vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 496932 / HA ZA 11-2317
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in de hoofdzaak en de incidenten,
advocaat mr. D.I.N. Levinson-Arps,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ELITE MODEL MANAGEMENT AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in de incidenten,
advocaat mr. W.D. Kootstra,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MODELMASTERS THE AGENCY B.V.,
gevestigd te Naarden,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres], Elite en MTA worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van de kantonrechter van 18 juli 2011, waarbij de zaak in de stand waarin deze zich bevond is verwezen naar de civiele sector van deze rechtbank,
- de aan MTA betekende oproeping te verschijnen voor de rechtbank Amsterdam, sector civiel,
- de akte uitlaten voortprocederen aan de zijde van Elite,
- de akte uitlaten voortprocederen tevens akte nadere overlegging producties, aan de zijde van [eiseres], met producties,
- de akte aan de zijde van Elite,
- de beslissing van de rolrechter, waarbij een comparitie van partijen is gelast, van 23 november 2011,
- de akte houdende vermeerdering van (de grondslag van) de eis, waaronder een voorwaardelijke incidentele vordering ex art. 843a Rv tevens akte houden overlegging nadere producties (overzicht), met producties,
- het proces-verbaal van comparitie van 19 januari 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is winnares van het door RTL 5 uitgezonden televisieprogramma “Holland’s Next Top Model” (hierna: HNTM), seizoen 4, waarmee zij (onder meer) als prijs een modellencontract met MTA won ter waarde van € 75.000,00. Tijdens de op 2 juni 2008 live op televisie uitgezonden finale van HNTM werd [eiseres] als winnares ‘gekroond’ en kreeg zij een grote kartonnen/plastic “cheque” ter waarde van € 75.000,00 uitgereikt.
2.2. Deze door [eiseres] gewonnen prijs is vastgelegd in een overeenkomst van 25 juli 2008, gesloten tussen MTA en [eiseres] (hierna de overeenkomst). De overeenkomst luidt, voor zover hier van belang:
Partijen
(…)
in aanmerking nemend:
Dat The Agency [MTA, rechtbank] de winnares van Holland’s Next Top Model deel vier een 3-jarig contract biedt t.w.v. € 75.000. Dit inkomen wordt door The Agency gegarandeerd aan het Model [[eiseres], rechtbank] en zal bestaan uit inkomsten via opdachten die het Model verkrijgt via The Agency (…)
verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Bemiddeling The Agency tussen Opdrachtgever en Model
1.1 Gedurende de looptijd van deze overeenkomst zal The Agency zich naar
beste kunnen inspannen om opdrachten voor het Model te verwerven. (…)
1.2 De bemiddeling van The Agency bij het verwerven van de opdrachten geschiedt op basis van exclusiviteit; gedurende de looptijd van deze overeenkomst zal het Model geen opdrachten (…) aannemen zonder tussenkomst van The Agency (…).
(…)
1.5 Bij aanvang van de overeenkomst worden de maten van het Model opgemeten en genoteerd door The Agency. Het Model dient gedurende de looptijd van de overeenkomst de genoteerde maten te handhaven. (…) Wanneer de maten en/of genoteerde gewicht van het Model op enig moment afwijken van de genoteerde gegevens, zal door The Agency een redelijk termijn worden gesteld waarin het Model de genoteerde maten en/of genoteerde gewicht weer dient te hebben bereikt. Slaagt het model daar niet tijdig in, dan is The Agency ontslagen uit haar verplichtingen uit deze overeenkomst.
(…)
Artikel 4 Honorarium, commissie, kosten en verzekeringen
4.1 The Agency zal voor en ten behoeve van het Model aan Opdrachtgever het bedongen honorarium in rekening brengen. Het honorarium bestaat uit het tarief voor het model plus agentenprovisie. The Agency zal voor het Model het honorarium incasseren en dit honorarium, onder aftrek van de aan The Agency toekomende Agency Fee van 20% over het honorarium (…), op een door het Model aan te geven rekeningnummer overmaken.
