ECLI:NL:RBAMS:2012:9129
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 februari 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. J.P. Smit, de rechter die betrokken was bij haar procedure tegen het UWV. Het wrakingsverzoek was ingediend op 18 januari 2012 en was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig was en het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV om € 200,00 per maand in te houden op haar WIA-uitkering. Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening op 4 januari 2012 had de rechter toegezegd snel uitspraak te doen, maar dit gebeurde niet binnen de beloofde termijn. Verzoekster stelde dat de beslissing van de rechter op 16 januari 2012, waarbij het onderzoek werd heropend, in strijd was met deze toezegging en dat de rechter zich vooringenomen had getoond.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen. De rechters oordeelden dat de door verzoekster aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of partijdigheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing van de rechter om het onderzoek te heropenen werd als een gebruikelijke processuele beslissing beschouwd, die niet ter beoordeling stond in een wrakingsprocedure. De rechtbank concludeerde dat het beginsel van hoor en wederhoor niet was geschonden en dat verzoekster niet in haar belangen was geschaad. De zaak tegen het UWV werd hervat in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.