ECLI:NL:RBAMS:2011:BU6658

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13-529117-09
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte in megazaak Megaliet met betrekking tot skimmen

In de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de megazaak Megaliet, heeft de rechtbank Amsterdam op 30 november 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van skimming, oplichting en gewoontewitwassen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met mededaders, gedurende een lange periode, van 1 april 2008 tot 8 december 2009, op verschillende locaties in Nederland, waaronder Amsterdam en Rotterdam, een gestructureerde en professionele fraude heeft gepleegd. De verdachte en zijn mededaders hebben zich voorgedaan als medewerkers van TNT-post en hebben op deze manier slachtoffers, voornamelijk oudere dames, opgelicht door hen te laten pinnen voor verzendkosten van pakketjes die nooit zijn afgeleverd. Door gebruik te maken van valse en vervalste betaalpassen en pincodes hebben zij aanzienlijke geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers weten te ontvreemden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een spilfunctie had in deze criminele activiteiten en dat er een nauwe samenwerking was tussen de betrokkenen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 51 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de omvang van de schade. De rechtbank heeft ook verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen bevolen, die verband hielden met de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/529117-09 (Promis)
Datum uitspraak: 30 november 2011
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1983],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [CC-straat nr], [plaats].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 6, 11 en 13 oktober 2011 en 3 en 17 november 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Louman en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009 te Alkmaar en/of Amstelveen en/of Amsterdamen/of Amersfoort en/of Beverwijk en/of Cappelle aan de IJssel en/of Eindhoven en/of Haarlem en/of Krommenie en/of Rotterdam en/of Uithoorn en/of Utrecht en/of Waalwijk en/of Zandvoort en/of Zeist en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer personen (te weten
- [ZD1] (ZD1) en/of
- [ZD2] (ZD2) en/of
- [ZD3] (ZD3) en/of
- [ZD3 2] (ZD3) en/of
- [ZD5] (ZD5) en/of
- [ZD9] (ZD9) en/of
- [ZD10] (ZD10) en/of
- [ZD11] (ZD11) en/of
- [ZD11 2] (ZD11) en/of
- [ZD12] (ZD12) en/of
- [ZD13] (ZD 13) en/of
- [ZD14] (ZD14) en/of
- [ZD16] (ZD 16) en/of
- [ZD18] (ZD18) en/of
- [ZD18 2] (ZD18) en/of
- [ZD18 3] (ZD18) en/of
- [ZD35] (ZD 35) en/of
- [ZD36] (ZD36) en/of
een of meer andere personen (ZD3, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 18, 19 en 20)) heeft/hebben bewogen tot afgifte van zijn/haar/hun pincode(s) en/of bankpasgegevens (te weten een PAN-code en/of rekeningnummer), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als medewerker(s) van TNT-post die een pakketje kwam(en) bezorgen, waarbij voor ontvangst van dit pakketje een geldbedrag van ongeveer 1 euro (aan portokosten) gepind moest worden op een (niet werkend) pinapparaat, op welk pinapparaat de bankpasgegevens (te weten een PAN-code en/of rekeningnummer) en (ingetoetste) pincode(s) werd(en) gekopieerd, waardoor bovengenoemde personen en/of een of meer andere personen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam en/of Zandvoort, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer geldbedragen (van in totaal ongeveer 435.380,70 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een of meerbank(en) (onder meer de ING-Bank) en/of aan
- [ZD2] (ZD2) en/of
- [ZD3] (ZD3) en/of
- [ZD3 2] (ZD3) en/of
- [ZD5] (ZD5) en/of
- [ZD9] (ZD9) en/of
- [ZD10] (ZD10) en/of
- [ZD11] (ZD11) en/of
- [ZD12] (ZD12) en/of
- [ZD14] (ZD14) en/of
- [ZD16] (ZD 16) en/of
- [ZD18] (ZD18) en/of
- [ZD18 2] (ZD18) en/of
- [ZD18 3] (ZD18) en/of
- [ZD35] (ZD 35) en/of
- [ZD36] (ZD36) en/of
een of meer andere personen (ZD3, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 18, 19 en 20), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten een of meer valse en/of vervalste betaalpassen en/of (de daarbij behorende) pincode(s);
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer banken (onder meer de ING-Bank) en/of een of meer casinobedrijven en/of een of meer winkelbedrijven heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van in totaal ongeveer 435.380,70 euro) en/of een of meer goederen, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als de rechthebbende(n) van een of meer bankrekeningen door middels gebruikmaking van een valse en/of vervalste betaalpas en/of de bijbehorende pincode geld op te nemen en/of betalingen te verrichten bij een/of meer geldautomaten en/of een of meer casinobedrijven en/of een of meer winkelbedrijven, waardoor een of meer banken (onder meer de ING-bank) en/of een of meer casinobedrijven en/of een of meer winkelbedrijven werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Eindhoven en/of Rotterdam, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk een of meer betaalpassen en/of een of meer waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer bankpassen, valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst (met behulp van skimapparatuur) met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s), valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van (een) originele betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens (van
- [ZD1] (ZD1) en/of
- [ZD2] (ZD2) en/of
- [ZD3] (ZD3) en/of
- [ZD3 2] (ZD3) en/of
- [ZD5] (ZD5) en/of
- [ZD9] (ZD9) en/of
- [ZD10] (ZD10) en/of
- [ZD11] (ZD11) en/of
- [ZD11 2] (ZD11) en/of
- [ZD12] (ZD12) en/of
- [ZD13] (ZD 13) en/of
- [ZD14] (ZD14) en/of
- [ZD16] (ZD 16) en/of
- [ZD18] (ZD18) en/of
- [ZD18 2] (ZD18) en/of
- [ZD18 3] (ZD18) en/of
- [ZD35] (ZD 35) en/of
- [ZD36] (ZD36) en/of
een of meer andere personen (ZD3, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 18, 19 en 20)) heeft/hebben gekopieerd/geladen naar/op (een) betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, welke zijn/is voorzien van een magneetstrip (tengevolge waarvan met die laatstgenoemde (valse of vervalste) betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens elektronische betalingen ten laste van de rechtmatige eigena(a)r(en) van die originele betaalpas(sen) en/of waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens mogelijk worden;
4. hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Eindhoven en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een stof(fen) en/of voorwerp(en) en/of gegeven(s), te weten electronica voor het kopiëren van magneetstrippen, althans skimmingdevice en/of skimapparatuur, heeft/hebben vervaardigd en/of heeft/hebben ontvangen en/of zich heeft/hebben verschaft en/of heeft/hebben verkocht en/of heeft/hebben overgedragen en/of voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die bestemd was/waren voor het opzettelijk valselijk opmaken en/of vervalsen van (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) en/of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten en/of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, zulks met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen
5. hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 april 2008 tot 8 december 2009, te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft/hebben hij verdachte, en/of zijn mededader(s)(telkens) een of meer voorwerpen en/of geldbedragen (van in ieder geval 149.950,00 euro), althans enig geldbedrag, verworven en/of voorhanden gehad, althans hiervan gebruik gemaakt, terwijl
hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), dat bovenomschreven voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
6. hij op of omstreeks 08 december 2009 te Amstelveen en/of Amsterdam en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer computers (te weten een computer van het merk Dell type Latitude D820 met Service Tag 8L4KR2J en/of een computer van het merk Dell Latitude D820 met Service Tag F9LJ2J en/of een computer van het merk Apple met serienummer W89160930TJ en/of een computer van het merk Apple Imac met serienummer W85310USDZ) voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Overweging ten aanzien van de ten laste gelegde periode
Door de verdediging is aangevoerd dat waar in de tenlastelegging een periode is genoemd "tot 8 december 2009", 8 december 2009 buiten de ten laste gelegde periode valt. Nu er geen bewijsmiddel in het dossier is waaruit blijkt dat de op 8 december 2009 aangetroffen goederen al vóór 8 december 2009 in de woningen aanwezig waren, kan niet worden bewezen dat die goederen voor 8 december 2009 in de woningen aanwezig waren.
Taalkundig is deze redenering juist, maar naar het oordeel van de rechtbank kan voornoemd onderdeel van de tenlastelegging - mede in het licht van het dossier - niet anders verstaan worden dan dat bedoeld is 8 december 2009 daar wel onder te begrijpen. Uit het dossier blijkt immers dat op 8 december 2009 alle doorzoekingen op de adressen die prominent in het dossier naar voren komen hebben plaatsgevonden. Een deel van de tenlastelegging ziet overduidelijk op bezitsdaden ten aanzien van de op 8 december 2009 bij die doorzoekingen aangetroffen zaken. Daaruit hebben verdachte en medeverdachten moeten concluderen dat 8 december 2009 in de ten laste gelegde periode begrepen is. De rechtbank zal de tenlastelegging dan ook in die zin (verbeterd) lezen.
3. Voorvragen
3.1 Geldigheid van de dagvaarding
3.1.1 Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
3.1.1.1 De verdediging heeft betoogd dat de dagvaarding met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit partieel nietig is, nu - kort en zakelijk weergegeven - voor zover het Openbaar Ministerie heeft bedoeld om met de zinsnede 'aan een ander of anderen' ook andere handelingen in zaaksdossier 5 ten laste te leggen, de dagvaarding onvoldoende specifiek is, namelijk onvoldoende materieel omschreven.
3.1.1.2 De rechtbank overweegt als volgt. De vraag is of de tenlastelegging met betrekking tot dit feit aan duidelijkheid zodanig te wensen over laat, dat deze partieel nietig moet worden verklaard. Een van de in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen is immers dat de tenlastelegging een voldoende geconcretiseerde omschrijving geeft van het feit dat aan verdachte ten laste wordt gelegd, zodat de rechter op basis van de tenlastelegging weet wat hij moet onderzoeken en verdachte voldoende duidelijk is waarvan hij wordt beschuldigd. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan sprake, nu de dagvaarding duidelijk namen dan wel de aanduiding van andere personen met daarachter vermeldingen van de zaaksdossiernummers bevat. De zinsnede 'in elk geval aan een ander of anderen' weerspiegelt de subsidiaire categorie, de mogelijkheid dat niet vastgesteld kan worden van wie het gestolen goed is. De wet eist niet meer dan dat er vastgesteld wordt dat het aan 'een ander toebehoort'. De tenlastelegging is derhalve voldoende specifiek en het verweer wordt verworpen.
3.1.2 Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
3.1.2.1 De verdediging heeft voorts betoogd dat de dagvaarding met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde feit partieel nietig is, nu - kort en zakelijk weergegeven - in de tenlastelegging 'Amsterdam' is opgenomen, maar blijkens het dossier het in Amsterdam om een drietal adressen gaat. De dagvaarding had duidelijkheid dienen te geven omtrent de vraag voor welke adressen verdachte verantwoordelijk wordt gehouden. Daarnaast is de dagvaarding partieel nietig met betrekking tot de woorden 'stoffen/of gegevens', nu door het koppelwoord 'te weten' aangegeven wordt dat de steller van de tenlastelegging kennelijk doelt op het vervaardigen, ontvangen, verschaffen, verkopen, overdragen of voorhanden hebben van elektronica voor het kopiëren van magneetstrippen. Dit zijn geen stoffen en/of gegevens en deze termen worden niet verder uitgewerkt en zijn als zodanig onvoldoende materieel omschreven.
3.1.2.2 De rechtbank overweegt als volgt. Vooropgesteld wordt dat de tenlastelegging moet worden beschouwd in samenhang met het daaraan ten grondslag liggende dossier. Uit het dossier blijkt dat het grootste gedeelte van het in beslag genomen geld in Amsterdam is aangetroffen. De omstandigheid dat in de tenlastelegging is nagelaten de plaatsen in Amsterdam nader te specificeren, doet niet af aan de geldigheid van de dagvaarding. Verdachte wordt medeplegen verweten en gelet op het dossier en de toelichting van de officier van justitie ziet de dagvaarding op alle aangetroffen geldbedragen tijdens de verschillende doorzoekingen. Ten aanzien van het verweer dat de dagvaarding partieel nietig is met betrekking tot de woorden 'stoffen en/of gegevens' overweegt de rechtbank dat het koppelwoord 'te weten' achter alle begrippen staat vermeld: 'een stof(fen) en/of voorwerp(en) en/of gegeven(s)'. De raadsman is kennelijk de mening toegedaan dat 'elektronica voor het kopiëren van magneetstrippen' enkel op het begrip 'voorwerp(en)' slaat, maar dit is een standpunt ten aanzien van het bewijs en komt hierna aan de orde. Hieruit volgt niet dat de tenlastelegging onvoldoende duidelijk is. Concluderend is naar het oordeel van de rechtbank de tenlastelegging, in samenhang met het dossier, voldoende duidelijk en voldoet deze aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, zodat verdachte voldoende duidelijk is wat hem verweten wordt. De dagvaarding is geldig.
3.2 Overige voorvragen
Deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde
4.1 Feiten en omstandigheden
4.1.1 De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.i Naar aanleiding van een reeks aangiften in de maand augustus 2009 in de regio Utrecht, hebben verbalisanten een onderzoek gedaan naar de locaties Binnenweg Eindhoven en Botersloot Eindhoven vermeld als locaties van geldopnames op de afschriften van rekeningnummers van aangevers. Hierbij bleek het te gaan om een amusementscenter waarvan de feitelijke vestigingen zich bevinden aan de Oude Binnenweg (Casino Roman Palace) respectievelijk de Botersloot (Casino Diamond Palace) te Rotterdam.ii Waar in dit verband Eindhoven is genoemd, begrijpt de rechtbank dit als Rotterdam.
