1.1. [eiseres] is met ingang van 16 november 1978 bij de Gemeente Amsterdam aangesteld in de functie van wagenbestuurder. Met ingang van 1 juli 2005 is [eiseres] bevorderd in de functie van 1e Medewerker Kaartverkoop (thans Tickets & Info, ook genoemd T&I). Het bruto maandloon van [eiseres] in deze functie bedroeg laatstelijk € 2.795,-- exclusief vakantiegeld en andere toeslagen. Tot deze toeslagen behoort een ploegentoeslag.
1.2. [eiseres] werkte sedert 1978 in ploegendienst en genoot sedert 1978 een ploegentoeslag.
1.3. Per 1 januari 2007 is GVB verzelfstandigd en is een arbeidsovereenkomst gesloten tussen GVB Exploitatie en [eiseres].
1.4. [eiseres] is van 1 juni 2009 tot 14 juli 2009 op verzoek van GVB werkzaam geweest binnen het Front Office Telefoonteam.
1.5. Vanaf 25 januari 2010 tot heden is [eiseres] werkzaam als Schrijver op de afdeling Klantenservice.
1.6. GVB heeft aan [eiseres] nimmer schriftelijke beoordelingen of beoordelingsverslagen verstrekt en haar nimmer enige schriftelijke waarschuwing gegeven. De achtergrond van de overplaatsing naar het Front Office Telefoonteam in juni/juli 2009 is in die periode niet schriftelijk aan [eiseres] bevestigd.
1.7. Bij brief van 25 januari 2010 heeft mevrouw [naam huidige manager] [eiseres] het volgende bericht:
“Bij deze ontvang je een korte samenvatting en een weergave van de gemaakte afspraken naar aanleiding van ons gesprek van woensdag 20 en maandag 25 januari jl.
(…)
Functioneren
De directe aanleiding om jouw functioneren te bespreken waren de mails die ik tijdens mijn vakantie ontving over de case [naam ondergeschikte]. Deze case neem ik hoog op en dit in combinatie met een aantal andere items over het onderwerp functioneren hebben geleid tot het gesprek.
Ik heb twee zaken benoemd: houding & gedrag en inzet & uitvoering. Ons gesprek heeft zich met name toegespitst op het eerste onderwerp: jouw houding en gedrag. Ik heb geconcludeerd en geconstateerd dat jouw houding en gedrag binnen de functie van 1ste medewerker T&I niet past binnen datgene wat wij als bedrijf verwachten van een medewerker, in dit geval jou. Wij verwachten dat de toon waarop én hoe je zaken zegt, past bij de situatie en dat het op een juiste en fatsoenlijke manier gebeurt. In jouw geval schiet je daarbij ernstig te kort en dit is niet wenselijk binnen de functie.
Wat is er voorgevallen
Een aantal belangrijke zaken die in jouw houding en gedrag niet wenselijk zijn en jouw functioneren negatief beïnvloeden zijn:
Wij hebben een aantal klachten ontvangen van diverse directe collega’s. Ook heeft de teamleider T&I [naam T&I teamleider] geconstateerd dat jouw aanwezigheid binnen de groep leidt tot sfeerbepaling, in deze zin een negatieve beïnvloeding van de (werk)sfeer. Jouw verweer hierop was dat de medewerkers moeite zouden hebben met de manier waarop je dingen verteld, omdat je te direct bent. Zowel [naam P&O adviseur] als ik hebben meerdere malen aangegeven dat het niet gaat om de inhoud van de boodschap, maar de manier van communiceren en daar wringt dan ook gelijk de schoen.
Het specifieke geval van jouw collega [naam ondergeschikte] betrof de situatie waarbij [naam ondergeschikte] zich op 3 januari afmeldde met de mededeling over zijn tante die met spoed in het ziekenhuis was opgenomen. Jij hebt hem op dat moment gedwongen een keus te maken tussen zijn familie en zijn werk. Een opgelegde keus die ik niet kan accepteren, te meer niet omdat zijn tante wellicht een andere rol voor hem speelde dan het woord doet vermoeden. GVB kan en wil op deze manier haar medewerkers niet dwingen een dergelijke keus te maken. Nog opvallender hierbij is dat een andere collega zich ook afmeldde voor die werkdag met een vergelijkbare situatie, maar hier geen enkel issue van werd gemaakt door jou. Merkwaardig is de vermelding van beide gevallen in het logboek van T&I CS, waarbij de aantekeningen over het wegblijven van [naam ondergeschikte] een opvallend karakter hebben. Voor de complete beeldvorming heb ik het logboek alsook de mail bijgevoegd. Dit is meten met twee maten en dus ook niet wenselijk binnen je functie van 1ste medewerker. Jouw argumentatie om zo te reageren naar [naam ondergeschikte] toe was dat er issues met hem lopen en dit de druppel was. Hierop heb ik geantwoord, dat dit geen motivatie is om zo naar hem te reageren.
Regelmatig is het voorgekomen dat jij buitensporig gedrag vertoonde, zowel naar de teamleider T&I als naar de diverse medewerkers T&I. Dit uitte zich met name in blazen en stemverheffing; tieren. Een gedraging die op geen enkele manier past binnen het goed functioneren van een medewerker, zeker niet binnen je functie als 1ste medewerker. Zowel de teamleider T&I als de voormalig manager VIK heeft je hier meerdere malen mondeling op aangesproken. Je gaf tijdens ons gesprek aan dat dit buitensporige gedrag wordt veroorzaakt door een opeenstapeling van items die jou irriteren, waardoor de berg te hoog wordt of de emmer overloopt. De omstandigheden die jouw irritaties aanwakkeren zijn: de drukte in de werkzaamheden, de manier waarop de teamleider T&I alsook de 1e medewerker van de buitenposten is aangesteld en de positie van T&I binnen de organisatie.
