ECLI:NL:RBAMS:2012:8975
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake herhaalde inbeslagneming van goederen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juli 2012 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, die verzocht om opheffing van de inbeslagneming van diverse goederen. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herhaalde inbeslagneming rechtvaardigden. De rechtbank overwoog dat een sterke waardedaling van een goed onder bepaalde omstandigheden een nieuw feit kan opleveren, maar dat in dit geval geen reële en aannemelijke waardedaling was aangetoond. De officier van justitie had eerder een taxatie van het pand van klager ingediend, waaruit een waarde van € 575.000,- bleek. De rechtbank concludeerde dat de nieuwe taxatie van € 390.000,- geen nieuw feit was, maar een herwaardering van eerder bekende feiten. De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de in beslag genomen goederen aan klager, waaronder een geldbedrag van € 4.000,- en een tegoed van € 87.792,92 op een spaarrekening. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de rechters in aanwezigheid van de griffier. Klager heeft het recht om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.