ECLI:NL:RBAMS:2011:BU9771
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van een bestuursrechter in Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2011 uitspraak gedaan over een schriftelijk verzoek tot wraking van een bestuursrechter. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker die meende dat de rechter jegens hem een vooringenomenheid koesterde. De verzoeker stelde dat hij herhaaldelijk werd verzocht om machtigingen en statuten in te zenden, terwijl hij deze al had ingediend. Daarnaast vond hij de termijnen die hem werden gegeven om aan de verzoeken van de rechter te voldoen, te kort. Hij uitte ook zijn onvrede over het feit dat hij op oudejaarsavond nog oproepen in zijn brievenbus ontving, wat hij als onbehoorlijk beschouwde. De verzoeker was van mening dat de communicatie met de rechter niet adequaat was en dat hij anders werd behandeld dan andere eisers. Hij betwistte ook de openbaarheid van de zittingen van de rechter en de wrakingskamer.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen bewijs was dat de verzoeker de gevraagde stukken al had ingezonden, en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet anders werd behandeld dan andere eisers en dat de zittingen op de gebruikelijke wijze waren verlopen. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.