ECLI:NL:RBAMS:2012:9198
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- A.W.H. Vink
- E.R.S.M. Marres
- K. Mans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verdachte in een strafzaak, geregistreerd onder parketnummer 13-693029-12. Het verzoek tot wraking was ingediend door de raadsman van de verdachte, mr. P.C. Tuinenburg, op 2 november 2012, en was gericht tegen mr. F.P. Geelhoed, de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van de strafzaak. De raadsman voerde aan dat de rechter vooringenomen was, omdat hij eerder had geoordeeld over de vordering tot inbewaringstelling van medeverdachten van de verzoeker. Daarnaast werd gesteld dat de rechter een suggestieve vraag had gesteld tijdens het verhoor, wat zou wijzen op vooringenomenheid.
De rechtbank heeft de gronden van het wrakingsverzoek zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de rechter eerder over de vordering tot inbewaringstelling had geoordeeld, niet voldoende was om vooringenomenheid aan te nemen. De rechter-commissaris heeft aangegeven dat hij bij de beoordeling van de vordering rekening moet houden met alle omstandigheden van het geval, inclusief de individuele verweren van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van de verzoeker voor partijdigheid van de rechter.
Wat betreft de suggestieve vraag die door de rechter werd gesteld, oordeelde de rechtbank dat het stellen van dergelijke vragen binnen het rechterlijk domein valt en niet automatisch wijst op vooringenomenheid. De opmerkingen van de rechter over de mogelijkheid voor de raadsman om de verdachte na de voorgeleiding te bezoeken, werden ook niet als een blijk van vooringenomenheid gezien. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bepaald dat de procedure onder parketnummer 13-693029-12 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open.