4.1.2 Op 5 maart 2009 heeft [ZD2] (hierna: [ZD2]), geboren in 1933, aangifte gedaan van diefstal c.q. pinfraude. Op 3 maart 2009 werd er bij haar te Uithoorn aangebeld en [ZD2] zag een man staan met een uniform jas met opschrift TNT-post en een pakje. Op het pakje stonden de volledige naam en het adres vermeld van [ZD2] en zij moest nog 96 cent pinnen. [ZD2] probeerde twee keer te pinnen, maar het apparaat gaf steeds storing aan. [ZD2] wilde het pakje aanpakken, maar dat stopte de man snel in zijn schoudertas. Hij zei: 'Ik kom morgen terug', maar de man is niet meer langs geweest. [ZD2] heeft het postkantoor gebeld en daar vertelden ze haar dat er geld van de rekening was gehaald bij winkels en de ABN-Amro.iii In totaal werd er een bedrag van € 5.678,04 van de rekening afgeschreveniv bij banken te Amstelveen en Amsterdam en bij casinobedrijven te Zandvoort en Amsterdam en winkels te Amsterdam.v
4.1.3 Op 6 december 2009 heeft [ZD 3 3] (hierna: [ZD 3 3]), geboren in 1936, aangifte gedaan van poging tot oplichting. Op 20 oktober 2009vi werd er bij haar woning aan de [C-straat] te [plaats] aangebeld. [ZD 3 3] zag een medewerker van TNT-post voor de voordeur staan. Hij had een pakketje voor [ZD 3 3] welke was voorzien van haar meisjesnaam en de naam van haar overleden man [naam man ZD 3 3]. De man zei tegen [ZD 3 3] dat zij het bedrag van 92 eurocent moest pinnen. De man had een mobiel pinapparaat bij zich en [ZD 3 3] heeft haar pinpas door het apparaat gehaald. De man zei dat de transactie niet was gelukt, waarop [ZD 3 3] het nog een keer heeft geprobeerd, wat weer niet lukte. De man heeft vervolgens de pinpas door het apparaat gehaald en [ZD 3 3] heeft de pincode ingevoerd. De man zei dat het weer niet lukte, haalde de pinpas weer door het apparaat en [ZD 3 3] heeft wederom haar pincode ingevoerd. [ZD 3 3] vertrouwde de man niet meer en vroeg haar pinpas terug. De man zei dat het mobiele pinapparaat mogelijk defect was geraakt bij een val en vroeg of hij de volgende dag terug mocht komen. [ZD 3 3] had er geen goed gevoel over en heeft de bank gebeld om haar rekening te blokkeren.vii Op 20 oktober 2009 is getracht van de rekening van [ZD 3 3] € 250,- op te nemen. Dit is niet gelukt in verband met unauthorized card usage.viii
4.1.4 Op 21 oktober 2009 doet [ZD3] (hierna: [ZD3]), geboren 1949, aangifte van oplichting. Op 20 oktober 2009 tussen 13.00 en 13.10 uur, werd er op de deur van haar woning [D-straat] te [plaats] geklopt. [ZD3] zag een man voor de deur staan met een pakje. Op dit pakje was een witte sticker geplakt met erop getypt '[ZD3], [D-straat] te [plaats]'. Het pakje was ongeveer 10 cm bij 15 cm bij 10 cm hoog. De man zei dat hij een pakje voor haar had en dat zij 80 eurocent moest betalen voor verzendkosten en 16 eurocent voor het pinnen. [ZD3] wilde met 1 euro betalen maar de man zei dat hij geen geld mocht aannemen en dat alles over de pin ging. [ZD3] haalde haar bankpas met rekeningnummer [rek.nr. 8] en pinde hiermee met het mobiele pinapparaat dat de man bij zich had. Het apparaat gaf op het display 'storing' aan. De tweede keer dat [ZD3] de pinpas er door haalde en de pincode intoetste gaf het apparaat weer storing aan. [ZD3] probeerde voor de derde keer te pinnen. Ze zag wederom dat er een storing was. [ZD3] heeft zeker vier keer haar pincode in moeten toetsen. De man zei dat ze het pakje over vijf werkdagen bij een TNTwinkel in Beverwijk kon ophalen. De man droeg een TNTjas, oranje van kleur. Na omstreeks 16.00 uur belde de recherche met [ZD3] en deelde haar mee dat er en pintransactie was geweest van € 250,-. [ZD3] noch haar man hebben dit bedrag gepind.ix Op 20 oktober 2009 om 14.48 uur is er een bedrag van € 250,- opgenomen van rekeningnummer [rek.nr. 8] bij de ING Bank te Amstelveen.x
4.1.5 Op 21 oktober 2009 doet [ZD3 2] (hierna: [ZD3 2]), geboren 1933, aangifte van oplichting. Op 20 oktober 2009 tussen 13.00 en 15.30 uur, werd er bij de centrale toegangsdeur van haar flat aan de [E-straat] te [plaats] gebeld. De man die zich via de huistelefoon meldde zei dat hij een pakketje had voor [ZD3 2]. De man zei dat er een bedrag aan portokosten betaald moest worden. De man kwam naar boven. Hij had een pakketje vast en had een los papier bij het pakketje waarop de naam van aangeefster geprint stond. [ZD3 2] wilde contant betalen, maar alles moest gepind worden. De man hield een apparaat vast waarop [ZD3 2] moest pinnen. De man zei dat ze 96 cent moest pinnen. [ZD3 2] probeerde dit door haar pas door een gleuf in het apparaat te halen en haar pincode in te toetsen. Ze zag dat op het display het woord 'storing' kwam te staan. Ze herhaalde haar handelingen, zag wederom 'storing' staan. De man zei dat het pinapparaat bij de vorige klant was gevallen omdat een hond tegen hem opsprong, en kennelijk defect was geraakt. De man zei dat hij op vrijdag terug zou komen met het pakketje. De man droeg een jas van TNT met oranje erin. Op 21 oktober 2009 deed [ZD3 2] boodschappen en wilde zij pinnen, maar dit lukte niet omdat er onvoldoende saldo op haar rekening stond. Bij de bank vertelde men dat er drie bedragen van haar rekening waren afgehaald. [ZD3 2] heeft de bedragen niet zelf gepind. Er was in totaal € 1.590,- gepindxi bij banken te Amstelveen (ING), Amsterdam (Fortisbank) en Hilversum (ING).xii
4.1.6 Op 22 oktober 2009 doet [ZD9] (hierna: [ZD9]), geboren 1927, aangifte van oplichting. Op 20 oktober 2009 te 15.00 uur werd er bij haar aan de deur van de centrale toegangshal aan de [F-straat] te [plaats] aangebeld. Een manspersoon gaf via de intercom aan dat hij een pakje voor haar had. Hij vroeg of ze mevrouw [ZD9] was. De postbezorger kwam aanlopen en had een vierkant kartonnen doos bij zich. Ze zag geen sticker op het pakketje. [ZD9] moest voordat ze het kreeg een bedrag van 98 cent betalen. Hij vertelde dat hij geen contant geld mocht aannemen en wilde dat [ZD9] met haar bankpas betaalde. Hij toonde haar een mobiel pinautomaat. De bezorger haalde haar bankpas van de ING door het apparaat en draaide zich om. Volgens hem was de transactie niet gelukt en [ZD9] probeerde nog twee keer te pinnen. De man vertelde dat hij bij een eerdere klant van een bouvier hond was geschrokken waardoor hij de mobiele pinautomaat had laten vallen. In totaal heeft [ZD9] vier keer getracht een transactie te doen wat volgens de postbezorger niet was gelukt. De bezorger is weggegaan met de afspraak dat hij aanstaande vrijdag terug zou komen.xiii Blijkens het overzicht van geldopnames is op 20 oktober 2009 om 14.47 uur bij de INGbank Amstelveen € 780,- opgenomen.xiv
4.1.7 Op 20 oktober 2009 hebben opsporingsambtenaren observatiewerkzaamheden verricht. Om 12.19 uur werd gezien dat een grijze Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 1] geparkeerd stond op de [G-straat] te [plaats], waarbij observant de bestuurder herkende als [verdachte]. De passagier NN1 werd later herkend als [medeverdachte 3]. Om 12.49 uur stond de Golf geparkeerd op de [H-straat] te Beverwijk, met alleen [verdachte] nog in het voertuig. Observanten zagen om 12.50 uur dat [medeverdachte 3], gekleed in een TNT jas, met een TNT tas, op de [D-straat] te [plaats] stond. [medeverdachte 3] hield een wit doosje in zijn hand en belde aan bij nummer [nr]. Hij overhandigde het doosje aan de persoon die de deur had opengedaan en hij haalde een kastje, lijkend op een hand-pinautomaat, uit zijn tas. Hij ging het perceel in. Om 13.01 uur werd gezien dat [medeverdachte 3] en een vrouw uit het perceel kwamen en voor de deur bleven staan. De vrouw hield een pasje in haar hand en haalde deze door de hand-pinautomaat die door [medeverdachte 3] werd vastgehouden. De vrouw wreef het pasje langs haar kleding en haalde het wederom door de pinautomaat. Van deze waarnemingen zijn fotografische opnamen gemaakt. [verdachte] stapte om 13.02 uur uit de auto en liep in de richting van de [D-straat], in de richting van [medeverdachte 3]. Toen [verdachte] [medeverdachte 3] tegenkwam, draaide hij zich om en liep terug Hij stapte in de Volkswagen Golf, reed weg en verderop stapte [medeverdachte 3] als passagier in bij [verdachte]. Om 14.22 uur werd de Volkswagen Golf geparkeerd gezien in de [G-straat] te [plaats]. Om 14.37 uur werd gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 3] uit [G-straat nr] kwamen, in de Golf stapten en wegreden. De Golf werdd om 14.45 uur geparkeerd op de Meander te Amstelveen. Gezien werd dat [verdachte] bij de ING geldautomaat op het Buitenplein pinde. Gezien werd dat [verdachte] met meerdere pasjes pinde en dat hij geld uit de automaat haalde. Gezien werd dat [medeverdachte 3] zich in de directe omgeving ophield. Hier zijn fotografische opnamen van gemaakt. Om 15.28 uur werd gezien dat de Golf stopte op de Jan Evertsenstraat, dat [verdachte] uitstapte en ging pinnen bij de geldautomaat van Fortisbank. [verdachte] haalde een pasje uit zijn borstzak en stopte deze in de geldautomaat, en kreeg na het verrichten van pinhandelingen geld van de automaat.xv
4.1.8 Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat de observatie bij [ZD3] op 20 oktober 2009 juist is en dat hij die dag met meerder pasjes heeft gepind en het zou kunnen dat het de pasjes waren van de drie dames in Beverwijk.xvi
4.1.9 Op 19 oktober 2009 doet mevrouw [ZD4] (hierna: [ZD4]), geboren 1931, aangifte van oplichting. Op 15 oktober 2009 tussen 11.00 en 12.00 uur, werd er bij de voordeur van haar woning [I-straat] te [plaats] aangebeld. [ZD4] zag een jongeman met een oranje jas aan. De jas had ook nog een andere kleur. De man had een pakje in zijn handen en op dat pakje was een enveloppe bevestigd waarop haar naam en adres stonden vermeld. De man vertelde dat ze 95 cent moest betalen en dat ze dit moest pinnen. De man haalde een apparaat tevoorschijn dat door [ZD4] werd herkend als een pinapparaat. [ZD4] haalde haar pinpas door het apparaat en toetste haar pincode in. [ZD4] zag dat het apparaat een foutmelding gaf, op het display stond 'transactie mislukt'. [ZD4] probeerde nog twee of drie keer te pinnen en al deze pogingen mislukten. De man zei dat hij het pakje mee terug nam en dat hij een andere keer zou terugkomen. Op 16 oktober 2009 werd ze gebeld door een medewerkster van de ING die vertelde dat er met haar pinpas was gepind en dat binnen korte tijd grote bedragen waren opgenomen. Het gaat om ongeveer € 4.000,-. De pas is geblokkeerd. xvii
4.1.10 Er werd contact opgenomen met de ING. Verklaard werd dat op 15 oktober 2009 om 12.59 uur door het systeem een pintransactie was geregistreerd van € 950,- van de rekening van [ZD4]. Deze tijd kan iets afwijken van de werkelijke transactietijd. Verbalisant keek de camerabeelden uit die zien op de in- en uitgang van het postkantoor aan de Raadhuisstraat te Amsterdam. Gezien werd dat - naar later bleek (zie 4.1.11) - [medeverdachte 13] het postkantoor in- en uitloopt, cameratijd 12.55.08 uur respectievelijk 12.57.22 uur.xviii Blijkens het overzicht af- en bijschrijvingen van de rekening van [ZD4] met nummer [rek.nr. 5] is op 15 oktober 2009 om 12.59 uur een bedrag van € 950,- opgenomen van haar rekening. Op 15 en 16 oktober 2009 is tussen 12.21 uur en 00.20 uur een bedrag van in totaal € 5.990,- opgenomen op diverse plaatsen, naast het postkantoor Raadhuisstraat: het postkantoor Kinkerstraat, ING Kastelenstraat Amsterdam, Fortis Amsterdam, negen maal bij de Botersloot te Rotterdam en als laatste bij de ING bank te Amsterdam.xix
4.1.11 Op 15 oktober 2009 is [verdachte] door de politie onder observatie genomen. Om 13.00 uur werd gezien dat de Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 1], stond geparkeerd voor het postkantoor op de Raadhuisstraat ter hoogte van de Singel te Amsterdam. [verdachte] zat als bestuurder in de Golf, NN1, die later werd herkend als zijnde [medeverdachte 3], zat als bijrijder in de Golf. Gezien werd dat NN2, die later werd herkend als [medeverdachte 13], naar de Golf liep vanuit de richting van het postkantoor en instapte. De Golf reed weg en op de Bos en Lommerweg stapte [medeverdachte 13] uit. Om 13.09 uur werd gezien dat [verdachte] uit de Golf stapte en naar de twee pinautomaten van Fortis bank aan de Bos en Lommerweg liep. [verdachte] maakte gebruik van de rechtse pinautomaat. Nadat [verdachte] was weggelopen maakte een observant als tweede persoon na [verdachte] gebruik van die pinautomaat om 13.11 uur.xx Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij die dag bij [medeverdachte 13] was, maar niet gevraagd heeft aan hem om te pinnen. Het klopt ook dat hij later die dag bij de Fortis bank heeft gepind, hij weet alleen niet meer met welke pas.xxi[medeverdachte 13] heeft verklaard dat hij € 950,- heeft gepind. Twee Marokkaanse jongens kwamen naar hem toe en vroegen of hij geld wilde verdienen. Hij kreeg een ING pas met pincode.xxii
