ECLI:NL:RBAMS:2011:BV6944

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/852 Alkmaar
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbreken procesbelang bij vaststelling eerste arbeidsongeschiktheidsdag in WGA-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de vaststelling van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van een ex-werkneemster. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.Th.G. Thuijs, betwistte de datum van 17 oktober 2005, die door het UWV was vastgesteld, en stelde dat deze datum niet binnen het dienstverband viel. Echter, op 10 november 2011 heeft eiseres de rechtbank geïnformeerd dat de belastingdienst had aangegeven dat de ex-werkneemster niet zou worden meegenomen in de gedifferentieerde premie WGA. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat het procesbelang van eiseres was komen te vervallen, aangezien er geen belang meer was bij de beantwoording van de rechtsvraag over de arbeidsongeschiktheidsdag.

De rechtbank oordeelde dat, nu eiseres geen ander belang had bij de beoordeling van het bestreden besluit, het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het ontbreken daarvan voor de ontvankelijkheid van een beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de beslissing is openbaar gemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 09/852
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2011 in de zaak tussen
[naam bedrijf], te [plaatsnaam], eiseres
(gemachtigde: mr. D.Th.G. Thuijs),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (districtskantoor Amsterdam), verweerder
(gemachtigde: F. Steeman).
[naam], de ex-werkneemster van eiseres (hierna: de ex-werkneemster), neemt als derde-belanghebbende deel aan de zaak.
Procesverloop
Bij besluit van 29 augustus 2007 heeft verweerder aan de ex-werkneemster met ingang van 15 oktober 2007 een loongerelateerde uitkering in verband met werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA-uitkering) ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Daarbij is de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van de ex-werkneemster gesteld op 17 oktober 2005.
Tegen dit besluit is namens eiseres bezwaar gemaakt bij brief van 4 november 2008.
Bij besluit van 23 januari 2009 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit is namens eiseres beroep ingesteld bij brief van 3 maart 2009, door de rechtbank ontvangen op dezelfde datum.
De behandeling ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2011. Namens eiseres is met afbericht niemand verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De ex-werkneemster is zonder afbericht niet ter zitting verschenen.
Overwegingen
1. Aan de rechtbank is ter toetsing voorgelegd de vraag of verweerder terecht en op goede gronden de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 17 oktober 2005 heeft vastgesteld als gevolg waarvan de last van de WGA-uitkering van de ex-werkneemster wordt meegewogen bij de berekening van de gedifferentieerde premie WGA van eiseres. Eiseres is van mening dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag niet is gelegen op een datum binnen het dienstverband dat zij met de ex-werkneemster had.
2. Bij faxbericht van 10 november 2011 heeft eiseres de rechtbank bericht dat de belastingdienst te kennen heeft gegeven dat de ex-werkneemster niet zal worden meegenomen in de gedifferentieerde premie WGA. Naar het oordeel van de rechtbank maakt dit gegeven dat het procesbelang is komen te ontvallen aan de beantwoording van de door eiseres opgeworpen rechtsvraag of de eerste arbeidsongeschiktheidsdag al dan niet is gelegen op een datum binnen het dienstverband dat eiseres met de ex-werkneemster had. De rechtbank leidt uit het faxbericht van 10 november 2011 af dat eiseres deze mening ook is toegedaan. Nu niet is gebleken dat eiseres anderszins belang heeft bij beoordeling van het bestreden besluit moet het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden geacht.
3. Bij deze beslissing is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, voorzitter, en mr. M. Kraefft en mr. W.A. Swildens, leden, in aanwezigheid van mr. S.C. Jacobs, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2011.
griffier voorzitter
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.