(…)
4.4 Door The Agency worden ten behoeve van het Model regelmatig kosten gemaakt (…). Op de afrekenstaat die het Model maandelijks ontvangt, worden de kosten gespecificeerd. (…)
4.5 Voor zover mogelijk worden de in het vorige lid genoemde kosten direct verrekend met de op de naam van het Model staande tegoeden van werkbedragen. (…)
2.3. Begin 2010 had het moederbedrijf van Elite, Elite World, de intentie om MTA over te nemen, welke intentie in een tussen MTA en Elite World opgesteld ‘Memo of Understanding’ is vastgelegd. Elite ging vanaf die periode, met medeweten en toestemming van MTA, modellen van MTA, onder wie [eiseres], vertegenwoordigen.
2.4. Op 10 februari 2010 verscheen op de hyves pagina van het topmodel [topmodel], die in 2007 samen met [bestuurder] MTA had opgericht, een bericht, waarin stond dat Elite en MTA per 15 februari 2010 gingen fuseren en verder zouden gaan onder de naam Elite Amsterdam. In het bericht stond verder het volgende citaat, toegeschreven aan [President], de ‘President van Elite Europe’:
“We are very pleased to welcome [topmodel] and [bestuurder] as partners in the Elite Amsterdam agency. Their experience in the modeling business will be a major asset tot the future development of this agency and of course, our network.”
2.5. [eiseres], die voor Elite was gaan werken, ontving vervolgens overzichten van kosten en inkomen, zogenaamde “statements”, van Elite. Op drie van deze deze statements stond achter 'Creditfactuur inkoop’ vermeld:
Uw referentie Onze ref. Omschrijving Datum (…) Bedrag
(…)
MTA 351012 [eiseres] 1-5-2010 - 1.670,50
overname MTA debt
statement
2.6. Op 23 maart 2010 vond een bespreking plaats bij Elite tussen [eiseres], [bestuurder] en [contactpersoon], met wie [eiseres] voorheen bij MTA samenwerkte. Naar aanleiding van deze bespreking mailde [contactpersoon] (vanaf het e-mailadres [contactpersoon]@Elitemodel.nl) diezelfde dag aan [eiseres]:
(…) ben erg blij dat we een plan hebben gemaakt.
Even alles op een rijtje:
* We hebben afgesproken dat je iedere 2 weken bij ons langs komt om te evalueren, hoe het gaat met de voeding (…) en het sporten en het afvallen. We gaan je dan ook steeds opmeten.
Vandaag 23 mrt ’10, hebben we opgemeten , dat je heup omvang 98cm is. Dit ter herinnering!
* Het doel is dat je eind juni ’10 , minimaal 90cm heup omvang hebt.
(…)
* Als we tot de conclusie komen, dat het allemaal niet werkt en er is geen verandering, dan moeten we helaas afscheid nemen van elkaar en…even goede vrienden! ;-)
Zou je een akkord kunnen geven op deze mail?
Thanks [eiseres]!
XXX [contactpersoon]/ Elite Amsterdam
2.7. [eiseres] mailde op 30 maart 2010 terug aan [contactpersoon]:
Dankjewel voor je mail. Ik vind het fijn dat we elkaar gesproken hebben en weer een stap in de goede richting hebben gezet. (…)
Toen we begonnen had ik een heupomvang van 92 cm en deze ga ik weer behalen.(…) Eerlijk gezegd maak ik me wel een beetje ‘zorgen’ over het krijgen van genoeg opdrachten. Ik zou het dan ook fijn vinden om hierover meer duidelijkheid te hebben en jullie plan van aanpak te zien. (…)
Mocht er onverhoopt aan het einde van de rit blijken dat er niet genoeg opdrachten binnenkomen dan laat dat de contractuele verplichtingen onverlet.
(…)
2.8. Op 23 september 2010 liet [booker], die eerst voor MTA en later voor Elite als booker van [eiseres] was opgetreden, namens Elite aan [eiseres] weten dat Elite de relatie met [eiseres] per direct beëindigde.
2.9. Bij brief van 23 november 2010 sommeerde (de advocaat van) [eiseres] MTA en Elite tot nakoming van de overeenkomst, bij gebreke waarvan [eiseres] de overeenkomst zou ontbinden en aanspraak zou maken op schadevergoeding.
