ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8486
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- J.A.J. Peeters
- N.C.H. Blankevoort
- M.M. van der Nat
- Rechtspraak.nl
Wraking van de wrakingskamer in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juli 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de wrakingskamer. Het verzoek tot wraking is niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeker, die gedaagde is in een aanhangige civiele procedure, heeft op 4 april 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter in die procedure. Dit verzoek werd op 1 juni 2011 afgewezen door de wrakingskamer. Vervolgens heeft de verzoeker op 5 juli 2011 een nieuw verzoek tot wraking ingediend, gericht tegen de leden van de wrakingskamer die zijn eerdere verzoek hadden behandeld. De verzoeker stelde dat de aanwezigheid van de gemachtigde van de wederpartij tijdens de behandeling van zijn wrakingsverzoek de leden van de wrakingskamer partijdig maakte. De wrakingskamer oordeelde echter dat het verzoek niet voldeed aan de eisen, omdat het niet gemotiveerd was ten aanzien van de rechters op wie het betrekking had. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek daarom buiten behandeling moest worden gelaten. Bovendien werd opgemerkt dat het verzoeker leek te zijn om de rechtsgang te vertragen, wat als misbruik van recht werd aangemerkt. De rechtbank besloot dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker, gericht tegen de leden van de wrakingskamer, niet in behandeling zouden worden genomen.