4.1.12 Op 7 oktober 2009 heeft [ZD6] (hierna: [ZD6]), geboren 1922, aangifte gedaan van oplichting. Op 1 oktober 2009 werd er omstreeks 13.00 uur bij haar woning aan het [J-straat] te [plaats] aangebeld. [ZD6] zag een man met een oranje posttas met daarop de tekst TNT en een gekleurde bodywarmer aan staan. De man zei dat hij een pakketje voor haar had en vroeg of zij mevrouw [naam man ZD6] was. [naam man ZD6] is haar aangetrouwde naam. De man vertelde dat ze 99 cent moest betalen om het pakketje in ontvangst te kunnen nemen en dat ze niet contant kon betalen. De man toonde een mobiel pinapparaat. [ZD6] haalde tot drie maal toe haar pinpas langs de pingleuf en toetste haar pincode in. De man zei dat het niet goed ging. De man haalde haar pinpas nogmaals langs de gleuf en [ZD6] voerde de pincode in. De man zei dat het apparaat het weer niet deed en dat het eerder die dag was gevallen toen hij schrok van een hond. De man zei dat hij maandag terug zou komen om het pakketje te bezorgen. De buurvrouw vertelde [ZD6] de volgende dag dat zij de man ook had gezien en er niet zo'n fijn gevoel bij had. [ZD6] nam contact op met haar bank en hoorde dat er een geldbedrag van haar rekening was afgehaald. Het gaat om rekeningnummer [rek.nr. 1] van de ING en [rek.nr. 2] van de ABN AMRO.xxiii Blijkens het overzicht bij- en afschrijvingen van rekening [rek.nr. 2] is op 1 oktober 2009 om 15.43 uur bij de ING te Amsterdam een bedrag van € 250,- opgenomen en om 19.13 uur te Botersloot Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam) een bedrag van € 300,-. Op 2 oktober 2009 is om 00.02 uur een bedrag van € 250,- opgenomen bij ING te Amsterdam.xxiv Blijkens het rekeningafschrift van de ING met nummer [rek.nr. 1] is tussen 1 oktober 2009 15.42 uur en 2 oktober 2009 00.01 uur in totaal € 2.540,- opgenomen bij de ING bank te Amsterdam en de Binnenweg te Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam).xxv
4.1.13 Op 30 oktober 2009 heeft [ZD5] (hierna: [ZD5]), geboren 1943, aangifte gedaan van oplichting. Op 26 oktober 2009 werd er omstreeks 15.10 uur beneden bij haar woning aan de [K-straat nr] te [plaats] aangebeld. Via de huistelefoon hoorde ze dat er een bezorger van TNTpost stond met een pakje. Toen de man kwam aanlopen zag [ZD5] dat hij een uniform van TNTpost aanhad en dat hij een schoudertas met een oranje klep en met de letters TNT erop had. De man hield in zijn hand een wit pakje met daarop een wit etiket op met haar meisjesnaam, [ZD5]. [ZD5] moest er nog 96 cent voor betalen en dit kon alleen door te pinnen. De man haalde een pinapparaat uit zijn tas. Op de vraag van [ZD5] om zich te legitimeren wees de man op zijn uniform, dat hij deze niet voor niks had gekregen. De man legde uit hoe het apparaat werkte. [ZD5] vroeg nogmaals aan hem of hij niet nep was. [ZD5] haalde haar pinpas van de ING door het apparaat en toetste haar pincode in. Op het schermpje zag zij een storingsmelding staan. Ze toetste de pincode opnieuw in en kreeg weer de storingsmelding te zien. De man vroeg het haar nog een keer te proberen. Hij vertelde dat hij erg geschrokken was van een hond toen hij bij de flat aankwam en het pinapparaat uit zijn handen heeft laten vallen. [ZD5] pinde voor de derde keer. De man zei dat hij het pakje meenam en over een paar dagen terug zou willen komen. Nadat de man was vertrokken, heeft [ZD5] met haar kinderen gebeld en haar zoon heeft haar pas laten blokkeren. Van haar rekening is niets afgeschreven.xxvi
4.1.14 Op 26 oktober 2009 hebben opsporingsambtenaren observatiewerkzaamheden verricht. Om 13.20 uur werd gezien dat de Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 1] uit de [G-straat] te [plaats] kwam rijden met [verdachte] als bestuurder en [medeverdachte 3] als passagier. Om 15.00 uur werd gezien dat de Volkswagen geparkeerd stond te [plaats] op de [L-straat]/[M-straat]. Beide personen zaten nog in de auto. Om 15.09 uur werd gezien dat [medeverdachte 3] op de [K-straat] te [plaats] liep, gekleed in een zwartoranje TNT jas en met over zijn schouder een TNT tas. In zijn handen had hij een pakketje. Om 15.10 uur werd [verdachte] als bestuurder van de Volkswagen Golf gezien, hij stond geparkeerd op de [N-straat] ter hoogte van de [K-straat]. [medeverdachte 3] ging de centrale hal van een flat aan de [K-straat] in en belde aan bij nummer [nr] op de vierde etage. De deur werd geopend en [medeverdachte 3] had contact met een vrouw in de hal van de woning. Tien minuten later werd gezien dat [medeverdachte 3] uit de woning kwam, en op de galerij het pakketje in de TNT tas stopte. Op de [N-straat] stapte [medeverdachte 3] in de geparkeerde Volkswagen, die wegreed. Om 16.16 uur werd gezien dat de Volkswagen Golf geparkeerd stond op de [G-straat]. Om 16.27 uur verlieten [medeverdachte 3] en [verdachte] het portiek [G-straat] [nr-nr]. [verdachte] reed weg in de Golf en [medeverdachte 3] reed weg in de Opel Astra. Om 16.40 uur parkeerde [verdachte] de Golf op de Heenvlietlaan te Amsterdam ter hoogte van het winkelcentrum, stapte uit en liep richting de winkels en de ING bank. [medeverdachte 3] parkeerde de Opel op de Heenvlietlaan hoek Kastelenlaan, stapte uit en bleef op de hoek wachten. Om 16.43 uur werd gezien dat de auto's wegreden.xxvii Verdachte heeft erkend dat hij die dag in de buurt was van de [K-straat] en hij in de Volkswagen Golf zat met [medeverdachte 3].xxviii
4.1.15 Op 27 oktober 2009 werd contact opgenomen met de ING. Na raadpleging van het bedrijfsprocessensysteem bleek dat op 26 oktober 2009 om 16.43 uur getracht was geld op te nemen van de rekening van [ZD5] bij een ING geldautomaat aan de Kastelenstraat 70 te Amsterdam. De pinpas zou hierbij zijn ingeslikt door de automaat.xxix Op 27 oktober 2009 heeft de eigenaar van de C1000 aan de Kastelenstraat 70 te Amsterdam de geldautomaat van de ING geopend en gezien dat er in de automaat vier passen aanwezig waren, één witte pas en drie airmilespassen. De passen werden aan verbalisanten overhandigd. De op de passen aanwezige magneetstrippen zijn met speciale apparatuur uitgelezen. Op de magneetstrip van een blauwe airmilespas, waarop met pen een blauwe '2' staat geschreven, staan gegevens die blijkens informatie van de ING horen bij rekeningnummer [rek.nr. 1], van [ZD6]. Op de magneetstrip van een blauwe airmilespas met weggekrast nummer staan gegevens die blijkens informatie van de ING behoren bij rekeningnummer [rek.nr. 3], van [ZD5]. Op een door de geldautomaat vervaardigde bon die door [persoon 2] aan verbalisanten werd overhandigd staat vermeld dat op 26 oktober 2009 om 16.43 was gepoogd geld op te nemen van bankrekening nummer [rek.nr. 3], waarbij op de bon onder meer staat vermeld 'unauthorized card usage.xxx
4.1.16 Op 15 april 2009 heeft [ZD9] (hierna: [ZD9]), geboren in 1921 aangifte gedaan van oplichting. Op 11 april 2009 werd er bij haar woning aan de [O-straat] te [plaats] aangebeld en [ZD9] ziet een man staan gekleed in een TNT jas, met een pakje en een brief. In de brief stond dat de kosten voor het bezorgen 96 cent zouden zijn. [ZD9] moest pinnen voor ontvangst van het pakje. Ze heeft drie keer haar pincode ingetoetst. De man zei dat het niet lukte en dat hij moest adviseren het pakje maar bij het postkantoor op te gaan halen. Die avond is zij thuis gebeld door iemand die zei dat hij van de ING was en dat haar pas was geblokkeerd omdat er tot driemaal toe een foutieve pincode was ingetoetst. In haar boosheid heeft [ZD9] haar pincode aan deze man verteld. Op 15 april 2009 is [ZD9] gebeld door iemand van de ING die meldde dat haar gehele rekening leeg was.xxxi In totaal werd een bedrag van € 13.367,50 onrechtmatig van de rekening afgeschreven op locaties in Amstelveen (ING), Amsterdam (Mario Patrick, ING, ABN), Haarlem (ABN/AMRO, FCH), Zandvoort (Casino) en Rotterdam (XXX, City Hall BV, Amusementscenter Binnenweg).xxxii
4.1.17 Op 2 juni 2009 heeft [ZD10] (hierna: [ZD10]), geboren in 1927 aangifte gedaan van skimming. Op 29 mei 2009 werd er bij haar woning aan de [P-straat] te [plaats] aangebeld door een man die zei dat hij een pakketje had voor haar en dat hij van een koeriersdienst was. [ZD10] moest 96 cent betalen voor ontvangst van het pakje. Ze heeft drie keer haar pincode ingetoetst. De man zei dat het niet lukte en dat hij op 2 juni 2009 terug zou komen met het pakketje. Het lukte [ZD10] de volgende dagen niet om in te loggen op haar rekening. Op 2 juni 2009 is zij naar de bank gegaan. Daar kreeg zij te zien dat er vier bedragen die zij niet herkende, van haar rekening waren opgenomen in Amsterdam (Rabobank, ABN), in totaal € 1.250,-.xxxiii De Rabobank heeft beveiligingsbeelden ter beschikking gesteld van twee van genoemde geldopnames.xxxiv
4.1.18 Op 30 mei 2009 heeft [ZD 10 2] (hierna: [ZD 10 2]), geboren in 1923 aangifte gedaan van oplichting en diefstal. Op 29 mei 2009 werd er bij haar woning aan de [Q-straat] te [plaats] aangebeld door een jongen, met een donker gekleurd petje en een oranje jas die leek op de jas van een postbode, die zei dat hij een pakketje voor haar had, dat zij het moest aannemen en dat zij een euro moest betalen. Er kon alleen maar gepind worden. [ZD 10 2] heeft drie keer gepind waarbij de pinautomaat steeds een storing aangaf. De volgende dag ontdekte [ZD 10 2] dat zij geen saldo meer op haar rekening had. De baliemedewerkster van de ABN Amro bank gaf aan dat er bedragen in Amstelveen, Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam) en Amsterdam (ING) waren gepind, totaal € 2.610,-.xxxv
4.1.19 Op 11 augustus 2009 heeft [ZD 10 3] (hierna: [ZD 10 3]), geboren in 1921 aangifte gedaan van oplichting. Op 4 augustus 2009 werd er bij haar woning aan de [R-straat] te [plaats] aangebeld, door een man die zei dat hij een pakketje voor haar had en dat zij voor ontvangst een bedrag van 96 cent moest pinnen. Na drie mislukte pogingen om te pinnen zei de man dat de batterij leeg was. [ZD 10 3] mocht het pakketje niet pakken, de man zou op 11 augustus 2009 terugkomen. Hij had kleding aan van een besteller, met een jasje, hoofdkleur donkerrood.xxxvi Op 11 augustus 2009 ontdekte [ZD 10 3] dat er grote bedragen van haar rekening waren afgeschreven, totaal € 5.690,- in Amsterdam (ING, Fortisbank) en Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam).xxxvii
4.1.20 Op 9 juni 2009 heeft [ZD 11 3] (hierna: [ZD 11 3]), geboren in 1928 aangifte gedaan van oplichting. Die dag werd er bij haar woning aan de [S-straat] te [plaats] aangebeld en een Marokkaanse man toonde een pakketje van de ING, met daarop een wit papiertje met haar naam en adresgegevens. In de rechterhoek stond 96 cent. De man zei dat ze 96 cent moest betalen, dat hij geen contant geld mocht aannemen, maar dat zij wel mocht pinnen. Hij haalde een draadloos pinapparaat tevoorschijn. [ZD 11 3] heeft haar pas door dat apparaat heen gehaald en drie keer haar pincode ingetoetst, waarbij steeds "storing" in het display kwam te staan. De man zei dat hij later wel weer terug zou komen en ging weg met het pakketje. 's Middags ontdekte [ZD 11 3] dat er totaal € 2.600,- van haar rekening was afgehaald op locaties te Amsterdam (ING, ABN, postkantoor).xxxviii
4.1.21 Op 16 juni 2009 heeft [ZD11 2] (hierna: [ZD11 2]), geboren in 1927 aangifte gedaan van poging tot oplichting. Op 9 juni 2009 werd er bij haar woning aan de [T-straat] te [plaats] aangebeld. Een man met een donker jack met oranje erin vroeg of zij [ZD11 2] was en zei dat hij een pakketje voor haar had. Ze ging naar de centrale hal en herkende de man als TNT-bezorger. Hij zei dat er 98 cent portokosten betaald moesten worden. Hij liep met haar mee naar boven. Toen [ZD11 2] contant wilde betalen zei de man dat hij geen contant geld mocht aanpakken en dat hij een mobiel pinapparaat bij zich had waarmee zij moest betalen. [ZD11 2] haalde haar pas door het apparaat en toetste haar pincode drie keer in, waarbij er steeds een storingsmelding kwam. Toen heeft [ZD11 2] gezegd dat ze het niet meer vertrouwde, waarna de man zei dat ze het pakketje dan op het postkantoor moest ophalen. Aangeefster heeft vervolgens direct bij de TNT geïnformeerd en gehoord dat de medewerkers wel contant geld mogen aannemen. Zij heeft toen haar pas laten blokkeren. Er zijn geen onrechtmatige geldbedragen opgenomen. [ZD11 2] heeft verder gemeld dat voordat de man bij haar aanbelde zij telefoon had gehad van iemand die vroeg naar [naam 1] (fonetisch).xxxix De politie heeft dit nummer achterhaald en de printgegevens opgevraagd. Daaruit blijkt dat het prepaidnummer een aantal telefoonnummers in [plaats] rond dezelfde tijd steeds tweemaal had gebeld, terwijl van de acht bekende skimmingzaken in [plaats] vijf telefoonnummers op de printgegevens staan. Ook waren alle telefoonnummers terug te vinden op internet.xl Tot de gebelde nummers behoren ook de vaste nummers van [ZD 11 3] en [ZD11 2].xli
