ECLI:NL:RBAMS:2012:BV8587
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.L. Hillenius
- T.H. van Voorst Vader
- P. Rodenburg
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid na onvoldoende bewijs
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 13 maart 2012, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De zaak betreft drie feiten waarbij twee aangeefsters verklaringen hebben afgelegd die tegenover de ontkennende verklaring van de verdachte staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangeefsters onvoldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen, wat noodzakelijk is voor een wettige en overtuigende bewijsvoering. De ritstaten van de verdachte, die zijn aanwezigheid in de taxi op bepaalde tijdstippen bevestigen, bieden geen voldoende ondersteuning voor de betwiste onderdelen van de tenlastelegging. De rechtbank concludeert dat de enkele omstandigheid dat de verdachte met de aangeefsters in de taxi heeft gezeten, niet voldoende is om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank heeft de dagvaarding geldig verklaard en de bevoegdheid tot kennisneming van de feiten bevestigd. De officier van justitie is ontvankelijk verklaard en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Uiteindelijk heeft de rechtbank beslist dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is, waardoor de verdachte van alle beschuldigingen is vrijgesproken. Tevens is het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaard, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd.