Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- het proces-verbaal verhoor getuige van 2 oktober 2012;
- een brief van mr. Beg aan de rechter en de griffier van de wrakingskamer van 2 oktober 2012;
- een daaropvolgende brief van mr. Beg aan de rechter van 2 oktober 2012. Deze brief is door mr. Beg ter zitting aan de rechtbank overhandigd en bevat de gronden van de wraking. Beide brieven zijn in kopie door mr. Beg aan de officier van justitie toegezonden.
1.Gronden van de beslissing
“Opmerking rechter-commissaris:omdat de getuige getrouwd is geweest met de verdachte, heb ik hem op zijn verschoningsrecht gewezen. Daar mr. Beg mij voorafgaand aan het verhoor had verteld dat hij de getuige op zijn kantoor had gesproken, heb ik aan de getuige gevraagd op welke wijze hij contact heeft gehad met de raadsman. Direct nadat ik deze vraag aan de getuige gesteld had, interrrumpeerde de raadsman mij met stemverheffing. Mr. Beg stelde dat ik deze vraag niet aan de getuige mocht stellen. Hij zei voorafgaand aan het aandragen van een getuige, altijd een gesprek met de getuige te hebben en dit als geheimhouder te doen. Mr. Beg zei de eed te hebben afgelegd en stelde zich op het standpunt dat ik daarom vragen over het contact tussen hem en de getuige aan hem diende te stellen.