4.1.22 Op 10 juni 2009 heeft [ZD11] (hierna: [ZD11]), geboren in 1927 aangifte gedaan van skimming. Op 9 juni 2009 werd er bij haar woning aan de [U-straat] te [plaats] aangebeld. Er stond een man met een pakketje, die zei dat hij een pakketje moest afgeven en dat zij nog 99 cent moest betalen. Zij moest dit bedrag pinnen omdat de man geen contant geld mocht aannemen. [ZD11] heeft haar pinpas door een pinapparaat gehaald en haar pincode ingetoetst. Het apparaat deed het niet en de man zei dat de batterij waarschijnlijk leeg was. De man zei dat hij een dag later terug zou komen om het pakketje af te leveren. De volgende dag ontdekte [ZD11] dat er onrechtmatig € 3010,- van haar rekening was opgenomen in Amsterdam (ING) en Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam).xlii
4.1.23 Op 14 oktober 2009 heeft [ZD 12 2] (hierna: [ZD 12 2]), geboren in 1923 aangifte gedaan van diefstal. Op 13 oktober 2009 te 09.30 uur werd er bij haar woning aan de [V-straat] te [plaats] aangebeld en [ZD 12 2] ziet een man staan gekleed in een pak van TNT post, met een pakje in zijn hand. [ZD 12 2] moest 96 cent voor de verzendkosten betalen, die zij niet contant mocht betalen. [ZD 12 2] heeft drie keer haar pincode ingetoetst. De man zei dat het apparaat waarschijnlijk defect was. Hij nam het pakje mee en zou later terug komen. De volgende dag ontdekte [ZD 12 2] dat er onrechtmatig bedragen, tot een totaal van € 1.250,- van haar rekening waren afgeschreven te Amstelveen (Rabobank) en het Amusementscenter aan de Binnenweg te Rotterdam.xliii
4.1.24 Op 15 oktober 2009 heeft [ZD12], geboren in 1924 (hierna: [ZD12]) aangifte gedaan van oplichting. Op 13 oktober 2009 te 16.15 uur werd er bij haar woning aan de [W-straat] te [plaats] aangebeld en [ZD12] zag een man staan, gekleed in een uniform van TNT Post, die meedeelde dat hij een pakje voor haar had. Ze moest voor ontvangst 96 cent betalen, dat zij diende te pinnen. Zij heeft diverse keren haar pas door het apparaat gehaald, maar er stond steeds storing op. De man zei dat hij later zou terugkomen met een goed pinapparaat. Een half uur later werd zij gebeld door iemand die zei dat hij van de ING was en die haar verzocht niet meer te pinnen tot de volgende dag. Op 14 oktober 2009 heeft [ZD12] contact opgenomen met de bank en toen bleken er verschillende onrechtmatige geldopnames te hebben plaatsgevonden, in Amstelveen (Rabobank, ING) en in het Amusementscenter aan de Binnenweg te Rotterdam, tot een totaalbedrag van € 1.640,-.xliv Van de geldopname bij de Rabobank te Amstelveen zijn beelden beschikbaar.xlv Daarnaast heeft de politie de videobewakingsbeelden van het Amusementscenter Roman Palace aan de Binnenweg te Rotterdam opgevraagd van 13 oktober 2009 tussen 20.00 en 21.00 uur in verband met geldopnames van de rekeningen van [ZD 12 2] en [ZD12] op die locatie.xlvi
4.1.25 Op 14 november 2009 heeft [ZD13] (hierna: [ZD13]), geboren in 1958 aangifte gedaan van poging tot oplichting. Op 11 november 2009 werd zij gebeld op haar huistelefoon. Een persoon stelde zich voor met de naam [naam 2] van Agis, en vertelde dat hij namens Agis een presentje met een cadeaubon mocht aanbieden, waarvoor [ZD13] enkel de portkosten van 96 cent zou hoeven betalen. Dezelfde dag werd er om 14.00 uur bij de woning van [ZD13] aan de [X-straat] te [plaats] aangebeld door een man die verklaarde het presentje te komen brengen. [ZD13] wilde een euro geven voor de portokosten maar moest pinnen. De man had een mobiele telefoon bij zich en een zwart smal pinapparaatje waarin de gleuf voor de pinpas zat. De man haalde de Rabobank pinpas van [ZD13] enkele malen door het pinapparaatje. Het scherm van de mobiele telefoon lichtte enkele malen op en ging dan weer uit. De man zei dat er een storing was en dat hij het presentje ook niet kon afgeven. [ZD13] mocht wel even kijken in het presentje. In een envelop zat een klein vierkant cadeautje en een Iris check. Daarna is hij weggegaan. Op 13 november 2009 is [ZD13] gebeld door iemand die zich voorstelde als [naam 3], die zei dat hij beveiliger was van de Rabobank en dat ze het vermoeden hadden dat de pinpas van [ZD13] was geskimd en wilde haar gegevens hebben. [ZD13] vertrouwde het niet en gaf de gegevens niet. Er is niets van de rekening van [ZD13] gehaald. Zij heeft haar pas laten blokkeren.xlvii Nader onderzoek van de politie heeft uitgewezen dat er geen [naam 3] bij de Rabobank werkte. Op 19 november 2009 heeft een medewerker van Equens gemeld dat de pinpas met het rekeningnummer van [ZD13] op 12 november 2009 tweemaal was aangeboden bij de ING-bank op de Postjesweg te Amsterdam.xlviii
4.1.26 Op 6 oktober 2009 heeft [ZD14] (hierna: [ZD14]), geboren in 1932 aangifte gedaan van vervalsing van haar bankpas. Op 22 september 2009 omstreeks 11.00 uur werd er bij haar woning aan de [Y-straat] te [plaats] aangebeld en ziet [ZD14] een man staan gekleed in een uniform van TNT, met een pakje. Op het pakje zag [ZD14] haar naam en adres staan. Zij nam het pakje aan en de man vertelde haar dat zij portokosten ter hoogte van 1,96 moest betalen. Zij wilde contant betalen maar moest pinnen van de man. De man had een pinapparaat bij zich en haalde haar pas erdoor. Het apparaat gaf storing aan. De man gaf aan dat hij de volgende dag terug zou komen met het pakje. Een paar dagen later is [ZD14] naar de bank gegaan om te pinnen. Ze ontdekte dat er een totaal van € 4.200,- van haar rekening was gepind bij 14 geldopnames van € 300,- aan de Binnenweg te Eindhoven.xlix Blijkens het overzicht van de onrechtmatige geldopnames is er op 22 september 2009, tussen 15.33 uur en 17.33 uur veertien maal een geldbedrag van € 300,- en zijn nog bedragen van € 50,- en € 20,- opgenomen op de locatie Botersloot te Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam).l
4.1.27 Op 5 oktober 2009 heeft [ZD16] (hierna: [ZD16]), geboren in 1932 aangifte gedaan van oplichting. Op 3 oktober 2009 tussen 14.00 en 15.30 uur werd er aangebeld bij haar woning aan de [Z-straat] te [plaats]. Er stond en man voor de deur die zei dat hij een pakje voor haar had, maar dat er 98 cent portokosten op zat. [ZD16] zag dat het een pakje was van ongeveer 20 bij 15 centimeter, met daarop een sticker met naam en adres van [ZD16]. Toen [ZD16] met een euro wilde betalen, mocht dat niet, en moest zij pinnen. Zij moest haar pas door een pinapparaat heen halen, en haar pincode intoetsen terwijl de man zich omdraaide. Het apparaat gaf tweemaal storing aan. De man vertelde dat hij het apparaat bij de vorige klant op de grond had laten vallen, doordat er een grote hond op hem sprong. Op voorstel van de man heeft [ZD16] nog eenmaal haar pas door het apparaat gehaald en haar pin ingevoerd. Toen het apparaat opnieuw storing aangaf zei dat man dat een week later zou terugkomen. De man had kleding van TNT aan en had een plastic tas met een riem schuin over zijn lichaam om. Op 4 oktober 2009 ontdekte [ZD16] dat er op 3 en 4 oktober 2009 onrechtmatige geldopnames van haar rekening hadden plaatsgevonden op locaties te Amstelveen (ING), Amsterdam (ING, Fortis) en het Amusementscenter Botersloot te Eindhoven (de rechtbank begrijpt: Rotterdam), tot een totaal van € 5.000,-.li
4.1.28 [ZD18] (hierna: [ZD18]) heeft aangifte gedaan. Op 17 november 2009 omstreeks 16.30 uur werd bij de woning van haar te [plaats] aangebeld door een man in TNT-kleding. Vervolgens werd middels de bekende modus operandi de ABN-AMRO pinpas van het slachtoffer geskimt. Als smoes voor de storing van het pinapparaat gaf de man in TNT kleding aan dat het apparaat eerder die dag was gevallen door een rottweiler van een eerdere klant. Het totale bedrag dat onrechtmatig werd opgenomen is € 1100,-. Bij [ZD18 2] (hierna: [ZD18 2]) werd op 17 november 2009 tussen 15.00 uur en 16.00 uur aangebeld bij haar woning te [plaats] door een man in TNT kleding. Vervolgens werd de Fortis Bank pinpas van het slachtoffer geskimt. Als smoes voor de storing van het pinapparaat gaf de man in TNT kleding aan dat het apparaat eerder die dag was gevallen doordat hij schrok van een hond. Het totale onrechtmatig opgenomen bedrag luidt € 4.790,-. Op 18 november 2009 werd omstreeks 14.30 aangebeld bij [ZD18 3] (hierna: [ZD18 3]) te [plaats] door een man in TNT kleding. Vervolgens werd middels de bekende modus operandi bankpassen van respectievelijk Postbank en Fortis Bank van het slachtoffer geskimt. Het totale bedrag dat onrechtmatig werd opgenomen: € 11.050,-.lii
4.1.29 Op 27 maart 2009 heeft [ZD35] (hierna: [ZD35]), geboren in 1948, aangifte gedaan van oplichting. Op 26 maart 2009 werd omstreeks 11.30 uur beneden bij haar woning aan de [AA-straat] te [plaats] aangebeld. Een man zei dat hij van de TNT was en een pakje had voor haar. De TNT beambte kwam vlak daarna bij haar op de galerij. De man droeg een TNT jas. De man overhandigde een pakje aan [ZD35]. Hij zei dat hij 96 cent van haar kreeg en dat ze moest pinnen. De man overhandigde een pinapparaat. De TNT beambte kwam op [ZD35] betrouwbaar over. Ze haalde haar pinpas, behorende bij INGrekening nummer [rek.nr. 6], door het pinapparaat en tikte de pincode in. [ZD35] zag op het schermpje 'storing' staan. Ze probeerde het nog een keer, met weer de melding storing. [ZD35] pakte haar andere betaalpas, behorende bij ING rekening nummer [rek.nr. 7], haalde deze door het pinapparaat en tikte wederom haar pincode in. Het woord 'storing' verscheen weer. De man zei dat ze het nog een keer moest proberen maar dat deed [ZD35] niet. De man zei dat hij het pakje morgen weer zou komen brengen of het zou achterlaten op het postkantoor. Op het pakje stond aan de voorzijde het adres van [ZD35] en erboven een sticker met de tekst 'te betalen 96 cent'. [ZD35] zei dat hij het maar terug moest sturen naar de afzender. [ZD35] controleerde later, omstreeks 13.45 uur, haar twee rekeningen via internetbankieren. Op dat moment waren er geen vreemde bedragen afgeschreven. Op 27 maart 2009 werd [ZD35] gebeld door een medewerker van Veiligheidszaken van de ING. Deze vertelde [ZD35] dat er van haar rekening met nummer [rek.nr. 7] veel bedragen waren afgehaald. [ZD35] schrok en dacht meteen aan de TNTman. Van haar andere rekening bleken nog geen bedragen te zijn afgehaald en deze rekening is gelijk geblokkeerd. Er is een totaalbedrag van € 5.830,- weggenomen. De man aan de deur droeg een tas met een logo van TNT.liii Blijkens het overzicht van de betaalrekening met nummer [rek.nr. 7] zijn er tussen 26 maart 2009 16.07 uur en 27 maart 2009 00.07 uur verschillende bedragen opgenomen bij de ABN AMRO bank, de ING bank, de Fortis bank alle te Amsterdam, de Play In Amsterdam, Mario Patrick te Amsterdam, Magic City te Amsterdam, Sunny World Amsterdam en Macao Amusement te Amsterdam.liv
4.1.30 Op 20 oktober 2009 heeft [ZD36], geboren 1934 (hierna: [ZD36]) aangifte gedaan van het vervalsen van een betaalpas. Op 17 oktober 2009 werd er bij haar woning aan de [BB-straat] te [plaats] aangebeld. [ZD36] zag een man staan gekleed in een uniform van de TNT, met een pakketje in zijn hand waarop een etiket met naam en adres van aangever erop. De man zei dat [ZD36] 1 euro afleveringskosten moest betalen. De man mocht geen contant geld aannemen en daarom moest [ZD36] pinnen voor ontvangst van het pakje. Ze heeft twee keer haar pas erdoorheen gehaald en haar pincode ingetoetst. De man zei dat de pas niet werkte en dat hij later zou terugkomen met het pakje. Op 18 oktober omstreeks 18.00 uur ontdekte [ZD36] dat er veel geld onrechtmatig van haar rekening was afgeschreven. In totaal werd een bedrag van € 3.500,- opgenomen op locaties in Amstelveen (ING), Amsterdam (ING) en Rotterdam (Amusementscenters Binnenweg en Botersloot).lv
