ECLI:NL:RBAMS:2011:BU9764
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- N.C.H. Blankevoort
- T.P.J. de Graaf
- J.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een bestuursrechter in een bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 juni 2011 uitspraak gedaan op een schriftelijk verzoek tot wraking van een rechter, ingediend door verzoekster op 11 mei 2011. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter zich partijdig had getoond door niet in te gaan op drie door verzoekster gestelde vragen en haar het woord te ontnemen tijdens de zitting. Verzoekster voerde aan dat zij niet in de gelegenheid was gesteld om al haar vragen te stellen en dat de rechter niet duidelijk had gemaakt waarom hij zijn nevenfunctie als lid van de bezwaarschriftcommissie niet had geregistreerd.
De wrakingskamer heeft de omstandigheden die door verzoekster zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze geen grond opleveren voor de vrees dat de rechter partijdig zou zijn. De rechter had vastgesteld dat verzoekster de beschikking had over het volledige dossier en dat er geen nieuwe stukken waren toegevoegd. Bovendien was verzoekster in de gelegenheid geweest om haar dossier voorafgaand aan de zitting in te zien. De rechtbank oordeelde dat het vermoeden van verzoekster dat er meer stukken in het dossier zaten, niet voldoende was om tot wraking over te gaan.
De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor partijdigheid. De omissie van de rechter met betrekking tot zijn nevenfunctie en de registratie daarvan vormden geen grond voor wraking, vooral omdat het stadsdeel Watergraafsmeer geen rol speelde in de beroepsprocedures van verzoekster. Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek als ongegrond afgewezen, en de rechtbank besloot dat de zaken met de nummers 10/2429 WOB, 10/2431 WBP en 10/3042 WOB hervat zouden worden in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.