ECLI:NL:RBAMS:2011:BV7469
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststellen van een dwangakkoord in het kader van schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 oktober 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord, ingediend door verzoeker, die eerder in een schuldsaneringsregeling heeft gezeten. Verzoeker, een 45-jarige man die volledig arbeidsongeschikt is en een WIA-uitkering ontvangt, heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij 3,4% aan concurrente schuldeisers en 7,81% aan preferente schuldeisers zou worden betaald. De schuldeiser DUO heeft echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat verzoeker eerder een schuldsaneringsregeling had die op 6 januari 2004 was beëindigd zonder verlening van de schone lei, en omdat verzoeker niet had voldaan aan zijn verplichtingen in het verleden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat veertien van de vijftien schuldeisers akkoord zijn gegaan met de aangeboden regeling, maar dat DUO, met een vordering van € 15.138,97, niet akkoord ging. DUO heeft aangevoerd dat verzoeker niet te goeder trouw is, omdat hij geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om zijn draagkracht vast te stellen, wat had kunnen leiden tot een lagere maandlast. De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat de weigering van DUO om in te stemmen met de regeling niet onredelijk was, gezien de eerdere mislukte schuldsanering en de omstandigheden van de zaak.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het vaststellen van het dwangakkoord afgewezen, omdat DUO in redelijkheid niet kon worden verplicht om in te stemmen met de regeling. De rechtbank heeft benadrukt dat de wetgever heeft bepaald dat studieschulden niet onder de wettelijke schuldsaneringsregeling vallen, en dat er andere mogelijkheden zijn om deze schulden aan te pakken. De beslissing van de rechtbank is in het openbaar uitgesproken door mr. C.M. Degenaar.