ECLI:NL:RBAMS:2012:BW5594
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gebrek aan vertrouwen en onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de Stichting Cordaan en een werkneemster, die sinds 19 oktober 2002 in dienst was. De werkneemster was sinds 5 oktober 2010 arbeidsongeschikt en had een complexe medische achtergrond, waaronder een afhankelijke en borderline persoonlijkheidsstoornis. Cordaan verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat de werkneemster haar re-integratie had belemmerd en dat er geen vertrouwen meer was in de samenwerking. De werkneemster daarentegen beschuldigde Cordaan van onvoldoende re-integratie-inspanningen en stelde dat haar terugkeer naar werk onmogelijk werd gemaakt door de werkgever.
De kantonrechter oordeelde dat, hoewel er sprake was van een opzegverbod wegens ziekte, de omstandigheden zodanig waren dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden. De rechter concludeerde dat er over en weer geen vertrouwen meer was tussen partijen, wat een duurzame voortzetting van de arbeidsrelatie onmogelijk maakte. De kantonrechter wees de verzoeken van de werkneemster om een vergoeding af, omdat de omstandigheden voornamelijk voor risico van de werkneemster kwamen. De rechter benadrukte dat Cordaan voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van de werkneemster en dat de re-integratie-inspanningen niet tekortgeschoten waren. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 juni 2012, en de proceskosten werden gecompenseerd.