Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- het wrakingsverzoek van verzoekster van 30 oktober 2012;
- de schriftelijke reactie van de rechter bij brief van 1 november 2012.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam, op grond van vermeende partijdigheid. Verzoekster stelt dat de rechter beslissingen heeft genomen die in het voordeel van de wederpartij, ONVZ Ziektekostenverzekering N.V., zijn geweest, terwijl haar eigen stukken buiten beschouwing zijn gelaten. De wrakingskamer heeft de zaak behandeld op 23 november 2012, waarbij verzoekster haar verzoek nader heeft toegelicht. De rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft zijn standpunt schriftelijk toegelicht.
De wrakingskamer oordeelt dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechter bestaat. De rechter heeft verzoekster in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren en heeft de wederpartij de kans gegeven om hierop te reageren. De beslissing om bepaalde stukken buiten beschouwing te laten, valt binnen de rechterlijke bevoegdheid en kan niet worden aangemerkt als vooringenomenheid. De wrakingskamer concludeert dat de handelingen van de rechter niet wijzen op partijdigheid, maar eerder op een normale procesgang.
Het verzoek tot wraking wordt afgewezen, en de procedure onder nummer CV EXPL 11-1690 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek. De beslissing is genomen door de wrakingskamer op 7 december 2012, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open.