ECLI:NL:RBAMS:2011:BV0517

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
488928 / HA ZA 11-1447
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naheffing van kansspelbelasting en dwangbevel; verzoek tot uitstel van betaling

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [EISERES] B.V. een rechtszaak aangespannen tegen de Ontvanger van de Belastingdienst over een naheffing van kansspelbelasting. De procedure begon met een dagvaarding in verzet op 19 april 2011, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis waarin een comparitie van partijen werd bepaald. De rechtbank heeft op 16 november 2011 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, geregistreerd onder rolnummer 488928 / HA ZA 11-1447.

De feiten van de zaak zijn als volgt: op 17 november 2010 heeft de inspecteur van de Belastingdienst een aanslag tot naheffing van kansspelbelasting opgelegd aan [EISERES] over het tijdvak juli 2010. Op 13 januari 2011 heeft de Ontvanger een dwangbevel aan [EISERES] betekend, waarin [EISERES] werd gesommeerd de aanslag te voldoen. Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft de Ontvanger het dwangbevel buiten effect gesteld.

[EISERES] vorderde onder andere dat de rechtbank zou verklaren dat zij goed opposante is tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel en dat de Ontvanger onrechtmatig handelt. De rechtbank oordeelde dat [EISERES] geen belang meer had bij de vorderingen, aangezien het dwangbevel al buiten effect was gesteld. De rechtbank wees de vorderingen van [EISERES] af, maar compenseerde de proceskosten, omdat de Ontvanger het dwangbevel pas na de dagvaarding buiten effect had gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige procedure bij belastinginvorderingen en de rechten van belastingplichtigen.

De beslissing van de rechtbank was dat alle vorderingen van [EISERES] werden afgewezen, maar dat de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. N.A.J. Purcell.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 488928 / HA ZA 11-1447
Vonnis van 16 november 2011 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
advocaat mr. B. Jongmans te Amsterdam,
tegen
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/CENTRALE ADMINISTRATIE,
kantoorhoudende te Apeldoorn,
gedaagde,
advocaat mr. H.M. ten Haaft te Amsterdam.
Partijen worden hierna [EISERES] en de Ontvanger genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in verzet van 19 april 2011, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 31 augustus 2011, waarbij een comparitie van partijen is bepaald, en
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 25 oktober 2011 en de daarin genoemde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op (dagtekening) 17 november 2010 heeft de inspecteur van de Belastingdienst aan [EISERES] een aanslag tot naheffing van kansspelbelasting (hierna: de aanslag) over het tijdvak juli 2010 opgelegd.
2.2. Op 23 december 2010 heeft [EISERES] in verband met betalingsonmacht om uitstel van betaling van de aanslag verzocht (hierna: het uitstelverzoek).
2.3. Op (vermelde datum van postbezorging) 13 januari 2011 heeft de Ontvanger een dwangbevel aan [EISERES] laten betekenen, waarin [EISERES] wordt gesommeerd de aanslag te voldoen (hierna: het dwangbevel).
2.4. Per eind mei 2011 - na het uitbrengen van de dagvaarding - heeft de Ontvanger het dwangbevel buiten effect gesteld.
3. Het geschil
3.1. [EISERES] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
i. voor recht verklaart dat [EISERES] goed opposante is tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel,
ii. voor recht verklaart dat de Ontvanger met de tenuitvoerlegging van het dwangbevel jegens [EISERES] onrechtmatig handelt,
iii. het dwangbevel buiten effect stelt,
iv. de Ontvanger verbiedt verdere maatregelen die strekken tot enige invordering van kansspelbelasting en omzetbelasting bij [EISERES] te nemen zolang de materiële verschuldigdheid ervan niet onherroepelijk vast is komen te staan,
v. bepaalt dat de Ontvanger een dwangsom verbeurt van EUR 10.000,- per individuele invorderingshandeling en per dag dat die invorderingshandeling niet door de Ontvanger ongedaan wordt gemaakt,
vi. de Ontvanger veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2. De Ontvanger voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [EISERES] in de kosten van het geding.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In confesso is dat [EISERES] geen belang (meer) heeft bij het onder iii. gevorderde, aangezien het dwangbevel buiten effect is gesteld. De reden dat de Ontvanger dit heeft gedaan is - zoals hij zelf uitdrukkelijk stelt - dat [EISERES] in de dagvaarding terecht heeft aangevoerd dat het uitbrengen en ten uitvoer leggen van het dwangbevel in strijd is met gepubliceerd beleid van de Ontvanger, dat inhoudt dat geen dwangbevel wordt uitgevaardigd (of ten uitvoer gelegd) terwijl nog niet op een uitstelverzoek is beslist. Daarmee ziet de rechtbank - anders dan [EISERES] betoogt - niet in welk belang [EISERES] nog heeft bij de onder i. en ii. gevorderde verklaringen voor recht. Dat, zoals ter zitting namens [EISERES] is aangevoerd, daarmee kan worden voorkomen dat dit in een volgende zaak weer een twistpunt kan worden, valt niet in te zien. De Ontvanger stelt zich immers duidelijk en zonder voorbehoud op het standpunt dat, indien er een verzoek om uitstel ligt, er geen dwangbevel mag worden uitgevaardigd. De vorderingen onder i., ii. en iii. worden afgewezen.
4.2. De rechtbank acht het onder iv. en v. gevorderde, een algemeen verbod op straffe van dwangsommen op invordering van kansspelbelasting en omzetbelasting, onvoldoende bepaald en wijst dit af. Het gevraagde verbod is veel te algemeen geformuleerd en toewijzing daarvan zou het wettelijke systeem, te weten dat belastingaanslagen kunnen worden ingevorderd terwijl nog niet onherroepelijk is vast komen te staan dat deze materieel verschuldigd zijn, doch dat de belastingplichtige ingevolge artikel 17 Invorderingswet 1990 tegen de tenuitvoerlegging van een concreet dwangbevel in verzet kan komen, op onaanvaardbare wijze doorkruisen. De rechtbank komt daarmee niet toe aan het betoog van [EISERES] dat, in essentie, de wijze waarop kansspelbelasting bij exploitanten van kansspelautomaten als [EISERES] wordt ingevorderd in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur omdat het beleid dienaangaande steeds wordt gewijzigd en leidt tot ongelijke behandeling.
4.3. De rechtbank zal, hoewel alle vorderingen worden afgewezen, de proceskosten compenseren, omdat de Ontvanger het aangevallen dwangbevel pas na het uitbrengen van de dagvaarding buiten effect heeft gesteld. Een proceskostenveroordeling ten laste van de Ontvanger is evenwel niet aan de orde, nu de Ontvanger [EISERES] heeft voorgesteld om - nadat het aangevallen dwangbevel buiten effect was gesteld en voordat de conclusie van antwoord was genomen - de zaak in te trekken tegen betaling van de proceskosten, maar [EISERES] dat heeft geweigerd, waardoor de Ontvanger van antwoord heeft moeten dienen en ter comparitie heeft moeten verschijnen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2011.