ECLI:NL:RBAMS:2012:BV8711
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsverlening zelfstandige op basis van netto gezinsinkomen en privégebruik lesauto
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een autorijschool, en het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser ontving in 2010 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). De gemeente vorderde de verstrekte bijstand terug, omdat het netto gezinsinkomen van de eiser volgens hen hoger was dan de vastgestelde jaarnorm van € 10.934,28. De eiser betwistte dit en voerde aan dat zijn netto gezinsinkomen lager was en dat de bijtelling voor het privégebruik van zijn lesauto ten onrechte was meegerekend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in 2010 een totaalbedrag van € 7.895,63 aan bijstand heeft ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de eiser geen administratie bijhield van het privégebruik van de lesauto, wat leidde tot een fiscale bijtelling van € 4.180,-. Dit bedrag werd door de rechtbank aangemerkt als inkomen, omdat de lesauto als vermogensbestanddeel werd beschouwd. De rechtbank concludeerde dat het netto jaarinkomen van de eiser, inclusief de bijtelling, € 12.668,74 bedroeg, wat boven de jaarnorm lag.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en bevestigde de terugvordering van de bijstand door de gemeente. De uitspraak benadrukt het belang van het bijhouden van een goede administratie door zelfstandigen en de gevolgen van privégebruik van bedrijfsmiddelen voor de bijstandsverlening. De eiser had geen alternatieve berekening overgelegd die tot een andere uitkomst leidde, waardoor de rechtbank de beslissing van de gemeente steunde. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.