ECLI:NL:RBAMS:2012:BV6450
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot meerdere vonnissen in Polen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering, ingediend door de officier van justitie, betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is veroordeeld tot verschillende vrijheidsstraffen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering behandeld op een openbare zitting, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB is uitgevaardigd door de Regional Court Judge in Bielsko-Biala, Polen, en dat het vijf vonnissen betreft, die zijn gewezen door de District Court te Zywiec. De opgeëiste persoon is bij verstek veroordeeld, wat aanleiding gaf tot discussie over de vraag of de overlevering kan worden geweigerd op basis van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW). De verdediging voerde aan dat de opgeëiste persoon niet persoonlijk was gedagvaard, terwijl de officier van justitie stelde dat de betekening aan een lid van het huishouden gelijkstaat aan een persoonlijke betekening.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraffen, die nog geheel moeten worden uitgezeten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de relevante wetsbepalingen heeft toegepast en de procedurele waarborgen in acht heeft genomen.