ECLI:NL:RBAMS:2012:BW4203
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een verzekeringspolis met terugwerkende kracht en de vordering tot betaling van provisie door de oude intermediair
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, heeft de eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Assurantiën B.V., een vordering ingesteld tegen de naamloze vennootschap Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V. De eiseres was als assurantietussenpersoon betrokken bij de verzekeringen van Patrimonium Woonstichting te Veenendaal. De kern van het geschil betreft de beëindiging van een opstalverzekering met terugwerkende kracht op verzoek van een nieuwe intermediair, [A] Assurantiën B.V., en de daaruit voortvloeiende vordering van de eiseres tot betaling van provisie over de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2014.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres aanspraak maakt op provisie over de opstalverzekering, ondanks de beëindiging van de polis. Delta Lloyd heeft echter aangevoerd dat de beëindiging gerechtvaardigd was, omdat de opzegging van de verzekering niet tijdig was ontvangen. De rechtbank heeft de argumenten van Delta Lloyd overwogen en geconcludeerd dat de beëindiging van de opstalverzekering met terugwerkende kracht niet onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen recht had op provisie over de periode na de beëindiging van de verzekering, omdat Delta Lloyd gerechtigd was om in te stemmen met de beëindiging.
De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Delta Lloyd zijn begroot op € 2.969,00. Dit vonnis is uitgesproken op 18 april 2012 door mr. K.A. Baggerman.