ECLI:NL:RBAMS:2011:BU9784
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- J.A.J. Peeters
- N.C.H. Blankevoort
- C.M. Berkhout
- Rechtspraak.nl
Wraking van de wrakingskamer en niet-ontvankelijkheid van verzoekers
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 juni 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de rechter. Verzoekers hadden eerder, op 28 oktober 2010, een eerste wrakingsverzoek ingediend, dat op 11 maart 2011 was afgewezen. Het nieuwe verzoek werd ingediend op basis van feiten die volgens verzoekers niet waren besproken in de eerste procedure. De wrakingskamer oordeelde echter dat de gronden van het nieuwe verzoek niet konden worden aangemerkt als nieuwe feiten, omdat deze al eerder waren ingebracht. De rechtbank concludeerde dat het nieuwe verzoek een verkapt appel was tegen de eerdere beslissing van de wrakingskamer, waarvoor geen wettelijke grondslag bestond. Hierdoor werden verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek. De rechtbank benadrukte dat het recht op hoor en wederhoor niet van toepassing was, omdat het verzoek niet in behandeling werd genomen. De rechtbank besloot dat verdere wrakingsverzoeken van verzoekers niet in behandeling zouden worden genomen, aangezien dit als misbruik van recht werd beschouwd. De beslissing werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.