4.1.31 Op 8 december 2009 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de [CC-straat nr] te [plaats].lvi In deze woning werden verdachten [medeverdachte 3] en [verdachte] aangehouden.lvii Tijdens de doorzoeking zijn onder andere de volgende goederen aangetroffen: TNT jack, TNT tas inhoudende postpakket (in de woonkamer), labels met handgeschreven telefoonnummers, 3 adresstickers adressen Zaandam en pincodes, 35 Ikea cadeaukaarten, twee laptops, twee label printers van het merk Brother, 3 mobiele betaalautomaten (waarvan 1 met oplader in de woonkamer), pasjes en labels, 13 magneetkaarten Airmiles en labels voor labelprinter.lviii Voorts (in een plastic zak in de woonkamer) een USB-stick met een 50-tal tekstbestanden met gegevens van personen.lix Uit het huurcontract blijkt dat de woning door [verdachte] en [medeverdachte 6] is gehuurd op 19 oktober 2009.lx De vorige huurder van de woning, [getuige 1], heeft verklaard dat nadat [verdachte] en de Bulgaarse man het contract hadden getekend, [verdachte] € 1.200,- heeft overhandigd in allemaal briefjes van € 50,- aan overnamekosten. [getuige 1] herkent de personen op de foto's van [verdachte] en [medeverdachte 6] als zijnde de twee personen die het huurcontract hebben ondertekend.lxi
4.1.32 De in de woonkamer (gekoppeld aan een magnetic stripe card reader) aangetroffen Dell computer is onderzocht en daaruit is gebleken dat op de harde schijf een map 'Brother' werd aangetroffen. In deze map staat software en een handleiding voor een zogenaamde labelprinter. Tevens werd in het register de driver aangetroffen voor de Brother QL 560. Daarnaast werden op de harde schijf 104 lbx-bestanden aangetroffen, dit zijn labelbestanden. Tot slot werd op de harde schijf een tekstbestand aangetroffen met daarin gegevens die mogelijk afkomstig zijn van magneetkaarten.lxii
4.1.33 Het in beslag genomen mobiel pinapparaat met goednummer 3765730lxiii is onderzocht door Bureau Recherche Expertise. Uit onderzoek bleek dat de elektronica gewijzigd was. De origineel aanwezige elektronica van het apparaat was vervangen door een elektronische zelfbouwschakeling, kennelijk bedoeld om tijdens een betaaltransactie met het apparaat onder item 1 de bankpas- of creditcardgegevens en de ingetoetste pincode te kopiëren. Tevens was onder het originele toetsenbord van het Banksys C-ZAM betaalapparaat een printplaat gemonteerd waarop een aantal contactpunten was gesoldeerd. De contactpunten bevonden zich precies onder de toetsen van het toetsenbord en deze waren verbonden met de zelfbouwschakeling. Gelet op de aard en wijze van plaatsing van elektronische componenten dient de configuratie geen ander doel dan de gegevens van een bankpas/creditcard te kopiëren en deze samen met de, tijdens de transactie ingevoerde, pincodes vast te leggen. Het dient geen ander doel dan te worden ingezet voor skim-gerelateerde handelingen.lxiv
4.1.34 Tijdens de doorzoeking in de [G-straat nr] te Amstelveen zijn onder andere de volgende goederen aangetroffen: USB-sticks, € 11.450,- (opvallend nieuwe biljetten), een giropas op naam van [naam 4], diverse passen voorzien van een magneetstrip, een laptop van het merk Toshiba en vijf cd/dvd.lxv In deze woning zijn ook diverse administratieve bescheiden aangetroffen op naam van [verdachte], waaronder zijn Nederlands paspoort, Marokkaanse identiteitsbewijs, een bankpas, het huurcontract van de [CC-straat], vorderingen van gerechtsdeurwaarders, brieven van het CJIB en afschriften van zijn girorekening.lxvi Daarnaast blijkt uit een brief van KPN dat [verdachte] zich heeft aangemeld voor een abonnement Internet Basis.lxvii
4.1.35 Deze aangetroffen goederen zijn onderzocht op mogelijke linken met het oplichten van personen door zich uit te geven als TNT-medewerker. Hierbij zijn onder andere de aangevers [ZD18], [ZD18 2] en [ZD18 3] op een USB-stick aangetroffen. Deze rode USB-stick is aangetroffen op de salontafel in de woonkamer.lxviii Op deze USB-stick stonden diverse bestanden met daarop adreslijsten, per lijst waren adressen van één woonplaats bij elkaar gezet. Uit onderzoek is ook gebleken dat deze USB-stick gebruikt is in de Toshiba laptop. Deze laptop is aangetroffen op de bank in de woonkamer.lxix De gegevens van [ZD35] zijn aangetroffen op deze Toshiba laptop.lxx Sinds 30 augustus 2009 is '[voornaam medeverdachte 1]' de actieve gebruiker van deze laptop en op deze laptop werd software aangetroffen van het printermerk Brother. Uit het Windows register blijkt dat een Brother QL-560 labelprinter aan deze laptop gekoppeld is geweest. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de USB-stick aan de laptop gekoppeld is geweest, waarvan af bestanden geopend/gebruikt zijn geweest. Ook werden op de laptop 'lbx' bestanden aangetroffen met namen die duiden op persoonsnamen.lxxi
4.1.36 Een aangetroffen mini compact disk is onderzocht en hieruit is naar voren gekomen dat op deze mini CD bestanden staan voor het installeren van een mini kaartlezer op een computer en een gebruiksaanwijzing van de kaartlezer.lxxii
4.1.37 Op 8 december 2009 is de woning aan de [A-straat nr] te [plaats] doorzocht. Hierbij zijn onder andere een USB-stick, een bruine tas met pasjes, een Dell laptop en 'skimapparatuur' (op strijkplank) aangetroffen.lxxiii Daarnaast is door de geldspeurhond een zogenaamde geldgordel met inhoud aangetroffen, te weten € 30.100,-. Bij verdachte [medeverdachte 4] is een geldgordel aangetroffen onder de kleding met daarin € 51.050,-.lxxiv Bij verdachte [medeverdachte 7] is een geldgordel met daarin vier pakketjes geld gevonden, totaal € 29.450,-lxxv en
bij [medeverdachte 8] werd een geldgordel met daarin € 21.000,- aangetroffen.lxxvi In de slaapkamer van [medeverdachte 1] lag een bedrag van € 3.600,-.lxxvii
4.1.38 De aangetroffen Dell computer is onderzocht. In de prullenbak werd een bestand aangetroffen met de naam '20091105.txt'. Dit bestand bevat dat welke gebruikt wordt c.q. afkomstig is van magneetstripkaarten. Daarnaast werd het programma Mini400 aangetroffen met daarbij een drietal tekstbestanden. Mini 400 is een kleine draagbare magneetkaartlezer. Daarnaast werden gegevens aangetroffen van een USB Smart-cardreader. Het aantreffen van deze gegevens wil zeggen dat dit apparaat gekoppeld is geweest aan de laptop. Ook werd een aantal bestanden aangetroffen die betrekking hebben op het uitlezen van magneetstripkaarten. Deze laptop is beveiligd met een wachtwoord.lxxviii De gegevens van [ZD18 3] zijn terug te vinden in het programma Mini400.lxxix
4.1.39 De laptop is onderzocht op mogelijke linken met het oplichten van personen door zich uit te geven als TNT medewerker. Op deze laptop werden meerdere zogenaamde 'strings' aangetroffen. Bij navraag bij de firma Equens en bij de banken bleek dat 38 strings konden worden teruggebracht op aangiften/meldingen van TNT skimming met de bekende werkwijzen, hiervan zijn 31 aangiftes verwerkt. Hieronder vallen de aangevers [ZD5], [ZD18 2], [ZD18] en [ZD18 3].lxxx
4.1.40 Op 8 december 2009 vindt er een doorzoeking plaats in de [B-straat nr]-3 te [plaats]. Tijdens deze doorzoeking zijn onder andere de volgende goederen in beslag genomen: computer Asus LC-B300ATX, een Dell laptop, ING-bankpasssen van [medeverdachte 5] en [verdachte], doosje met diverse bonnetjes, A7 kladblokje Gallery, AH Machtigingen, Shirt & Jas van AH Bezorgservice 'Albert', Jas TNT, Dell laptop, mobiel pinapparaat Verifone omni 3750, mobiel pinapparaat Verifone SC5000, voedingskabels pinapparaten en € 260,-.lxxxi
4.1.41 Uit onderzoek is gebleken dat de gegevens op de pas van [verdachte] en de magneetstripgegevens afweken.lxxxii In het A7 kladblokje Gallery staan allemaal adressen en telefoonnummers vermeld van mensen met een dubbele naam in Zandvoort.lxxxiii
4.1.42 De in beslag genomen Asus computer LC-B300ATXlxxxiv (harde schijf) is onderzocht. De gebruikers zijn '[VERDACHTE]' en '[VOORNAAM MEDEVERDACHTE 1]'. Hierbij werd duidelijk dat het profiel van gebruiker '[voornaam medeverdachte 1]' (automatisch) geladen was. Op de schijf werd een aantal bestanden aangetroffen die betrekking hebben op het lezen van magnetische strips/cards en smartcards. Tevens werden installatiebestanden en handleidingen aangetroffen met betrekking tot deze apparaten. Uit de aangetroffen bestanden blijkt een duidelijke belangstelling voor magnetische- en smartkaartlezers.lxxxv
4.1.43 Op 8 december 2009 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de [DD-straat nr] te [plaats]. Tijdens deze doorzoeking zijn diverse goederen in beslag genomen, waaronder een Nike doos met onder andere elektronische componenten.lxxxvi
4.1.44 In de doos zaten diverse onderdelen van elektronische apparaten alsmede een afschrift van de Postbank ten name van [verdachte], wonende [EE-straat nr] te [plaats], dit betreft verdachte [medeverdachte 1]. Bij nader onderzoek bleek een deel van de onderdelen afkomstig te zijn van een gedemonteerd mobiel pinapparaat.lxxxvii De onderdelen zijn onderzocht door het Bureau Recherche Expertise. Het opgebouwde apparaat uit de onderdelen komt qua uiterlijke kenmerken zeer sterk overeen met het Xentissimo portable betaalapparaat. Vanwege de bij onderdeel 9 aangebrachte uitsparingen, gaten, soldeercontacten, geleidende verbindingen en het feit dat dit onderdeel hierdoor direct onder het originele toetsenbord overlay geplaatst kan worden, betreft het hier waarschijnlijk een, voor skim-doeleinden, vervaardigd, onderdeel.lxxxviii
4.1.45 De in beslag genomen passen in de [CC-straat], [G-straat] en [A-straat] zijn onderzocht door Equens en alle uitgelezen passen zijn valse betaalpassen in de zin van artikel 232 van het Wetboek van Strafrecht.lxxxix Op de passen uit de [CC-straat] staan onder andere de gegevens van [ZD18 2], [ZD18 3] en [ZD18].xc
4.1.46 De USB-stick die in de [CC-straat] is aangetroffen, is onderzocht en hieruit kwam naar voren dat op de USB-stick een 50-tal tekstbestanden werden aangetroffen die gegevens bevatten van personen.xci Hierop komen de strings met naam/adresgegevens voor van [ZD2]xcii, [ZD3], [ZD3 2], [ZD 3 3], [naam man ZD 3 3],xciii [ZD5], [ZD6],xciv [ZD9],xcv [ZD 10 2], [ZD10], [ZD 10 3],xcvi [ZD11 2],xcvii [ZD 12 2], [ZD12],xcviii [ZD14],xcix [ZD16],c [ZD35],ci en [ZD36].cii
4.1.47 Daarnaast komen de gegevens van verschillende aangevers op de in beslag genomen laptop in de [G-straat] voor, te weten van [ZD35]ciii en [ZD36].civ Op de Dell computer die in beslag is genomen in de [A-straat] staan de stringgegevens van [ZD13] en de datum van 11 november 2009 vermeldcv en op de Dell computer die in de [CC-straat] is aangetroffen zijn de gegevens van [ZD6] aangetroffen.cvi
4.1.48 Op 8 december 2009 heeft er daarnaast een doorzoeking plaatsgevonden in een Opel Astra met kenteken [kenteken 3]. Hierbij werd een pas aangetroffen die vervolgens digitaal is uitgelezen, waarbij twee zogenoemde 'strings' op de magneetstrip werden aangetroffen, waarbij één string van rekeningnummer [rek.nr. 4] van [ZD2] te [plaats] betreft.cvii Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik maakte van de Opel met kenteken [kenteken 3].cviii En in de VW Golf met kenteken [kenteken 4] werd een map inhoudende instructiekaart TNT post aangetroffen.cix
4.1.49 Tijdens de doorzoeking in de BMW, die op 8 december in beslag is genomen bij verdachte,cx met kenteken [kenteken 2] is onder andere een enveloppe aangetroffen, inhoudende tien naamstickers. De stickers zijn voorzien van een dubbele achternaam. Op de achterzijde van de stickers is een telefoonnummer vermeld. Alle adressen zijn in Tilburg. Daarnaast zijn twee stickers aangetroffen met opdruk TNTPOST: Ongefrankeerd Portokosten: 0,95 eurocent. In de auto lagen daarnaast in meerdere plastic tasjes administratieve bescheiden op naam van [medeverdachte 1]. Het ging hier om aanmaningen, beschikkingen van het CJIB en brieven van de woningbouwvereniging.cxi
4.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
4.2.1 De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten ten volle het medeplegen van de ten laste gelegde feiten. Hij voert ter ondersteuning van zijn standpunt aan dat in de [CC-straat nr] te [plaats] het complete benodigde arsenaal voor de skimmers is aangetroffen. De TNT jas en tas voor de verkrijging van de gegevens, adresstickerbestanden met TNT logo en daarop het kenmerkende geldbedrag, de geskimde gegevens, een laptop voor opslag, een paslezer om de gegevens op blanco passen te zetten en blanco passen om mee te kunnen pinnen. Met betrekking tot de aangetroffen gegevens is vastgesteld dat van de 4000 adressen er 286 te koppelen zijn aan aangiftes in zaken met deze kenmerkende werkwijze. Verdachte maakte gebruik van deze woning, hij was ook de huurder, blijkens observaties gebruikte hij de woning en hij is in deze woning aangehouden. Daarnaast maakte verdachte gebruik van de woning aan de [G-straat] in [plaats] waar een grote hoeveelheid gegevens, goederen en een groot contant geldbedrag is aangetroffen. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat [verdachte] de bewoner is van de woning [G-straat] te [plaats].
