1.1.[eiseres], geboren op 30 december 1970, is op basis van een arbeidsovereenkomst vanaf 21 oktober 1998 werkzaam geweest voor De Bonneterie in de functie van coupeuse, tegen een salaris van laatstelijk € 2.100,- bruto per maand. De arbeidsovereenkomst is per 1 mei 2011 geëindigd door opzegging door De Bonneterie.
1.2.De Bonneterie heeft op 21 september 2010 een aanvraag ingediend tot het verlenen van ontslagvergunning gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. De Bonneterie voert aan dat er in de jaren 2007 tot en met 2010 zeer grote verliezen zijn gemaakt dan wel zijn voorzien (van resp. € 356.000,-; € 2.945.000,-; € 9.755.000,- en € 700.000,-), dat er grote liquiditeitsproblemen zijn, dat De Bonneterie onder streng toezicht staat van de afdeling bijzondere kredieten van de huisbankier en dat er ingrijpende maatregelen dienen te worden genomen, waaronder het sluiten van het atelier waar [eiseres] met anderen werkzaam is.
1.3.In september 2010 heeft De Bonneterie aan de voor ontslag voorgedragen medewerkers, waaronder [eiseres], een concept vaststellingsovereenkomst voorgelegd, waarin onder andere is bepaald dat de werknemer zal worden vrijgesteld van werkzaamheden, onder de voorwaarde dat de opgebouwde maar nog niet genoten vakantie- en overige verlofdagen worden geacht te zijn genoten zodat daarvan bij het einde van de arbeidsovereenkomst geen uitkering in geld zal plaatsvinden.
1.4.[eiseres] heeft tegen deze aanvraag bezwaar gemaakt en heeft de vaststellingsovereenkomst niet getekend. Zij voert hiertoe aan dat de bedrijfseconomische situatie minder ernstig is dan De Bonneterie het voorspiegelt, en dat zij “in het uiterste geval” bereid is ook verkoopwerkzaamheden te verrichten. Zij is haar werkzaamheden blijven verrichten.
1.5.Het UWV heeft op 12 november 2010 de ontslagvergunning verleend en daartoe aangevoerd dat de door De Bonneterie voorgestane reorganisatie gelet op de bedrijfseconomische situatie binnen de haar toekomende beleidsvrijheid valt en het voldoende aannemelijk is dat alternatieven voor [eiseres] ontbreken. De Bonneterie heeft met gebruikmaking van deze vergunning de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 mei 2011.
1.6.[eiseres] heeft tot 4 december 2010 haar werkzaamheden voor De Bonneterie verricht. Per die datum heeft zij aan De Bonneterie laten weten akkoord te gaan met een vrijstelling van werkzaamheden.
1.7.[eiseres] heeft van 1 februari 2011 tot 1 mei 2011 een arbeidsovereenkomst voor de duur van drie maanden gehad met Vlaggendrukkerij Nico van Straaten & Zoon B.V., in de functie van coupeuse, tegen een salaris van € 2.100,-. [eiseres] heeft van het bestaan van deze arbeidsovereenkomst tegenover (de directie van) De Bonneterie eerst bij conclusie van dupliek d.d. 17 februari 2012 melding gemaakt.
1.8.[eiseres] heeft van 1 mei 2011 tot 16 augustus 2011 een arbeidsovereenkomst gehad met Servauto Nederland B.V. in de functie van Bakery Serveerster tegen een salaris van € 9,34 bruto per uur en met een omvang van 60 tot 164,67 uur per maand.
1.9.[eiseres] is sedert 16 augustus 2011 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam voor Gassan Diamonds in de functie van verkoopmedewerker tegen een salaris van € 1.660,84 bruto per maand.