden aantonen dat de afspraak was gemaakt, waardoor ook dit deel van de vordering werd afgewezen.

In reconventie vorderde [C] betaling van 95% van de in rekening gebrachte werkzaamheden, wat de rechtbank toewijsbaar achtte, omdat [C] al een deel van de betaling had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat [A] en [B] niet konden aantonen dat zij een bedrag van € 1.000,00 voor de elektricien hadden betaald, waardoor ook dit deel van de vordering in conventie werd afgewezen.

De rechtbank besloot de proceskosten te compenseren, aangezien beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk waren gesteld. De vordering in conventie werd afgewezen, terwijl een deel van de vordering in reconventie werd toegewezen. De uitspraak werd gedaan door de kantonrechter en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : CV 10-35748
Datum : 2 mei 2012
458
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
1. [A]
en
2. [B]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers in conventie
verweerders in reconventie
nader te noemen eisers in conventie
procederende in persoon, voorheen mr. A. van Dorsten
t e g e n:
[C]
wonende te [adres woonplaats]
gedaagde in conventie
eisers in reconventie
gemachtigde: mr. L. Nix
VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
In deze zaak is op 1 juni 2011 een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis is aan ieder van partijen bewijs opgedragen. Op 25 oktober 2011, 18 januari en 6 februari 2012 zijn door [C] voorgedragen getuigen gehoord. [A] c.s. hebben laten weten geen gebruik te maken van de gelegenheid om (tegen)bewijs door middel van getuigen te leveren. Wel heeft [A] nog een schriftelijke verklaring van hemzelf in het geding gebracht.
De zaak staat thans weer voor vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In conventie en in reconventie
Website
1. Aan [C] is opgedragen te bewijzen dat zij werkzaamheden aan de website heeft verricht en dat deze voor 70% gereed was. In dit verband is de vriendin van [C], [D] (hierna: [D]), als getuige gehoord, die heeft verklaard dat [C] samen met [B] op of rond 2 augustus 2010 bij haar is gekomen en op de computer van [D] de nieuwe website van het restaurant van [A] c.s. heeft getoond. Ter onderbouwing heeft [C] ter zitting (foto’s van de openingspagina van) de website getoond. [D] heeft verklaard dat zij meende dat er 3 webpagina’s waren met de menu’s, één pagina met informatie over de bezorgdienst, één pagina met informatie over de take-awayservice en één pagina met contactgegevens, alsmede een fotogallery vervaardigd voor de website. [D] heeft verklaard dat zij deze pagina’s heeft gezien. Volgens [D] was de website bijna klaar, doch diende de teksten nog gecontroleerd te worden op spelfouten en dienden de foto’s met Thaise gerechten, die [C] op de website had geplaatst, te worden vervangen door foto’s van de gerechten van [B] zelf. Ook zou [A] nog foto’s aanleveren van de feestelijke opening van het restaurant in september 2010.[C], als getuige gehoord, heeft een verklaring met dezelfde strekking afgelegd. Voorts heeft zij verklaard de website niet te hebben kunnen afmaken omdat [A] c.s. de verbeterde vertaling van een stukje tekst, dat [A] had geschreven over de geschiedenis van het restaurant, nimmer aan haar heeft verstrekt. Zij heeft nog verklaard dat [B] tevreden was over de website.
2. [A] heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs. Dit betekent dat [C] in het bewijs is geslaagd dat de website voor 70% gereed was. Daarmee is komen vast te staan dat van de gestelde wanprestatie geen sprake is. De vordering in conventie ten aanzien van de website wordt daarom afgewezen.
