ECLI:NL:RBAMS:2012:BV5901

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
500507 / HA ZA 11-2539 (incidenteel vonnis 18 -01-2012)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake oproeping in vrijwaring en incident in belastingzaak

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam diende, betreft het een incident in een belastingkwestie waarbij de Ontvanger van de Belastingdienst een vordering heeft op Saluti a Tutti, die voortvloeit uit naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffing. De vordering bedraagt € 264.760,-, vermeerderd met rente. Saluti a Tutti heeft op 4 februari 2011 haar onderneming verkocht aan Dutchworks, waarbij een deel van de koopsom in de vorm van een lening is geconverteerd. Dutchworks heeft in het incident verzocht om Saluti a Tutti op te roepen in het geding en om deze in vrijwaring te dagvaarden, samen met Wondrous, die ook betrokken is in de procedure.

De rechtbank heeft de verzoeken van Dutchworks beoordeeld aan de hand van artikel 477b lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank oordeelt dat het ondoelmatig zou zijn om Saluti a Tutti zowel in de hoofdzaak als in een vrijwaringsprocedure op te roepen, omdat dit zou leiden tot meerdere procedures over dezelfde rechtsverhouding. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot oproeping van Saluti a Tutti in de hoofdzaak afgewezen, maar het verzoek tot oproeping in vrijwaring toegewezen. Dit biedt Dutchworks de mogelijkheid om de rechtsverhouding met Saluti a Tutti en Wondrous in één procedure vast te stellen.