2.10. MTA en Elite hebben aan deze sommatie geen gehoor gegeven.
in de hoofdzaak
3.1. [eiseres] vordert (naar de rechtbank begrijpt) - zakelijk weergegeven - na wijziging van eis:
een verklaring voor recht dat de opzegging van de overeenkomst door Elite en/of MTA onregelmatig is gegeven en/of kennelijk onredelijk is en/of een toerekenbare tekortkoming oplevert die de buitengerechtelijke ontbinding door [eiseres] van de overeenkomst rechtvaardigt,
een verklaring voor recht dat Elite en/of MTA toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, althans onrechtmatig jegens [eiseres] hebben gehandeld, en deswege aansprakelijk zijn,
een hoofdelijke veroordeling van Elite en MTA tot betaling van een bedrag van
€ 70.954,00, althans een bedrag van € 64.954,00, aan schadevergoeding;
te vermeerderen met een bedrag van € 3.000,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
een en ander te vermeerderen met rente en de proceskosten.
3.2. [eiseres] legt - samengevat - aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. De overeenkomst is te kwalificeren als een overeenkomst van opdracht, maar bevat ook alle elementen van een arbeidsovereenkomst. MTA is op enig moment begin 2010 overgenomen door Elite. Dit is in elk geval aan [eiseres] zo meegedeeld, waarna zij uitsluitend nog voor Elite heeft gewerkt. Voor zover van een overname, althans een contractsovername, door Elite geen sprake zou zijn, geldt dat [eiseres] er in de gegeven omstandigheden op heeft mogen vertrouwen dat de overeenkomst door Elite was overgenomen.
Elite, met in haar kielzog MTA, heeft de overeenkomst zonder gegronde reden beëindigd. Artikel 1.5 van de overeenkomst bood daarvoor geen ruimte, omdat de maten van [eiseres] bij aanvang van de overeenkomst niet zijn vastgelegd. Elite mocht dan ook niet van [eiseres] verlangen dat zij haar heupomvang terugbracht naar 90 centimeter.
MTA en Elite zijn hoofdelijk aansprakelijk te achten voor de als gevolg van de beëindiging van de overeenkomst door [eiseres] geleden schade. Deze schade wordt, rekening houdend met een door [eiseres] verdiend bedrag van € 10.046,00 en wanneer wordt uitgegaan van het bestaan van een arbeidsovereenkomst, begroot op € 70.954,00. Indien niet van een arbeidsovereenkomst, maar van een overeenkomst van opdracht moet worden uitgegaan, bedraagt de door haar geleden schade € 64.954,00.
3.3. [eiseres] vordert op grond van artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bij wijze van voorlopige voorziening een voorschot van € 65.000,00 op de schadevergoeding.
3.4. Voorwaardelijk – voor zover Elite de onder 2.3 bedoelde “Memo of Understanding” tussen Elite World en MTA niet in het geding brengt – vordert [eiseres] om Elite en/of MTA te bevelen een kopie hiervan in het geding te brengen, op grond van artikel 843a Rv.
in de hoofdzaak en de incidenten
3.5. Elite voert verweer.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de hoofdzaak
wijziging van eis
4.1. Niet gesteld of gebleken is dat [eiseres] de wijziging van eis bij exploot aan MTA, die niet in het geding is verschenen, kenbaar heeft gemaakt. Gelet op het bepaalde in artikel 130 lid 3 Rv is de wijziging van eis daarom tegen MTA uitgesloten. Jegens MTA zal op basis van de bij dagvaarding ingestelde eis (die, op het aan Elite verweten onrechtmatig handelen en de hierna te noemen voorwaardelijk ingestelde incidentele vordering na, gelijkluidend is aan de gewijzigde eis) worden beslist.
4.2. Gelet op het bepaalde in artikel 140 Rv zal het vonnis in deze procedure ook ten aanzien van de niet verschenen gedaagde MTA, tegen wie verstek is verleend, als een vonnis op tegenspraak worden beschouwd. De vordering jegens MTA ligt, tenzij deze onrechtmatig of ongegrond voorkomt, in beginsel voor toewijzing gereed. Of en in hoeverre de vorderingen jegens MTA toewijsbaar zijn is echter mede afhankelijk van de beoordeling van de door Elite gevoerde verweren. Deze kunnen immers in het voordeel van MTA werken omdat sprake kan zijn van een rechtsbetrekking tussen partijen die verplicht tot een voor alle partijen gelijkluidende beslissing.
