ECLI:NL:RBAMS:2012:BW4370
Rechtbank Amsterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Onjuiste betekening van het verstekvonnis bij gebreke van een dagvaarding en betekening aan de receptioniste in het pand van Ontvanger
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 maart 2012 uitspraak gedaan in een incident tussen de besloten vennootschap Continental Automaten B.V. en de Ontvanger Belastingdienst Centrale Administratie. De procedure volgde op een verstekvonnis dat op 25 mei 2011 was gewezen, waarbij Continental Automaten als eisende partij werd erkend tegen de Ontvanger. De kern van het geschil betrof de vraag of de betekening van het verstekvonnis op 17 juni 2011 correct had plaatsgevonden. Continental Automaten stelde dat de betekening op het juiste adres was gedaan, terwijl de Ontvanger betwistte dat de betekening geldig was, omdat deze aan een receptioniste was overhandigd en niet aan een bevoegde persoon.
De rechtbank oordeelde dat de betekening op het juiste adres had plaatsgevonden en dat de Ontvanger niet tijdig in verzet was gekomen, aangezien de verzetdagvaarding pas op 8 november 2011 was betekend, ruim na de wettelijke termijn van vier weken. De rechtbank concludeerde dat de Ontvanger niet ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat zij niet had aangetoond dat de betekening onjuist was en dat zij daardoor in haar verzetmogelijkheden was geschaad. De rechtbank wees de incidentele vordering van Continental Automaten toe en veroordeelde de Ontvanger in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening en de gevolgen van het niet tijdig indienen van verzet. De rechtbank bevestigde dat de enkele omstandigheid dat de dagvaarding niet aan de Ontvanger was meegedeeld, niet voldoende was om te concluderen dat de betekening onjuist was. Dit vonnis onderstreept de noodzaak voor partijen om zorgvuldig om te gaan met proceshandelingen en de termijnen die daarvoor gelden.