De rechtbank heeft de zaak vervolgens op de rol gezet voor een conclusie van antwoord op 29 februari 2012. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. Dit vonnis is uitgesproken door mr. N.A.J. Purcell op 18 januari 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 500507 / HA ZA 11-2539
Vonnis in incident van 18 januari 2012
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. drs. J.C.G. Vestjens te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUTCHWORKS B.V., voorheen genaamd JTEAM B.V.
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. T. van der Lans te Naaldwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SALUTI A TUTTI B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WONDROUS HOLDING B.V.,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna respectievelijk de Ontvanger, Dutchworks, Saluti a Tutti en Wondrous genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 28 juli 2011,
- de akte overlegging producties van de Ontvanger,
- de incidentele conclusie van Dutchworks, met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord van de Ontvanger.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De feiten en de vordering in de hoofdzaak
2.1. Voor de beoordeling van de vordering in het incident wordt uitgegaan van de volgende feiten.
2.2. De Ontvanger heeft ingevolge een aantal naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffing, waarvoor dwangbevelen zijn uitgebracht, een vordering op Saluti a Tutti (tot 4 april 2011 geheten: Net Effect Interactive Services B.V.) van € 264.760,-, te vermeerderen met rente.
2.3. Op 4 februari 2011 heeft Saluti a Tutti haar onderneming via een activa/passiva transactie verkocht aan Dutchworks (hierna: de koopovereenkomst). De koopsom van
€ 550.000,- is voor een gedeelte groot € 250.00,- direct voldaan en voor € 300.000,- geconverteerd in een lening, die volgens de koopovereenkomst in de loop van 2011 en 2012 in maandelijkse termijnen door Dutchworks dient te worden terugbetaald (hierna: de lening).
2.4. Er is een op 4 februari 2011 gedateerde akte van cessie opgemaakt tussen Saluti a Tutti en Wondrous, waarbij Saluti a Tutti de uit de lening voortvloeiende vordering op Dutchworks, onder verwijzing naar een tussen Saluti a Tutti en Wondrous gesloten koopovereenkomst van 7 februari 2011, aan Wondrous cedeert. Van deze cessie is mededeling gedaan aan Dutchworks.
2.5. De Ontvanger heeft op 17 mei 2011 executoriaal derdenbeslag gelegd onder Dutchworks.
2.6. Dutchworks stelt in haar verklaring derdenbeslag dat zij niets van Saluti a Tutti te vorderen heeft. Bij haar nadere toelichting op die verklaring heeft zij erop gewezen dat Saluti a Tutti haar vordering op Dutchworks aan Wondrous heeft verkocht en gecedeerd.
2.7. De Ontvanger heeft de verkoop van de vordering met een beroep op art. 3:45 BW vernietigd en vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat deze vernietiging terecht was, althans de betreffende rechtshandeling alsnog te vernietigen, en Dutchworks te veroordelen tot afgifte van alle aflossingstermijnen van de lening die zij - nu geen cessie heeft plaatsgevonden - aan Saluti a Tutti verschuldigd is geworden en nog zal worden over de periode van juli 2011 tot en met december 2012.
3. De vordering in het incident
3.1. JTeam vordert in het incident, samengevat, dat haar wordt toegestaan:
i. Saluti a Tutti op grond van artikel 477b lid 3 Rv. op te roepen in het geding,
ii. Saluti a Tutti en Wondrous te dagvaarden en (kennelijk) die procedure te voegen met de onderhavige procedure en de onder iii. genoemde procedure wegens verknochtheid, en
iii. Saluti a Tutti en Wondrous in vrijwaring op te roepen.
3.2. De Ontvanger refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4. De beoordeling in het incident
Ad i.
4.1. Art. 477b lid 3 Rv. biedt een derde-beslagene de mogelijkheid de geëxecuteerde in het geding op te roepen. Het belang van de derde-beslagene dat te doen is gelegen in het feit dat de geëxecuteerde, als deze niet wordt opgeroepen, niet gebonden is aan de beslissing in een art 477a Rv.-procedure (lees: een procedure tussen de beslaglegger en de derde-beslagene over de vraag wat de geëxecuteerde aan de derde-beslagene verschuldigd is). In het onderhavige geval wil Dutchworks Saluti a Tutti evenwel niet alleen met een beroep op deze bepaling in de hoofdzaak oproepen, maar ook (nog los van haar kennelijke wens om Saluti a Tutti ook nog te dagvaarden in een andere afzonderlijke procedure, zie hierna onder 4.2) oproepen in een vrijwaringsprocedure. Het zou ondoelmatig zijn als Dutchworks Saluti a Tutti zowel (ingevolge art. 477b lid 3 Rv.) zou oproepen in de hoofdzaak als in een vrijwaringsprocedure, omdat dan dezelfde rechtsrelatie (Dutchworks - Saluti a Tutti) in twee procedures aan de orde zou worden gesteld, terwijl één procedure moet volstaan om vast te stellen wat tussen hen rechtens is. Gesteld noch gebleken is welk procesrechtelijk of ander belang Dutchworks heeft bij het voeren van twee (laat staan: drie, zie hierna onder 4.2) procedures ten aanzien van dezelfde rechtsverhouding. De rechtbank zal het verzoek tot oproeping van Saluti a Tutti in vrijwaring toewijzen (zie hierna onder 4.3) en het verzoek tot oproeping van Saluti a Tutti in de hoofdzaak afwijzen. De rechtbank doet dit om twee redenen. Ten eerste is het verzoek tot oproeping in vrijwaring ook tegen Wondrous gericht, en heeft het daarmee een verdergaande strekking dan het verzoek tot oproeping van Saluti a Tutti in de hoofdzaak, dat alleen tegen die partij is gericht. Het ligt dan voor de hand het minder verstrekkende verzoek van de (overlappende) verzoeken af te wijzen. Ten tweede kleven er de nodige onduidelijkheden aan de procedure ingevolge art. 477b lid 3 Rv. (vergelijk L.P. Broekveldt, Derdenbeslag, diss. Leiden 2003, randnummer 270), zodat het uit een oogpunt van rechtszekerheid de voorkeur geniet dat de rechtsverhouding tussen Dutchworks en Saluti a Tutti in een - door Dutchworks toch al gewenste - vrijwaringsprocedure aan de orde wordt gesteld.
Ad ii.
4.2. De strekking van het onder ii. gevorderde is de rechtbank niet geheel duidelijk. Kennelijk wil Dutchworks Saluti a Tutti en Wondrous dagvaarden en een verklaring voor recht vragen met betrekking tot haar rechtsverhouding met deze partijen, en wil zij dat de met de betreffende dagvaarding ingeleide procedure wegens verknochtheid gevoegd wordt behandeld met de onderhavige procedure en de door haar verlangde vrijwaringsprocedure. Het gevorderde, wat daar verder ook van zij, moet worden afgewezen. Dutchworks heeft geen verlof nodig om Saluti a Tutti en Wondrous te dagvaarden in een gewone afzonderlijke procedure, voeging is nog niet aan de orde omdat van zo’n afzonderlijke procedure nog geen sprake is, en los daarvan valt niet in te zien welk belang Dutchworks heeft bij het voeren zo’n afzonderlijke procedure, nu zij Saluti a Tutti en Wondrous ook in vrijwaring wenst op te roepen, wat haar (zie hierna onder 4.3) zal worden toegestaan. Gesteld noch gebleken is dat Dutchworks in de vrijwaringsprocedure iets niet iets zou kunnen vorderen, wat zij wel in een “gewone” (doch dan weer als verknocht te voegen) dagvaardingsprocedure kan vorderen. Als hiervoor al is overwegen moet één procedure volstaan om vast te stellen wat tussen enerzijds Dutchworks en anderzijds Saluti a Tutti en Wondrous rechtens is.
Ad iii.
4.3. Uit het voorgaande volgt al dat Dutchworks wel recht en belang heeft bij haar verzoek om Saluti a Tutti en Wondrous in vrijwaring op te roepen, zodat deze vordering zal worden toegewezen. In de vrijwaringsprocedure kan worden vastgesteld wat rechtens is tussen Dutchworks enerzijds en Saluti a Tutti en Wondrous anderzijds, in geval de Ontvanger in de hoofdzaak in het gelijk wordt gesteld.
4.4. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
5. De beslissing
De rechtbank
in het incident
5.1. staat Dutchworks toe om Saluti a Tutti en Wondrous in vrijwaring te doen dagvaarden tegen de terechtzitting van 29 februari 2012,
5.2. wijst af het meer of anders gevorderde,
5.3. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
5.4. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 29 februari 2012 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2012.