1.1. [eiser] is per 6 mei 1987, met een WSW-indicatie, op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij (een rechtsvoorganger van) Pantar. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO Wet Sociale Werkvoorziening. Het laatstgenoten salaris bedraagt € 2.269,- bruto per maand excl. vakantietoeslag.
1.2. [eiser] is gedurende zijn dienstverband met Pantar herhaaldelijk gedetacheerd.
1.3. De arbeidsovereenkomst tussen Pantar en [eiser] is van 1 maart 2007 tot en met 26 maart 2008 overgenomen door de met Pantar vergelijkbare maar in Roermond gevestigde werkgever Westrom. [eiser] is gedurende die periode door Westrom gedetacheerd bij Solvay. Per 27 maart 2008 is het dienstverband weer voortgezet door Pantar.
1.4. [eiser] heeft in de zomer van 2010 aan Pantar het verzoek gedaan weer te kunnen worden tewerkgesteld in de omgeving van Roermond, zulks onder andere vanwege een in zijn eigendom toebehorende maar leegstaande woning in Roermond.
1.5. Pantar heeft hierop contact opgenomen met Westrom, hetgeen er in heeft geresulteerd dat [eiser] ingaande 10 augustus 2010 vanuit Westrom weer werkzaamheden is gaan verrichten bij Solvay.
1.6. [eiser] heeft zich per 6 augustus 2010 laten uitschrijven uit de gemeente Amsterdam en zich laten inschrijven in de gemeente Roermond. [eiser] is met zijn partner per augustus 2010 in de aan [eiser] toebehorende woning in Roermond gaan wonen. [de partner van eiser] heeft haar huurwoning in Amsterdam, waar zij met [eiser] daarvóór woonde, per oktober 2010 opgezegd.
1.7. Westrom heeft op 19 november 2010 aan [eiser] te kennen gegeven dat de tewerkstelling bij Solvay eindigde.
1.8. [eiser] heeft vanaf 19 november 2010 geen werkzaamheden meer verricht.
1.9. [eiser] heeft zich op 22 december 2010 bij Pantar ziekgemeld.
1.10. De bedrijfsarts heeft [eiser] per 17 januari 2011 hersteld gemeld.
1.11. [eiser] heeft in mei 2011 bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd. Het UWV heeft op 27 juli 2011 geschreven dat [eiser] op 17 januari 2011 zijn eigen werk niet kon doen.
1.12. Het UWV heeft voorts, naar aanleiding van een nadere ziekmelding door [eiser], op 5 september 2011 geschreven: “Gezien de gegevens van cliënt zoals vermeld tijdens het spreekuurbezoek van 14 juli jongstleden, zijn er vanaf de eerste geschildatum in januari 2011 geen wijzigingen in de gezondheidstoestand opgetreden. Hij is dan ook per 1 juli 2011 onveranderd niet geschikt te beschouwen tot het verrichten van zijn werk in volle omvang.”
1.13. Pantar heeft eerst na de ontvangst van de brief van het UWV van 5 september 2011 eind september 2011 voorschotten aan [eiser] betaald met betrekking tot het salaris over de periode februari 2011 tot en met september 2011. De definitieve salarisbetaling over deze periode heeft, met inachtneming van loonbeslag, in oktober 2011 plaatsgevonden.
1.14. [eiser] is door de bedrijfsarts hersteld verklaard per 12 oktober 2011. Ook het UWV heeft bij deskundigenoordeel van 28 november 2011 [eiser] hersteld geacht per 12 oktober 2011.
1.15. Partijen hebben op 25 januari 2012 mediation betracht, hetgeen niet tot een oplossing heeft geleid. Pantar heeft de loonbetaling aan [eiser] gestaakt per 6 februari 2012.
1.16. Pantar heeft inmiddels bij het UWV een ontslagvergunning voor [eiser] verzocht.