Decoratiewerkzaamheden Restaurant
3. Aan [A] c.s. is bewijs opgedragen van de stelling dat met [C] een bedrag van € 5.000,00 voor de werkzaamheden aan zowel de wanden als het plafond is overeengekomen en dat hij daarvoor een contante betaling van € 1.000,00 heeft verricht. [A] c.s. hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om bewijs te leveren van deze stelling. Wel hebben [A] c.s. schriftelijk verklaard dat ten aanzien van de decoratiewerkzaamheden is afgesproken dat voor de werkzaamheden aan de wanden een bedrag van € 2.000,00 en voor het plafond een bedrag van € 3.000,00 zou worden betaald. [A] c.s. erkennen dat deze afspraak niet schriftelijk is vastgelegd. Nu zij geen gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid bewijs te leveren op dit punt, is niet komen vast te staan dat deze afspraak is gemaakt. Dit deel van de vordering in conventie wordt daarom afgewezen.
4. [C] erkend dat 5% van het werk niet is verricht. Zij heeft [A] wel aangeboden om het werk af te maken, maar deze heeft dat geweigerd. [C] heeft daarom in recongventie een bedrag van 95% van de in rekening gebrachte werkzaamheden (95% van € 5.000,00 =) € 4.750,00 in reconventie gevorderd. Nu vast staat dat [C] reeds een bedrag van € 3.000,00 heeft ontvangen is een bedrag van € 1.750,00 in reconventie als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
Elektricien
5. De kantonrechter heeft voorshands aannemelijk geacht dat [A] c.s. een aanbetaling van € 1.000,00 hebben verricht aan [C] voor de werkzaamheden van de door [C] ingeschakelde elektricien, nu deze betaling in het zakboekje van [B] is opgeschreven en [C] niet heeft betwist dat deze prijsafspraak is genoteerd. [C] is toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. [D] heeft ten aanzien van deze post verklaard dat zij niets kon vertellen over een geldbedrag dat [C] van [A] zou hebben gekregen en dat zij had begrepen dat [A] zou wachten op de factuur van de elektricien en deze via de bank zou betalen. [C] heeft zelf verklaard dat zij [A] tegen de elektricien heeft horen zeggen dat hij de rekening per bank zou betalen en dat het bedrag van € 1.000,00, dat zij op 1 augustus 2010 van [B] heeft ontvangen, betrekking had op het werk aan het plafond van het restaurant en niet bedoeld was voor de elektricien. Dit is het bedrag dat [B] in haar zakboekje heeft genoteerd. [A] heeft hierop niet meer gereageerd. Dit betekent dat [C] in het leveren van tegenbewijs is geslaagd en dat niet is komen vast te staan dat [A] een bedrag van € 1.000,00 voor de werkzaamheden van de elektricien heeft betaald. Dit deel van de vordering in conventie wordt dan ook afgewezen.
Facturen van 22 augustus 2010
6. [C] heeft in reconventie voorts betaling gevorderd van de bij dagvaarding in het geding gebrachte facturen van 22 augustus 2010 ten bedrage van (€ 2.147,95 + € 386,75 =) € 2.534,70. Een deel van deze vordering betreft de menukaarten voor het restaurant. Nu reeds bij vonnis van 1 juni 2010 is vastgesteld dat [A] c.s. het overeengekomen bedrag van € 500,00 hebben betaald komt [C] niet nogmaals dit bedrag toe. Dit deel van de vordering in reconventie wordt daarom afgewezen. Het overige deel van de vordering in reconventie dat betrekking heeft op de facturen van 22 augustus 2010 wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
7. Het voorgaande betekent dat de vordering in conventie wordt afgewezen en een deel van de vordering in reconventie wordt toegewezen.
8. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld is er aanleiding de proceskosten te compenseren.
BESLISSING
De kantonrechter:
in conventie
I. wijst de vordering af;
in reconventie
II. veroordeelt [A] c.s. om aan [C] te betalen een bedrag van € 1.750,00 aan hoofdsom;
III. wijst af het meer of anders gevorderde;
In conventie en reconventie
IV. compenseert de kosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
V. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. E.D. Bonga - Sigmond, kantonrechter, en uitgesproken door mr. R.C. Schlingemann, ter openbare terechtzitting van 2 mei 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter