ECLI:NL:RBAMS:2012:BV3057
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering toevoeging voor intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2012 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van een toevoeging voor juridische bijstand in verband met de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering. Eiser, die een daklozenuitkering ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn uitkering per 1 oktober 2010 ingetrokken gekregen omdat hij niet voldeed aan de inlichtingenplicht. Daarnaast werd er een bedrag van € 2.640,66 teruggevorderd. Eiser heeft via zijn gemachtigde op 24 mei 2011 een toevoeging aangevraagd om bezwaar te maken tegen deze besluiten, maar de verweerder weigerde deze toevoeging. Verweerder was van mening dat de behartiging van het belang aan eiser zelf kon worden overgelaten en dat er geen juridisch inhoudelijk verweer was gevoerd.
Eiser ging in beroep tegen deze weigering en voerde aan dat er wel degelijk juridische gronden waren tegen de intrekking en terugvordering. De rechtbank oordeelde dat de gemachtigde van eiser in het bezwaarschrift had aangetoond dat er geen sprake was van een eenvoudig nalaten van informatie, aangezien eiser al de gevraagde gegevens had overgelegd. De rechtbank volgde de verweerder niet in zijn stelling dat de zaak eenvoudig afgehandeld kon worden en concludeerde dat er wel degelijk juridische inhoud was die een toevoeging rechtvaardigde.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser. Deze uitspraak benadrukt het belang van juridische bijstand in situaties waar de belangen van de eiser niet eenvoudig zelf behartigd kunnen worden.