ECLI:NL:RBAMS:2011:BX1999
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing kampeerverbod in Westerpark Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 augustus 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die in een tipi en een boomhut in het Westerpark verblijft, en het dagelijks bestuur van het stadsdeel West van de gemeente Amsterdam. Eiser had verzocht om een ontheffing van het kampeerverbod zoals vastgelegd in artikel 2.20 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de ontheffing in redelijkheid heeft kunnen weigeren, omdat er onvoldoende voorzieningen voor langdurig verblijf aanwezig zijn in het Westerpark. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er sprake was van een gedoogsituatie, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de ontheffing terecht was. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Eiser heeft op 8 september 2010 een verzoek ingediend voor een ontheffing van het verbod om op of aan de weg te slapen. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen, en het daartegen door eiser gemaakte bezwaar is op 3 mei 2011 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 17 augustus 2011 ter zitting behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat de afwijzing te algemeen was en dat hij geen overlast veroorzaakte, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de afwijzing van de ontheffing gerechtvaardigd was, gezien de afwezigheid van noodzakelijke voorzieningen en de negatieve adviezen van de handhavingcoördinator en de politie.