4.3. [eiseres] heeft haar vorderingen jegens Elite en MTA allereerst gegrond op de stelling dat de overeenkomst een arbeidsovereenkomst is (geworden). Daarom heeft zij Elite en MTA gedagvaard om voor de kantonrechter – die bevoegd is inzake arbeidsgeschillen – te verschijnen. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 18 juli 2011 geoordeeld dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. [eiseres] heeft nadien haar vorderingen voor zover gegrond op het bestaan van een arbeidsovereenkomst gehandhaafd, maar geen (nadere) argumenten aangevoerd op grond waarvan de rechtbank op dit punt tot een ander oordeel dan de kantonrechter zou moeten komen. De rechtbank neemt die beslissing van de kantonrechter dan ook over.
4.4. Het door Elite gevoerde, geslaagde, verweer dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst werkt ook ten behoeve van MTA: het gaat immers om dezelfde overeenkomst met [eiseres]. Voor zover de vorderingen van [eiseres] op Elite en MTA gebaseerd zijn op een arbeidsovereenkomst zullen die vorderingen worden afgewezen.
4.5. Vaststaat dat de overeenkomst, waarop [eiseres] haar vorderingen baseert, door [eiseres] met MTA is gesloten. Ter beoordeling staat of [eiseres] zich (ook) jegens Elite op de in de overeenkomst vastgelegde afspraken kan beroepen. Als komt vast te staan dat (ook) Elite aan de overeenkomst is gebonden, staat vervolgens ter beoordeling of Elite gerechtigd was de overeenkomst op 23 september 2010 te beëindigen.
4.6. [eiseres] stelt allereerst dat Elite de activa en passiva van MTA - vermoedelijk om en nabij 1 februari 2010 - heeft overgenomen en dat Elite om die reden partij is geworden bij de overeenkomst.
Dit standpunt kan niet als juist worden aanvaard. Elite betwist gemotiveerd dat van een overname sprake is geweest. In dit verband wijst zij er op dat er wel plannen zijn geweest voor een overname van MTA door Elite World (het moederbedrijf van Elite), maar dat deze overname niet is doorgegaan. [eiseres] heeft daartegenover onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat die overname is doorgegaan, laat staan dat van een overname van MTA door Elite zelf sprake is geweest.
Dat van contractsovername door Elite (als bedoeld in artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek (BW)) sprake is geweest is evenmin komen vast te staan. Niet gesteld of gebleken is dat aan de daarvoor geldende vereisten is voldaan.
Voorgaande neemt echter niet weg dat [eiseres], op grond van de hierna onder 4.7 te bespreken verklaringen dan wel gedragingen zijdens Elite, er in redelijkheid op heeft mogen vertrouwen dat de overeenkomst - op welke wijze dan ook - door Elite was overgenomen en dat zij op basis van dat vertrouwen voor Elite is gaan werken.
4.7. [eiseres] heeft ter comparitie - onweersproken - gesteld dat haar in januari of februari 2010 door [contactpersoon] is meegedeeld dat MTA Elite werd, welke mededeling zij in die tijd in de media bevestigd zag. Volgens haar ging vervolgens iedereen van MTA, dus ook de modellen, voor Elite werken. Van [contactpersoon] heeft [eiseres] - desgevraagd - te horen gekregen dat ook haar overeenkomst met MTA zou worden overgenomen door Elite.