4.2.2 Verdachte en [medeverdachte 3] hebben ter zitting ook in een aantal zaken hun betrokkenheid bevestigd. Dit waren de zaken waar zij gelet op de observaties en de exact daarbij aansluitende aangifte en overige gegevens niet onderuit konden. Verder weten zij van niets, maar de officier van justitie acht deze ontkenning te mager gelet op de goederen die in de woningen zijn aangetroffen en de zeer specifieke werkwijze. Bij deze verdachten komt alles samen. Ze zijn uitvoerend gezien, ze hebben gegevens en goederen onder zich en ze hebben onverklaarbaar geld beschikbaar. Verdachte dient, behalve voor de zaken waarin hij daadwerkelijk gezien is, ook veroordeeld te worden voor de zaken die bestaan uit de aangifte, met die bekende en opvallende modus operandi waarbij de (string)gegevens van de aangeefster bij verdachten zijn teruggevonden.
4.3 Het standpunt van de verdediging
4.3.1 De verdediging heeft, zakelijk weergegeven, betoogd dat de manier van plegen van strafbare feiten zoals ten laste gelegd, niet nieuw is. Ook na de aanhouding van verdachte lijkt er geen eind te zijn gekomen aan dit soort fraude. Er kan worden geconcludeerd dat sinds een groot aantal jaren sprake is van strafbare feiten (pasfraude) die gepleegd wordt doordat er een nep TNT medewerker aan de deur komt en vervolgens gehandeld wordt zoals ten laste gelegd.
4.3.2 Daarnaast is er sprake, bij een eventuele bewezenverklaring, van het feit dat een groot aantal feiten met elkaar samen lopen/samenvallen. Logischerwijs gaat aan skimmen vooraf aan het voorhanden hebben van (skim)apparatuur. Eerst wordt een persoon opgelicht en vervolgens dienen er diverse handelingen te worden verricht om met behulp van de ontfutselde gegevens een pas te maken waarmee het mogelijk is geld op te nemen en/of betalingen te doen. Met de gemodificeerde pas gaat een persoon vervolgens naar bijvoorbeeld een geldautomaat om zodoende met deze pas een handeling te verrichten waardoor het saldo van een bankrekening in negatieve zin wordt beïnvloed. Deze feiten zijn de uiting van één en hetzelfde wilsbesluit. Immers de feiten staan in zodanig verband en komen voort uit een ongeoorloofd wilsbesluit zodat artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht dient te worden toegepast.
4.3.3 Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde merkt de verdediging op dat een pincode geen goed is in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, zie Hoge Raad 13 juni 1995 (NJ 1995, 635). Ditzelfde geldt met betrekking tot de afgifte van bankpasgegevens. Ten slotte blijft dan over het bestanddeel 'in elk geval enig goed'. Nu niet blijkt waarop dit onderdeel van de tenlastelegging ziet, is er sprake van partiële nietigheid.
4.3.4 Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de verdediging ten eerste opgemerkt dat voor zover de tenlastelegging betrekking heeft op diefstal van geldbedragen/enig goed van banken vrijspraak dient te volgen, immers de geldbedragen die zijn gepind behoren aan de rekeninghouders toe en niet aan de banken. Daarnaast dient voor de zaaksdossiers 5, 7 en 8 vrijspraak te volgen nu een poging niet is ten laste gelegd. Met betrekking tot de zaaksdossiers 3, 4 en 5 heeft verdachte ter terechtzitting een verklaring afgelegd. De verschillende aangiftes welke zich in het dossier bevinden geven geen aanknopingspunten dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan andere/meer strafbare feiten dan hij zelf ter terechtzitting heeft erkend. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor zover het betreft de feiten onder 2 ten laste gelegd met betrekking tot [ZD3], [ZD3 2] en [ZD9] waarbij opgemerkt wordt dat in totaal € 2.030,- is opgenomen. Met betrekking tot zaaksdossier 4 heeft verdachte ter terechtzitting erkend dat hij op 15 oktober 2009 rond 13.00 uur aanwezig was op de Raadhuisstraat te Amsterdam en dat een man, [medeverdachte 13], gepind heeft waarbij een bedrag van € 950,- is opgenomen ten laste van de rekening van [ZD4]. Alleen voor deze transactie is voldoende bewijs voor de eventuele betrokkenheid van verdachte aanwezig. Daarnaast heeft verdachte erkend dat hij op 26 oktober 2009 samen met [medeverdachte 3] naar de [K-straat] is gegaan, hij ontkent te hebben gepind.
4.3.5 Ten aanzien van de overige zaaksdossiers bestaan er geen (directe) bewijsmiddelen die op de betrokkenheid van verdachte wijzen. Het dossier bevat aangiften waarin gesproken wordt over een gelijksoortige modus operandi en het aantreffen van adresgegevens op een computer dan wel USB-stick welke zijn aangetroffen in de of tijdens doorzoekingen van de [CC-straat] dan wel de [G-straat]. De officier van justitie vraagt de rechtbank om een schakelconstructie te gebruiken en schakelbewijs is zeker niet onproblematisch. In de arresten van de Hoge Raad over schakelbewijs spelen telkens twee factoren een rol. De eerste, de wijze waarop het feit is begaan moet soortgelijk zijn aan het te bewijzen feit, zal in de onderhavige zaak tot weinig discussie leiden. Ten tweede moet duidelijk zijn dat verdachte bij beide feiten betrokken is. Ook wanneer de modus operandi specifiek en bijzonder is geweest, mag de betrokkenheid van de verdachte bij een nieuw delict niet steeds uit die gelijke modus operandi worden afgeleid. In de onderhavige zaak kan slechts gewezen worden op de diverse goederen en gegevens welke bij de doorzoekingen in de woningen aan de [CC-straat] en [G-straat] zijn aangetroffen. Een aantal van deze goederen is mogelijk gebruikt bij de strafbare feiten die door verdachte zijn bekend in de zaaksdossiers 3, 4 en 5. Of deze aangetroffen goederen ook gebruikt zijn bij andere strafbare feiten blijkt op geen enkele wijze uit het dossier. Het feit dat op de aangetroffen USB-stick 286 adressen te koppelen zijn aan de aangiften zegt niets over de betrokkenheid van verdachte bij deze strafbare feiten. Bovendien staan er 4000 adressen op de USB-stick, hetgeen betekent dat nog geen 7,5 % correspondeert met een aangifte. De voorgestelde schakelconstructie is te zwak, de sterke zaken kunnen de zwakkere zaken niet trekken. De verdediging verzoekt derhalve verdachte vrij te spreken, met uitzondering van die onderdelen in de zaaksdossiers 3 en 4 zoals naar voren gebracht.
4.3.6 Het enkele ontfutselen van gegevens bij [ZD3] en [ZD5] kan bewezen worden. Het enkele ontfutselen lijkt de verdediging onvoldoende om te komen tot bewijs van medeplegen van een valsheiddelict. Het is onduidelijk wat er vervolgens met de gegevens is gebeurd en deze onduidelijkheid dient er toe te leiden dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde.
4.3.7 Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde voert de verdediging ten eerste aan dat de ten laste gelegde periode 'tot 8 december 2009' betreft en derhalve dat de resultaten van de verschillende doorzoekingen op 8 december 2009 niet onder de ten laste gelegde periode vallen en niet voor het bewijs kunnen dienen. Mocht de rechtbank dit verweer verwerpen dan geldt ten aanzien van het voorhanden hebben dat kennelijk wordt gedoeld op het Banksys C-Zam betaalapparaat. Er is echter niet vast te stellen of het bedoelde apparaat geschikt is voor het valselijk opmaken dan wel vervalsen van betaalpassen. De verdediging verwijst hiervoor naar het proces-verbaal van onderzoek op dit apparaat en een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2009 (NbSr 2009, 31). Derhalve dient verdachte van dit feit te worden vrijgesproken.
4.4 Het oordeel van de rechtbank
4.4.1 Vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde
4.4.1.1 De rechtbank acht niet bewezen wat onder 1 is ten laste gelegd, nu de tenlastelegging het bestanddeel 'heeft/hebben bewogen tot afgifte van zijn/haar/hun pincode(s) en/of bankpasgegevens (...) in elk geval van enig goed' bevat. De Hoge Raad heeft in 1995 bepaald dat 'de in de geest van een persoon opgeslagen bekendheid met de bij zijn betaalpas behorende cijfercombinatie (...) niet (kan) worden aangemerkt als een 'goed' in de zin van artikel 317 (oud) Sr. Evenmin kan het (onvrijwillig) noemen van een pincode worden aangemerkt als afgifte in de zin van laatstgenoemd artikel: daarvan kan slechts worden gesproken indien door die afgifte de afgever de beschikking over het afgegevene verliest, hetgeen uiteraard bij het noemen van een pincode niet het geval is'.cxii Aan het begrip 'goed' in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht komt een gelijke betekenis toe. Ook de wetgever is van oordeel dat de term "gegevens" niet onder "goed" moet worden gerubriceerd, reden waarom aan artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht bij Wet van 23 december 1992 (Stb. 1993, 33) als alternatief is toegevoegd de zinsnede "het ter beschikking stellen van gegevens", waaronder ook pincodes kunnen worden verstaan.cxiii Die zinsnede is onder 1 echter niet ten laste gelegd. Hetzelfde geldt voor 'bankpasgegevens'; de gegevens op de magneetstrip. Door het skimmen van de bankpasgegevens verliest de aangever immers niet de beschikking over deze bankpasgegevens, deze blijven aanwezig op de bankpas van de aangever en daarmee in het bezit van de aangever. Derhalve is geen sprake van afgifte van deze gegevens als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
4.4.1.2 Het vorenstaande brengt de rechtbank in de eerste plaats tot het oordeel dat het bestanddeel 'in ieder geval (van) enig goed' niet in verband staat met hetgeen voor het overige in de tenlastelegging onder 1 is vermeld, terwijl ook overigens niet duidelijk waar het gedeelte 'in ieder geval enig goed' op ziet en waartegen verdachte zich derhalve moet verweren, zodat de dagvaarding op dit punt partieel nietig dient te worden verklaard.
4.4.1.3 In de tweede plaats brengt dit oordeel mee dat hetgeen wel ten laste gelegd is, namelijk dat de aangevers bewogen zijn tot afgifte van een pincode, gezien het vorenstaande niet bewezen kan worden, zodat verdachte hiervan vrijgesproken dient te worden.
4.4.2 Overwegingen ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde
4.4.2.1 De rechtbank overweegt dat uit de jurisprudentie ten aanzien van medeplegen een aantal relevante lijnen volgt voor de beoordeling van deze zaak.
4.4.2.2 Van medeplegen is sprake als twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit plegen. Het veronderstelt nauwe en bewuste samenwerking, hetgeen opzet impliceert. Als er sprake is van nauwe, bewuste en volledige samenwerking is het onverschillig wie van de medeplegers wat precies heeft gedaan.cxiv Tenlastelegging noch bewezenverklaring hoeft aan te wijzen wie van de medeplegers wat precies heeft verricht.cxv Niet nodig is dat alle medeplegers de uitvoeringshandeling mede verrichten.cxvi Anderszijds zal uit de gebezigde bewijsmiddelen en de vaststelling in de bewijsoverwegingen moeten volgen dat de verdachte die geen uitvoeringshandelingen heeft verricht zodanig nauw en bewust heeft samengewerkt dat sprake is van medeplegen.cxvii Die samenwerking is aanwezig als de medeplegers willens en wetens (opzettelijk) samenwerken tot het plegen van het strafbare feit, door bijvoorbeeld nauwe betrokkenheid bij planning, voorbereiding en organisatie. Daarbij zijn uitdrukkelijke en vooraf gemaakte afspraken niet vereist, ook stilzwijgende samenwerking is voldoende. Evenmin is fysieke aanwezigheid bij de uitvoering van het delict vereist,cxviii noch is vereist dat alle medeplegers bekend zijn.cxix
4.4.2.3 De rechtbank overweegt dat tegen deze achtergrond, uit het bij de doorzoekingen aangetroffen materiaal in onderlinge samenhang bezien een aantal conclusies kan worden getrokken voor het bewijs in deze zaak.cxx
I. De doorzoekingen
A. Skimgerelateerd materiaal
De rechtbank stelt op grond van de resultaten van de doorzoekingen op de adressen [A-straat], [CC-straat], [G-straat], [B-straat] en [DD-straat] en in diverse auto's vast dat er een overvloed aan materiaal is gevonden waarvan aannemelijk is dat het is gerelateerd aan skimming, vervalsing van passen en diefstal respectievelijk oplichting van privépersonen onderscheidenlijk bedrijven (banken, casino's, winkelbedrijven). Het gaat hierbij om voorwerpen, materiaal van digitale aard en contant geld.
Tot de voorwerpen rekent de rechtbank in ieder geval:
* TNT-kledingstukken ([CC-straat] en [B-straat])
* Een TNT-schoudertas en pakketje ([CC-straat])
* 5 Mobiele pinapparaten respectievelijk paslezers (boxruimte [CC-straat], zolder [B-straat], trapkast [DD-straat]) en gebruikershandleiding daarvan ([B-straat]), waarvan een tweetal mobiele pinapparaten met zekerheid respectievelijk waarschijnlijk geprepareerd ten behoeve van skimmingactiviteiten
* 2 Labelprinters ([CC-straat])
* Adreslabels (stickers) in enveloppen verpakt, geselecteerd naar nabij gelegen adressen
* Adreslijsten op papier (waaronder enveloppen), met dubbele achternamen
* Enveloppen met vermoedelijk pincodes daarop geschreven.
Tot het digitale materiaal rekent de rechtbank in ieder geval:
* Persoonsgegevens op gegevensdragers. Onder meer gaat het hierbij om de Dell laptop aangetroffen op de slaapkamer in gebruik bij [medeverdachte 1] in de [A-straat], de Toshiba laptop in de [G-straat], de Dell laptop [CC-straat] (88 lbx of label-betanden) en de USB-sticks in de [CC-straat] en de [G-straat]. In de [CC-straat] zijn naar schatting 3960 adressen aangetroffen, waarvan 286 in verband zijn gebracht met aangiftes dan wel mutaties/aandachtsvestigingen.cxxi
* Bestanden op gegevensdragers die zijn bestemd voor een labelprinter (Toshiba [G-straat], Dell [CC-straat]), met daarop onder meer namen en adressen van aangevers.
* Gegevensdragers (laptops Dell [A-straat], Asus [B-straat]cxxii, SD-kaart [A-straat]cxxiii, mini-CD gebruiksaanwijzing voor draagbare kaartlezer [G-straat] en CD-Rom [DD-straat]) met afbeeldingen van scanapparatuur, informatie over kaartlezers en scangerelateerde software.
