ECLI:NL:RBAMS:2011:BU7270
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heffing van leges voor beginselaanvraag quotum hotelbeleid in Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.L. Schram, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. G. van der Zee. Het geschil betreft de vraag of de verweerder leges mocht heffen voor de behandeling van een door eiser ingediende beginselaanvraag quotum hotelbeleid, waarbij het tarief voor een beginselaanvraag bouwvergunning werd toegepast. Eiser betoogde dat de beginselaanvraag quotum hotelbeleid niet expliciet in de legesverordening werd genoemd, en dat er dus geen wettelijke basis was voor de legesheffing. De rechtbank oordeelde echter dat de behandeling van een beginselaanvraag quotum hotelbeleid in zijn algemeenheid gelijk is aan die van een beginselaanvraag bouwvergunning. Eiser was zich bewust van de legesverplichting en de hoogte van het bedrag dat hij verschuldigd was. De rechtbank concludeerde dat de verweerder leges mocht heffen als voor een beginselaanvraag bouwvergunning, en verwierp de beroepsgrond van eiser. De rechtbank benadrukte dat de heffing van leges niet onredelijk was, en dat er geen strijd was met de Gemeentewet. Eiser had de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen een bouwaanvraag, maar niet tegen de beginselaanvraag zelf. De uitspraak werd openbaar gemaakt en het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.