Anders dan Elite meent kunnen de verklaringen van [contactpersoon] aan Elite worden toegerekend. Of [contactpersoon] al dan niet op enig moment in dienst is getreden bij Elite is daarbij niet van belang. Vaststaat dat [contactpersoon] in elk geval gedurende enige tijd kantoor heeft gehouden bij Elite en dat zij ook vanuit Elite met [eiseres] heeft gemaild. Onder die omstandigheden heeft [eiseres] erop mogen vertrouwen dat [contactpersoon] ook namens Elite sprak. Vaststaat verder dat [booker], die als booker van [eiseres] bij MTA werkzaam was, ook met [eiseres] mee overging naar Elite en uiteindelijk ook de relatie met [eiseres] heeft beëindigd. [bestuurder], bestuurder van MTA, verrichtte vanaf begin 2010 eveneens vanuit Elite werkzaamheden en onderhield vanuit Elite contact met [eiseres] (zie de onder 2.6 aangehaalde bijeenkomst). Van belang is verder dat de overeenkomst tussen MTA en [eiseres] een exclusieve overeenkomst was: [eiseres] mocht niet zonder toestemming van MTA voor andere partijen werken. [eiseres], die na haar overgang naar Elite niet meer voor MTA gewerkt heeft, mocht er dan ook vanuit gaan dat MTA en Elite het over de overname van de overeenkomst eens waren. Na haar overgang naar Elite heeft [eiseres] - overeenkomstig het in artikel 4.4 van de overeenkomst bepaalde - uitsluitend van Elite de overzichten (statements) van haar inkomsten en uitgaven ontvangen. Op drie van die statements stond het - negatieve - saldo dat zij had bij MTA geboekt als “overname MTA debt”. Bij dit alles komt dat Elite bekend was met het feit dat [eiseres] winnares van HNTM was en uit dien hoofde een contract met MTA had gewonnen. Voor zover Elite slechts op haar eigen voorwaarden met [eiseres] had willen contracteren, had het op haar weg gelegen dit aan [eiseres] kenbaar te maken. Dit heeft zij echter nagelaten; ter comparitie heeft de raadsvrouwe van Elite in dit verband verklaard dat het niet aan [eiseres] is te wijten dat zij niet wist hoe het precies zat en dat zij begreep dat daarover verwarring bij [eiseres] is ontstaan.
4.8. Voorgaande betekent dat [eiseres] zich met succes op het bepaalde in artikel 3:36 BW kan beroepen. Dat betekent dat Elite zich er tegenover [eiseres] niet op kan beroepen dat Elite de rechten en plichten uit de overeenkomst - inclusief de garantie ten aanzien van de door [eiseres] te verwerven inkomsten - niet heeft overgenomen. Elite is daarom gebonden aan de overeenkomst.
beëindiging van de overeenkomst
4.9. Elite stelt onder verwijzing naar artikel 1.5 van de overeenkomst dat zij, althans MTA, de overeenkomst mocht beëindigen omdat - kort gezegd - de heupomvang van [eiseres] teveel was toegenomen. In dat verband wordt het volgende overwogen.
Volgens artikel 1.5 van de overeenkomst zouden de maten van [eiseres] bij het sluiten van de overeenkomst worden opgemeten en genoteerd. Vaststaat dat dat niet is gebeurd, zodat [eiseres] naar de letter genomen niet aan de in deze bepaling verwoorde regeling kan worden gehouden. [eiseres] heeft verder - onweersproken - gesteld dat zij op het moment dat zij de overeenkomst met MTA tekende, een heupomvang van 92 centimeter had, zoals zij ook in haar mail van 30 maart 2010 aan Elite heeft gemeld (zie onder 2.7). Ook als deze maat als de bij het sluiten van de overeenkomst opgemeten en genoteerde maat moet worden beschouwd, blijft overeind dat Elite niet van [eiseres] mocht verlangen dat zij een heupomvang van 90 centimeter, te weten minder dan de genoteerde beginmaat, zou behalen. Elite wijst erop dat [eiseres] in maart 2010 een heupomvang van 98 centimeter had, hetgeen voor Elite aanleiding was om aan [eiseres] een termijn te stellen om haar heupomvang te verminderen (zie onder 2.6). [eiseres] stelt daartegenover dat zij, nadat zij op 23 maart 2010 op haar heupomvang was aangesproken, aan de op grond van de overeenkomst aan haar te stellen eisen heeft voldaan: zij stelt - onweersproken - dat zij toen Elite de overeenkomst beëindigde een heupomvang van 92 centimeter had. Zodoende is niet komen vast te staan dat de heupomvang van [eiseres] - na het verstrijken van de aan haar gestelde termijn - nog steeds groter was dan de 92 centimeter die Elite van [eiseres] mocht eisen. Elite heeft de overeenkomst dan ook niet met een beroep op artikel 1.5 van de overeenkomst mogen beëindigen.