* Passen van diverse aard, blanco en op naam (bank-, airmiles-, Ikea-passen) met magneetstrips.
Met betrekking tot het aangetroffen geld verwijst de rechtbank naar het hierna onder C. overwogene.
B. Persoonsgegevens
De rechtbank overweegt nader met betrekking tot de aangetroffen persoonsgegevens het volgende. Deze zijn onder te verdelen in twee soorten:
a. Naam- en adresgegevens
b. Informatie van magneetstrips (hierna: "strings")
Ad a. Uitgaande van de in de hiervoor besproken aangiften gebleken werkwijze ("Modus Operandi", hierna: MO) is het aannemelijk dat de aangetroffen naam- en adresgegevens dienden als doelgroep van gepleegde en nog te plegen skimactiviteiten. Dit wordt bevestigd door de wijze waarop de adressen zijn gerangschikt (per plaatscxxiv), de dubbele achternamen (die met een zekere graad van waarschijnlijkheid wijzen op alleenwonende vrouwen, meest op leeftijd zijnde weduwescxxv), het aantreffen van deze naam- en adressen in labelbestanden, gerangschikt naar plaats en voorts het aantreffen van enveloppen en adreslijsten met vermoedelijk pincodes daarop genoteerd alsmede de namen van banken (een aannemelijke verklaring hiervoor is dat - zo is het een feit van algemene bekendheid - bij de geldautomaten van de eigen bank hogere bedragen gepind kunnen worden).cxxvi
Uit het aantreffen van gebruiksvoorwerpen die betrekking hebben op alle stadia van het skimmen aan de deur (adreslijsten en -labels, een TNT-pakket, TNT-kleding en TNT-tas, voor skimming bewerkte mobiele pinapparaten, pincodes), via kopiëren (kaartlezers, software die daarop betrekking heeft) tot cashen (-blanco- passen, aangetroffen geld) concludeert de rechtbank voorts dat sprake is van een dadergroep die het hele proces van skimming tot en met cashen voor haar rekening nam.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat het aantreffen van genoemde informatie van zeer grote hoeveelheden (enige duizenden) potentiële slachtoffers het beeld geeft van een kennelijk uitvoerige voorbereiding met een systematisch karakter (dat wil zeggen doordacht en met herhaalde handelingen), dat onderling overleg veronderstelt. Dit systematische karakter van de voorbereiding volgt voorts uit de werkwijze bij daadwerkelijk gepleegde skimacties. Uit de aangiften ontstaat het beeld van gericht te werk gaan per plaats en buurt (zaakdossiers 3 (Beverwijk), 10 en 11 ([plaats])). Tot de voorbereiding behoorde kennelijk ook in voorkomende gevallen het tevoren inbellen bij geselecteerde slachtoffers (zaaksdossier 11 ([plaats])). Ook is in een aantal gevallen door aangevers melding gemaakt van het kennelijk bedrieglijk nabellen door onbekende personen. Mogelijk was hier sprake van mislukte skimacties waarbij telefonisch nog werd getracht informatie (bijvoorbeeld een pincode) te verkrijgen. Uit de aangiftes rijst voorts het beeld op van een MO met duidelijk overeenkomende specifieke kenmerken ten aanzien van het gedrag en de uitspraken van de daders aan de deur.cxxvii Verder is er een patroon te onderkennen in het cashen, dat enerzijds per slachtoffer gebeurt in meerdere gemeenten en anderzijds in de bewezen geachte gevallen nagenoeg steeds mede geschiedt in Amusementscenters aan de Botersloot en de Oude Binnenweg te Rotterdam.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat de naam- en adresgegevens in een reeks door de politie vastgestelde gevallen zijn verspreid over verschillende gegevensdragers, op verschillende doorzochte adressen. Het is onaannemelijk dat dit verspreiden op toevallige basis, door los van elkaar opererende individuen is gebeurd, gegeven de bijzondere kenmerken van de adressen en de overeenkomsten in de MO. Reeds op grond van dit gegeven acht de rechtbank aannemelijk dat er een verband moet bestaan tussen de verschillende adressen in die zin, ofwel dat dezelfde persoon of personen de informatie hebben verspreid over die adressen dan wel dat die informatie onderling door verschillende personen op die adressen is uitgewisseld.
Ten aanzien van de gevallen waarin aangifte is gedaan acht de rechtbank dit verband volkomen duidelijk. Hierbij gaat de rechtbank er van uit dat de omstandigheid dat er in een individueel geval in het jaar 2008 of 2009 (met het accent op de laatste maanden van 2009) een aangifte is gedaan en schade is geleden, bezien in combinatie met het aantreffen van de gegevens van de betrokken persoon op een van de gegevensdragers of ander materiaal in de doorzochte woningen, reeds voldoende bewijs is dat de dader in dezelfde groep moet worden gezocht. Immers, de mogelijkheid dat gegevens van een aangever bij de groep berusten, terwijl deze in dezelfde periode slachtoffer zou zijn van derden, buiten de dadergroep, lijkt verwaarloosbaar klein, mede gelet op het hierna onder b. overwogene.
Ad b. Vast staat dat een op een gegevensdrager als hiervoor genoemd aangetroffen string (niet zijnde de eigen bankpas van het betrokken slachtoffer) het resultaat is van een skimactie waarbij de magneetstripgegevens zijn gekopieerd van een bankpas naar een bestand op een andere gegevensdrager, die de basis vormt voor het dupliceren van een betaalpas of waardepas.cxxviii Om te profiteren van de skimactie voordat een bankpas is geblokkeerd dient de skimmer binnen korte tijd na het skimmen de string over te zetten op een andere kaart met magneetstrip en met deze kaart en de verkregen pincode het geld te gaan opnemen uit (in nagenoeg alle gevallen) betaalautomaten. Na het blokkeren van de bankpas is de string immers niet meer van waarde voor de skimmer. De omstandigheid dat in een aantal gevallen niettemin een string is aangetroffen op gegevensdragers op verschillende adressen ondersteunt naar het oordeel van de rechtbank het verband tussen de adressen. De rechtbank verwijst hierbij als voorbeeld naar de strings inzake [ZD18 2], [ZD18 3] en [ZD18], aangetroffen op airmilespassen in de [CC-straat], welke strings zich eveneens bevonden op de Dell laptop in de [A-straat]. Vorenstaande conclusie over de beperkte "houdbaarheid" van een string maakt het aannemelijk dat bij het overzetten van deze strings de genoemde Dell-laptop een noodzakelijke en kort na de skimmingactie ingezette schakel heeft gevormd.
C. Geld
De rechtbank overweegt ten aanzien van het bij de doorzoekingen aangetroffen geld het volgende. Hierbij springen het meest in het oog de bedragen die zijn aangetroffen bij de doorzoeking in de [A-straat] ter hoogte van meer dan € 130.000,-. Deze som geld bevatte veel briefjes van 50 euro, maar ook van 100, 200 en 500 euro.cxxix Ook in de [G-straat] te [plaats] is een groot geldbedrag aangetroffen van in totaal € 11.450,-, in stapels opvallend nieuwe biljetten.cxxx In de [CC-straat] te [plaats] werd een geldbedrag van € 3.300,- aangetroffen.cxxxi
Over de herkomst van het op de [A-straat] aangetroffen geld overweegt de rechtbank allereerst het volgende. In het dossier zijn geen duidelijke en evenmin eenduidige verklaringen over de herkomst van dit grote bedrag aan contanten afgelegd. Aanvankelijk heeft [medeverdachte 1] op 9 december 2009 verklaard dat het van een erfenis kan zijn.cxxxii Dit is nergens in de verklaring van deze verdachte zelf verder onderbouwd. Verder heeft geen van de familieleden een nadere onderbouwing van het erfenis-scenario aangeleverd, terwijl er bij allen een belang mag worden verondersteld om de niet-criminele herkomst van het geld aan te tonen. De omstandigheid dat de gezinsleden het geld voor de politie hebben trachten te verbergen vormt voor de erfenis-lezing dan wel enige andere legale herkomst ook geen ondersteuning maar eerder een contra-indicatie. [medeverdachte 8] heeft aanvankelijk verklaard niets te willen zeggen over het geld, maar in het volgende verhoor heeft zij aangegeven te denken dat het geld van haar broers is. [medeverdachte 8] heeft uitdrukkelijk ontkend dat er sprake was van het winnen van geld of een erfenis.cxxxiii Vader [medeverdachte 9] heeft geen duidelijke verklaring over het geld.cxxxiv [medeverdachte 7] heeft aangegeven geen idee te hebben over het in huis aantroffen geld maar wel te denken dat het illegaal is.cxxxv Op grond van vorenstaande verklaringen gaat de rechtbank ervan uit dat het geld geen legale herkomst heeft.
Moeder [medeverdachte 4], heeft verklaard dat zij dit geld op de dag van de doorzoeking vond. Toen de politie aanbelde is zij meteen naar de kamer gegaan van haar zoon, hij was niet aanwezig en zij is meteen op zoek gegaan naar iets. De rechtbank gaat er vanuit dat met deze zoon [medeverdachte 1] wordt bedoeld, nu hij de enige zoon, die verdacht wordt in deze zaak, is die aan de [A-straat] woonde en die tevens die nacht niet aanwezig was.cxxxvi [medeverdachte 4] vond het geld, was bang dat de politie kwam voor het geld en heeft het geld toen verdeeld.cxxxvii Op grond van de duidelijke eerste verklaring van [medeverdachte 4], waarbij zij haar handelen beschrijft nadat de politie bij de woning aan de [A-straat] aanbelde, gaat de rechtbank ervan uit dat dit geld zich heeft bevonden in de slaapkamer in gebruik bij haar zoon [medeverdachte 1], voordat het door de politie werd gevonden op de lichamen van [medeverdachte 4] en haar dochters [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8].cxxxviii De rechtbank acht de latere aanpassing van deze verklaring door [medeverdachte 4] ("Ik heb mij vergist. Ik heb het geld in de gang gevonden.") niet geloofwaardig. Indien de tas met geld in de gang zou hebben gestaan, dan zouden wellicht meer familieleden hierover een verklaring hebben afgelegd. [medeverdachte 8] verklaart dat het geld niet in de gang gestaan kan hebben, want die was helemaal leeg. Alleen de strijkplank stond er.cxxxix
[medeverdachte 4] heeft voorts bij de rechter-commissaris op 11 december 2009 verklaard dat haar kinderen haar lachend hebben verklaard dat het geld afkomstig was uit de hashhandel en dat haar kinderen haar hebben bedonderd en voorgelogen. Gevraagd welke kinderen zij bedoelt verklaart [medeverdachte 4] op 16 december 2009 dat het gaat om [medeverdachte 1] en [verdachte].cxl
Over de slaapkamer waar het geld is aangetroffen overweegt de rechtbank dat vader heeft verklaard dat de kamer van verdachte door niemand anders wordt gebruikt dan door [medeverdachte 1].cxli [medeverdachte 8] heeft verklaard dat verdachte daar iedere avond sliep, behalve de dag dat hij werd opgepakt.cxlii Verdachte zelf heeft ook verklaard dat hij een eigen kamer heeft, naast de kamer van zijn ouders.cxliii Het aantreffen van het geld op de kamer die in gebruik is bij [medeverdachte 1] en waar anderen niet kwamen,cxliv strookt naar het oordeel van de rechtbank met de verdenking dat dit geld met medeweten van [verdachte] en [medeverdachte 1] de woning binnen is gebracht.
De rechtbank overweegt voorts dat in het dossier, mede omvattende een reeks observaties op verschillende verdachten binnen en rond de familie [familienaam verdachte], geen aanknopingspunten zijn aangetroffen voor de verdenking dat het geld afkomstig zou zijn uit hasjhandel of andere illegale bron buiten skimming.
Ook over de herkomst van het geld dat op de [G-straat] en de [CC-straat] is aangetroffen bevat het dossier geen duidelijke en eenduidige verklaringen. De adressen zijn, zo zal de rechtbank hierna nader uiteenzetten, aan verdachte en zijn mededaders te koppelen. De rechtbank concludeert dat ook dit geld afkomstig is uit de skimactiviteiten en op genoemde adressen is verzameld.
Het aantreffen van contant geld verdraagt zich met de bevindingen uit de verschillende doorzoekingen waaruit, zoals overwogen, een overvloed aan aanwijzingen er op wijst dat er sprake is geweest van skimvoorbereidingen en -uitvoering.
De rechtbank neemt vervolgens in aanmerking dat in het kader van de hiervoor beschreven skimactiviteiten, gelet op het aantal aangiftes in een relatief korte periode van enkele maanden waarbij het accent ligt op het laatste kwartaal van 2009, een aanzienlijke hoeveelheid geld moet zijn buit gemaakt. Hierbij merkt de rechtbank op, dat de intensiteit van de skimming in de laatste weken voor de doorzoekingen van 8 december 2009 het aannemelijk maakt dat de dadergroep mogelijk eenvoudigweg niet is toegekomen aan een andere verwerking van het buitgemaakte contante geld dan het te verzamelen en te bundelen en te bewaren op een veilige plaats.
Aangezien er voor de herkomst van het geld geen alternatieve verklaring is gegeven dan wel valt op te maken uit de feiten en omstandigheden in het dossier, concludeert de rechtbank op grond van het voorgaande dat het aannemelijk is dat het aangetroffen contante geld geheel dan wel voor het overgrote deel uit skimmingactiviteiten afkomstig is.
Hiervan uitgaande constateert de rechtbank dat er kennelijk sprake was van het centraal opslaan van de opbrengsten van skimactiviteiten en het gestructureerd verpakken van dit geld - het is onder meer in stapels/bundeltjes/pakketjes en in geldgordels aangetroffencxlv - wat samenwerking, afstemming en - niet in de laatste plaats - enige discipline binnen de dadergroep veronderstelt.
D. Conclusie over de samenwerking
Op grond van:
* de overvloed aan skimgerelateerde voorwerpen en gegevens op verschillende doorzochte adressen met betrekking tot het gehele proces van skimming tot cashing (onder A),
* de samenhang tussen de aangetroffen persoonsgegevens op die adressen (onder B.a),
* de daaruit blijkende kennelijke uitvoerige voorbereidende handelingen, waaronder de MO aan de deur (onder B.a),
* het systematische karakter van de voorbereidingen (onder B.a),
* het aantreffen van strings die te relateren zijn aan recente aangiftes (onder B.b),
* de hoeveelheid, coupures, plaats, en wijze van aantreffen van het contante geld op de [A-straat] (onder C),
concludeert de rechtbank dat ten aanzien van leden van de dadergroep die van voornoemde adressen gebruik maakten moet worden gesproken van een samenwerkingsverband, waarin sprake is van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen die personen waarvan kan worden vastgesteld dat deze in voldoende mate in relatie kunnen worden gebracht met die adressen en het daar aangetroffen materiaal, dat zij als medeplegers moeten worden beschouwd.
