ECLI:NL:RBAMS:2012:BW5485
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlof tot hoger beroep en rectificatie proceskosten in deelgeschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 27 april 2012, is een verzoek tot verlof voor hoger beroep en rectificatie van de proceskostenveroordeling in een deelgeschil aan de orde. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. C.C.J. de Koning, heeft verzocht om hoger beroep in te stellen tegen een eerdere eindbeschikking van 30 maart 2012, waarin de kantonrechter een beslissing heeft genomen over de aansprakelijkheid en de proceskosten. De verweerster, H+B Thuiszorg Haaglanden BV, vertegenwoordigd door mr. P.J.L.J. Duijsens, heeft in haar verweerschrift om afwijzing van het verzoek tot rectificatie gevraagd.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen gelet op artikel 1019z van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de omstandigheden van het geval. Hij heeft vastgesteld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat partijen nog in onderhandeling zijn en dat er geen vaststellingsovereenkomst zal worden gesloten. Hierdoor was het niet nodig om een begroting van de kosten aan de zijde van de verzoekster te geven. De kantonrechter heeft ook overwogen dat, indien in hoger beroep een andere beslissing wordt genomen, de hoger beroepsrechter de proceskostenveroordeling kan vernietigen en alsnog de kosten kan begroten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot rectificatie afgewezen. Hij heeft geoordeeld dat de eerdere beslissing in het deelgeschil, gegeven zonder voorbehoud, voldoende was om het verzoek tot hoger beroep mogelijk te maken. De kantonrechter heeft benadrukt dat de procedure ten principale nog niet was aangevangen en dat de verzoekster de behandelend rechter in die procedure op de hoogte moet stellen van deze beschikking. De beslissing is genomen in het belang van een efficiënte rechtsgang, waarbij de kosten van de verzoekster in het deelgeschil niet hoeven te worden begroot, gezien de omstandigheden van de zaak.