4.10. Waar vaststaat dat Elite en/of MTA ook na sommatie daartoe hebben geweigerd verder uitvoering te geven aan de overeenkomst, heeft [eiseres] de overeenkomst buitengerechtelijk mogen ontbinden. De daarop betrekking hebbende gevorderde verklaring voor recht ligt dan ook voor toewijzing gereed. Voor zover de vordering jegens Elite is gebaseerd op onrechtmatig handelen, zal deze als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. [eiseres] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld die tot het oordeel moeten leiden dat naast een toerekenbare tekortkoming van Elite en/of MTA ook sprake is geweest van onrechtmatig handelen van Elite.
Elite kan op grond van het voorgaande, naast MTA, hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden voor de als gevolg van de ontbinding door [eiseres] geleden schade.
4.11. Elite voert nog aan dat [eiseres] een te hoog bedrag vordert: van het in de overeenkomst gegarandeerde inkomen van € 75.000,00 moeten volgens haar ook de voor haar gemaakte kosten worden afgetrokken. [eiseres] neemt, aldus Elite, bij de berekening van de door haar geleden schade ten onrechte tot uitgangspunt dat zij recht heeft op het volledige bedrag van € 75.000,00.
Dit betoog wordt verworpen. In de overeenkomst staat weliswaar dat door MTA gemaakte kosten in rekening worden gebracht bij [eiseres], maar niet dat die kosten afgetrokken moeten worden van het aan [eiseres] gegarandeerde inkomen van € 75.000,00. Dat [eiseres] de overeenkomst redelijkerwijs zo heeft moeten begrijpen, is verder niet gesteld of gebleken. Aangenomen wordt dan ook dat in de overeenkomst een inkomen uit opdrachten van € 75.000,00 gegarandeerd is, waarbij de voor [eiseres] gemaakte kosten geen rol spelen. Nu onweersproken vaststaat dat [eiseres] een bedrag van € 10.046,00 heeft verdiend, bedraagt de door haar als gevolg van de ontbinding geleden schade
€ 64.954,00.
4.12. Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen zelfstandig verweer gevoerd, zodat die - bij gebrek aan aanwijzingen voor een andere ingangsdatum - zal worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso-)kosten zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II - worden afgewezen. [eiseres] heeft niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan [eiseres] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.13. Nu in de hoofdzaak als hiervoor vermeld al bij eindvonnis wordt beslist, heeft [eiseres] geen belang bij een veroordeling van Elite en/of MTA tot betaling van een voorschot. Die vordering zal dan ook worden afgewezen, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het incident, aan de zijde van MTA en Elite begroot op nihil. Ook bij de voorwaardelijk ingestelde vordering tot inzage in de “Memo of Understanding” heeft [eiseres] geen belang, zodat de rechtbank verstaat dat deze niet is ingesteld.
4.14. Elite en MTA zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. Aangezien Elite in het gelijk is gesteld met betrekking tot de door haar gevorderde verwijzing naar de sector civiel van de rechtbank en MTA niet is verschenen, zullen Elite en MTA niet worden veroordeeld in de door [eiseres] gemaakte proceskosten, voor zover die zien op de behandeling bij de kantonrechter, het betekenen van het vonnis van de kantonrechter en de akte uitlaten voortprocederen. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden derhalve begroot op:
- dagvaardingen € 195,62
- griffierecht 588,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 2.571,62
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals in het dictum vermeld.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat de opzegging door Elite en/of MTA van de overeenkomst een toerekenbare tekortkoming oplevert die de buitengerechtelijke ontbinding door [eiseres] rechtvaardigt;
5.2. veroordeelt Elite en MTA hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 64.954,00 (vierenzestig duizendnegenhonderdvierenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 64.954,00 met ingang van 16 maart 2011 tot de dag van volledige betaling;
5.3. veroordeelt Elite en MTA hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.571,62 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 en 5.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af,
in het incident ex artikel 223 Rv
5.6. wijst de vordering af;
5.7. veroordeelt [eiseres] in de kosten van het incident, aan de zijde van Elite begroot op nihil en aan de zijde van MTA begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2012.