Naast houding en gedrag is inzet/uitvoering ook een van de zaken binnen functioneren. Er is expliciet aangegeven dat de functie van 1ste medewerker coördinerende taken heeft, maar dat als de situatie er om vraagt, je moet bijspringen achter het loket. Dit is iets wat jij niet of nauwelijks hebt gedaan, ondanks dat de werksituatie daarom vroeg. Ik zie dat als een gemis in jouw functioneren.
Voorts valt te concluderen dat je voorafgaand aan de zomer van 2009 tijdelijk op de Arlandaweg bent geplaatst bij de Front Office. De aanleiding voor deze overplaatsing was slecht functioneren, ook hier was houding en gedrag het onderwerp. In de 7 weken van deze overplaatsing was de sfeer op T&I CS weer verbeterd. En je werkzaamheden binnen de Front Office heb je naar behoren uitgevoerd. Deze combinatie heeft ons doen besluiten je toen nog een kans te geven als 1ste medewerker T&I. Je bent toen dus weer terug gegaan naar je oude functie. Dit is een tijd lang goed gedaan, maar vervolgens verviel je weer volledig in je oude gedrag.
Besluit
In ons eerste gesprek heb ik duidelijk aangegeven wat ik vind van dergelijke gedragingen en dat ik mij zou buigen over een besluit of jij past op de functie. Op maandag 25 januari heb ik mijn besluit aan jou meegedeeld in bijzijn van P&O adviseur [naam P&O adviseur]: niet terug in eigen functie. Terugkeer is niet wenselijk of acceptabel, bovendien hebben we een dergelijk traject al eens doorlopen. Dit besluit is niet tijdelijk, maar heeft een definitief karakter.
Vervolgens zijn wij aansluitend naar Bureau Tijdelijk Werk gegaan om het proces en de mogelijkheden te bespreken. Hieruit is naar voren gekomen dat zij op korte termijn voorzien in tijdelijke werkzaamheden. Deze werkzaamheden vallen binnen de afdeling VIK, namelijk als Schrijver binnen de afdeling Klantenservice. Op deze manier kan je jouw kennis en voorkeur voor Communicatie goed toepassen. In de tussentijd word je aangemeld bij de afdeling Transitie die met jou op zoek gaan naar een passende andere functie. Daarbij is essentieel dat je gedrag verandert. Buitensporigheid wordt binnen geen enkele functie getolereerd. In het traject dat je zal doorlopen bij Transitie zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan dit aspect van je functioneren.
Vanaf 26 januari val je hiërarchisch gezien onder teamleider Klantenservice [naam teamleider klantenservice], zij zal praktische afspraken met je maken over werktijden, inwerken, etc. Jouw transitie activiteiten zullen door mij begeleid worden. In de maand februari zullen wij weer een gesprek hebben om de voortgang te bespreken, je ontvangt hierover t.z.t. een uitnodiging via Outlook.
Ik hoop oprecht dat deze vervelende situatie zowel voor jou, mij en dus het bedrijf positief kunnen wenden. Ik hoop met een gezamenlijke inspanning een andere passende functie voor je te vinden waar je het naar je zin zult hebben en je waar mogelijk ook te helpen bij het veranderen van dit gedrag. Waarbij ik mij terdege besef dat dergelijke woorden op dit moment niet in verhouding staan tot het gevoel wat je nu hebt. Maar ik ben optimistisch gestemd in een goede afloop van deze situatie ondanks het feit dat je niet teruggaat in je functie van 1ste medewerker T&I.”
1.8. Tegen voornoemde brief heeft [eiseres] bij brief van dezelfde datum en in aanvulling daarop bij brief van 28 januari 2010 uitvoerig bezwaar gemaakt.
1.9. GVB heeft hierop bij brief van 29 januari 2010 gereageerd en benadrukt dat het om een definitief besluit gaat.
1.10. Bij brief van 22 juli 2010 heeft GVB [eiseres] bericht dat op 1 juli 2010 de termijn verstreek waarbinnen zij een keuze kon maken over het vervolg van haar loopbaan. Aangezien zij geen keuze heeft gemaakt blijft de huidige situatie gehandhaafd zoals aangekondigd in de brief van 16 juni 2010. Dat betekent het volgende: met ingang van 1 juli 2010 is [eiseres] aangesteld als Schrijver op de afdeling Klantenservice. Het salaris wijzigt niet en bedraagt € 2.767,-- bruto per maand, schaal 7, periodiek 11, voor een 36-urige werkweek. De roostertoeslag is in de functie van Schrijver niet van toepassing en wordt, omgezet in een aflopende toeslag. De afbouw beloopt een periode van 36 maanden en verloopt als volgt: - Periode 1 € 268,18 van 1-7-2010 tot 1-4-2011, - Periode 2 € 191,56 van 1-4-2011 tot 1-1-2012, - Periode 3 € 114,93 van 1-1-2012 tot 1-10-2012, - Periode 4 € 38,31 van 1-10-2012 tot 1-7-2013. De overige toelages wijzigen niet.
1.11. Bij brief van 3 september 2010 heeft GVB de gemachtigde van [eiseres] bericht dat het verzoek van de gemachtigde van [eiseres] om het besluit om [eiseres] formeel te plaatsen in de functie van Schrijver met in begrip van een afbouwregeling van haar roostertoeslag te heroverwegen, is voorgelegd aan de adviescommissie. Deze heeft het verzoek niet ontvankelijk geacht. Dit advies is overgenomen door GVB.