ECLI:NL:RBAMS:2012:9196
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- J.A.J. Peeters
- N.C.H. Blankevoort
- C.L.J.M. de Waal
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na einduitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 november 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. H.J. Tijselink, rechter te Amsterdam. Het verzoeker, die in een bestuursrechtelijke procedure tegen een besluit van de Belastingdienst had geprocedeerd, deed op 5 oktober 2012 een wrakingsverzoek nadat er op 27 september 2012 een einduitspraak was gedaan in zijn zaak. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk was, omdat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen nadat de behandeling van de zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak. De rechtbank benadrukte dat de bepalingen omtrent wraking zijn bedoeld om te waarborgen dat partijen hun zaak behandeld zien door een onpartijdige rechter. Aangezien de rechter geen verdere taak of bevoegdheid meer had in de zaak na de einduitspraak, ontbrak het belang van verzoeker bij het wrakingsverzoek. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. Ten overvloede merkte de wrakingskamer op dat de bezwaren van verzoeker zich richtten tegen de inhoud van de einduitspraak, wat geen grond voor wraking oplevert. Verzoeker diende hiervoor een eventueel openstaand rechtsmiddel aan te wenden. De rechtbank besloot verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wraking, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open op grond van de wet.