ECLI:NL:RBAMS:2011:BV1003
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verbod tot overnachten tijdens demonstratie en het recht tot betoging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. M.A.R. Schuckink Kool, en de burgemeester van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. J. Pot. De eiser had een kennisgeving ingediend voor een demonstratie in het havengebied Westpoort te Amsterdam, gepland van 9 tot en met 12 december 2011. De burgemeester had echter beperkingen opgelegd aan de demonstratie, waaronder een verbod op overnachten op het terrein waar de demonstratie zou plaatsvinden. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter moest beoordelen of het verbod om te overnachten een beperking vormde van het recht tot vergadering en betoging. De rechter concludeerde dat de burgemeester op goede gronden had besloten dat het verbod om te overnachten geen inbreuk maakte op dit recht. De voorzieningenrechter baseerde zich op de kennisgeving van de eiser, waarin overnachten niet als doelstelling werd genoemd. De rechter oordeelde dat het te laat was voor de eiser om te stellen dat overnachten een doelstelling op zich was, nadat de burgemeester het verbod had opgelegd.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling van de burgemeester in de proceskosten of voor een vergoeding van het griffierecht. De uitspraak bevestigt dat de overheid beperkingen kan stellen aan demonstraties, mits deze beperkingen niet in strijd zijn met de fundamentele rechten van de deelnemers.