II. De relatie tussen verdachte en de doorzochte adressen/auto's en het aangetroffen materiaal
Ten aanzien van verdachte [verdachte] gaat de rechtbank uit van de volgende bevindingen.
[CC-straat]
* Verdachte is aangehouden in de woning [CC-straat], samen met medeverdachte [medeverdachte 3]. In deze woning is veel belastend, skimgerelateerd materiaal aangetroffen, waarvan een deel voorhanden lag in de woonkamer (Dell laptop, USB-stick, TNT jas, tas, pakket) op het moment dat [verdachte] daar ([medeverdachte 3] bevond zich in de keuken) werd aangehouden.
* Uit zijn verklaring ter zitting is op te maken dat [verdachte] daar niet toevallig eenmalig was, maar daar een aantal malen heeft geslapen.cxlvi
* De verbinding van [verdachte] met de woning wordt verder bevestigd door het huurcontract [CC-straat] dat is aangetroffen op naam van onder meer [verdachte] (in de woning [G-straat]) en de verklaring van de vorige huurder dat [verdachte] € 1.200,- aan overnamekosten contant betaalde.
[G-straat]
* Op dit adres zijn persoonlijke bescheiden op naam van verdachte aangetroffen (bankpas, rekeningafschriften, huurcontract, Nederlands paspoort, Marokkaanse id-bewijs).
* Ter zitting heeft verdachte aangegeven dat hij meer in de [G-straat] was dan in de [CC-straat], maar niet kan aangeven hoe vaak en wanneer. Op de vraag waar hij dan wel verbleef wil verdachte niet antwoorden.cxlvii
* [medeverdachte 5], de broer van verdachte, heeft verklaard dat hij, Mohamed, de woning huurt en dat verdachte daar woont.cxlviii
* Uit observaties volgt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 3] op verschillende data samen optrekt en ook met regelmaat wordt gezien in- en uitgaande het adres [G-straat]. In dit verband noemt de rechtbank de volgende observaties:cxlix
o 15 oktober 2009: de wagen met Golf [kenteken 1] is onder observatie: bijrijder NN1 (de rechtbank concludeert uit de bijgevoegde foto dat het hierbij om [medeverdachte 3] gaat, met [verdachte] als bestuurder).
o 20 oktober 2009: dezelfde Golf is bij de [G-straat] met [verdachte] en [medeverdachte 3]; vervolgens wordt de skimming in [plaats] (ZD 3) waargenomen, waarna de Golf wordt geparkeerd bij de [G-straat], daar wegrijdt met [verdachte] en [medeverdachte 3] om bij de ING-betaalautomaat aan het Buitenplein te gaan pinnen en later te 16.10 uur weer terugkeert.
o 26 oktober 2009: [medeverdachte 3] komt uit de woning [G-straat] en maakt gebruik van de Opel Astra [kenteken 3]. Later is hij weer samen met [verdachte] in de genoemde Golf. Observatie van de skimming [K-straat], [plaats] (ZD 5). Om 16.16 uur is de Golf op de [G-straat]. Om 16.27u komen [verdachte] en [medeverdachte 3] uit die woning en gaan cashen.
o 28 oktober: [verdachte] en [medeverdachte 3] worden samen gezien in genoemde Golf, waarbij zij elkaar afwisselen afwisselen.
o 6 november 2009: [verdachte] en [medeverdachte 3] worden bij elkaar gezien, [verdachte] in de Golf [kenteken 4] en [medeverdachte 3] in voornoemde Opel Astra in de [CC-straat].
o 25 november 2009: de Golf [kenteken 4] met [verdachte] als bestuurder en [medeverdachte 3] als bijrijder; [medeverdachte 3] rijdt weg in de Opel, later gaat [verdachte] naar de [A-straat] en daarna naar de [G-straat].
* Ook in deze woning was sprake van veel belastend skimgerelateerd materiaal waarvan een deel voorhanden lag op de dag van de doorzoeking, waaronder de Toshiba laptop op de bank in de woonkamer en de ook in die laptop gebruikte rode USB-stick op de salontafel, alsmede een groot geldbedrag.
[A-straat]
* De rechtbank stelt vast dat [verdachte] ook in deze woning kwam. Op 8 december 2009 was [verdachte] daar ingeschreven. Zijn ouders woonden er toen net, volgens zijn verklaring ter zitting.cl [verdachte] heeft verteld dat hij er alleen kwam om te eten.
* Uit de verklaringen die hiervoor onder I.3 van deze paragraaf zijn weergegeven ten aanzien van het aantreffen van een groot geldbedrag aan contanten concludeert de rechtbank dat [verdachte] mede verantwoordelijk was voor de aanwezigheid van dat geld.
VW Golf
* Bij observaties in november 2009 zijn verdachte en [medeverdachte 3] samen, dan wel is verdachte alleen, met [medeverdachte 3] in een andere auto in de buurt, gezien.
* In deze auto werd een map inhoudende instructiekaart TNT post aangetroffen.
De rechtbank overweegt dat verdachte is aangehouden in een woning waarin een overvloed aan skimgerelateerd materiaal is aangetroffen ([CC-straat]). Hoewel het aantreffen van dit materiaal vraagt om een redengevende verklaring heeft verdachte deze niet willen geven. De rechtbank overweegt dat voor een ander verblijfsadres in de ten laste gelegde periode dan hierboven genoemd noch in de verklaring van verdachte noch in verklaringen van anderen noch overigens in het dossier een aanknopingspunt is te vinden.
Het aantreffen van verdachte in gezelschap van [medeverdachte 3] in een woning met voorhanden liggend skim-gerelateerd materiaal op 8 december 2009 sluit aan op de observaties van de politie in oktober/november 2009 waarbij beiden op willekeurige data steeds in elkaars gezelschap werden gesignaleerd. Daarbij zijn ook meerdere skimacties waargenomen, hetgeen wijst op gerichte samenwerking tussen beiden bij het plegen van strafbare feiten. Dit beeld wordt bovendien bevestigd door de waarneming dat verdachte tijdens die observaties regelmatig in de woning [G-straat] verkeert waar eveneens op 8 december 2009 skimgerelateerd materiaal voorhanden lag.
Uit de hiervoor aangehaalde bevindingen concludeert de rechtbank dat verdachte in zodanig verband kan worden gebracht met voornoemde woningen en auto dat zijn gebruik van en (mede) verantwoordelijkheid voor het daar aangetroffen materiaal vast staan. Deze conclusie wordt ondersteund doordat verdachte zijn betrokkenheid heeft bekend bij een drietal zaaksdossiers waarin hij is geobserveerd. Op gerichte vragen ten aanzien van andere zaaksdossiers heeft verdachte niet willen antwoorden.
Gelet op de overwegingen onder I. ten aanzien van de mate samenwerking komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte mede betrokken is bij alle zaaksdossiers waarin sprake is van een aangifte uit de ten laste gelegde periode die kan worden gelinkt aan materiaal (gegevensdragers, namen-/adreslijsten) dat in een van de doorzochte woningen en/of auto's is gevonden. De rechtbank merkt hierbij op, dat de omstandigheid dat verdachte individueel niet rechtstreeks of in dezelfde mate met alle doorzochte adressen/auto's in verband kan worden gebracht aan dit oordeel niet afdoet, gelet op het verband tussen de adressen/auto's onderling, zoals hiervoor onder I. overwogen.
De verdediging heeft betoogd dat ten aanzien van de overige dossiers geen (directe) bewijsmiddelen voorhanden zijn die op de betrokkenheid van verdachte wijzen en dat alleen een eventuele bewezenverklaring kan volgen door het gebruik van schakelbewijs.
De rechtbank verwerpt dit betoog. Er wordt van schakelbewijs gesproken wanneer de rechter het bewijs van het ten laste gelegde feit mede aanneemt op grond van een ander, soortgelijk feit dat de verdachte heeft begaan.cli In deze zaak is er sprake van direct bewijs gelegen in het aangetroffen skimminggerelateerde materiaal, waarbij het aantreffen van persoonsgegevens van aangevers op gegevensdragers of ander materiaal (zoals hiervoor onder B.a overwogen) direct bewijs vormt. Voor zover de verdediging van mening is, dat alleen observaties dan wel beelden van individuele handelingen (bijvoorbeeld van skimmen of cashen) als direct bewijs zouden zijn te beschouwen en het overige ten aanzien van zaaksdossiers waar die observaties/beelden ontbreken, als schakelconstructies, berust mening deze op een onjuiste veronderstelling en deelt de rechtbank deze niet.
Bij haar uitspraak van heden inzake de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] heeft de rechtbank overwogen dat zij op vergelijkbare wijze in verband kunnen worden gebracht met een of meer van de doorzochte woningen/auto's en het daar aangetroffen materiaal. Hiermee is niet uitgesloten dat ook anderen van de vaste kern van deze dadergroep deel hebben uitgemaakt.
Voorts is niet uit te sluiten dat er in deze vaste kern een rolverdeling was. Het systematische, langdurige en frequent herhaalde karakter van het gehele proces van skimming tot cashing maken het aannemelijk dat de opzet van de deelnemers op het geheel en daarmee op alle onderdelen - voorhanden hebben van skimapparatuur (feit 4), vervalsing (feit 3), diefstal en oplichting (feit 2) - was gericht.
E. Conclusie
Conclusie moet dan ook luiden dat bij verdachte als medepleger de onder 2 - ten aanzien van die zaaksdossiers die hierna bewezen worden verklaard - alsmede de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.4.3 Nadere overwegingen over het onder 2 ten laste gelegde
4.4.3.1 Zaaksdossiers 5, 7 en 8
Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank deze zaaksdossiers bij het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen, nu weliswaar is gepoogd geld op te nemen van de rekeningen van deze aangevers, maar dit is niet gelukt en een poging is niet ten laste gelegd. Derhalve dient hiervan vrijspraak te volgen.
4.4.3.2 Diefstal en oplichting
Door een geldopname wordt het saldo van de rekeninghouder gedebiteerd. Het opgenomen geld behoorde dus toe aan de verschillende rekeninghouders, niet aan de bank. Hieraan doet niet af dat de bank in dergelijke gevallen contractueel jegens de rekeninghouders verplicht is de schade van de rekeninghouder te vergoeden. Hierdoor zal de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de rekeninghouders en oplichting van de banken en andere bedrijven door zich voor te doen als de rechthebbende van de rekening.
5. Waardering van het bewijs ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
5.1 Feiten en omstandigheden
5.1.1 De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
5.1.2 Op 8 december 2009 werd de woning aan de [A-straat nr] te [plaats] doorzocht. Bij de doorzoeking werd onder de kleding van de moeder van verdachte een geldgordel aangetroffen met daarin € 51.050,-.clii Bij de zus van verdachte, [medeverdachte 7], is een geldgordel met daarin € 29.450,-cliii aangetroffen en bij zijn andere zus [medeverdachte 8] werd een geldgordel met daarin € 21.000,- aangetroffen. Daarnaast werd er door een geldspeurhond een geldgordel in de slaapkamer van [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] aangetroffen met daarin € 30.100,-. In de slaapkamer van [medeverdachte 1] lag een bedrag van € 3.600,-.cliv
5.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan, te weten het witwassen. Hij voert ter ondersteuning van zijn standpunt aan dat zowel op de [G-straat] als de [A-straat] grote geldbedragen zijn aangetroffen, waarvoor geen legale herkomst is gebleken en verdachte wel veel geld moet hebben verdiend uit strafbare feiten. Verdachte maakte gebruik van de [G-straat] en uit de diverse verklaringen van zijn familieleden blijkt dat hij dagelijks in de [A-straat] aanwezig is en daar ook zeer geregeld blijft slapen. [medeverdachte 4] heeft verdachte expliciet aangewezen als degene die met het geld binnenkwam.
5.3 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat blijkens de dagvaarding en het requisitoir verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen door in de woning aan de [G-straat] en de [A-straat] grote geldbedragen voorhanden te hebben gehad. Ten aanzien van de [A-straat] begrijpt de verdediging de officier van justitie zodanig dat deze geldbedragen afkomstig zijn van diverse skimhandelingen en dat verdachte dit geldbedrag in deze woning voorhanden heeft gehad. Het enkele voorhanden hebben van een geldbedrag afkomstig van een zelf gepleegd misdrijf is naar het oordeel van de verdediging niet te kwalificeren als witwassen in de zin van artikel 420bis/ter van het Wetboek van Strafrecht, zie Hoge Raad 28 oktober 2010 (LJN BM4440). Derhalve verzoekt de verdediging vrijspraak ten aanzien van de [A-straat]. Ten aanzien van het aangetroffen bedrag van € 11.450,- in de [G-straat] heeft de in de woning aangehouden [persoon 4] verklaard dat het geld van haar is en dat zij dit in het verleden heeft verdiend door te werken als prostituee. Ook van dit onderdeel van de tenlastelegging dient verdachte vrijgesproken te worden.
5.4 Het oordeel van de rechtbank
5.4.1 Bij dit vonnis wordt verdachte veroordeeld voor - kort gezegd - skimactiviteiten in de periode voorafgaand aan 8 december 2009, waarbij grote geldbedragen zijn buitgemaakt. Tegelijk worden als medeplegers van die feiten [medeverdachte 3] en de broer van verdachte, [medeverdachte 1] veroordeeld.
5.4.2 In de woning aan de [A-straat] is een grote som contant geld aangetroffen. Deze som geld bevatte veel briefjes van 50 euro, maar ook van 100, 200 en 500 euro.clv Uit het hiervoor onder C. overwogene volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en zijn broer [medeverdachte 1] het geld in de woning hebben gebracht en dat dit geld van de skimactiviteiten waarvan verdachte medepleger is, afkomstig is. Zoals hiervoor onder C. overwogen is ook in de [G-straat] en de [CC-straat] een groot geldbedrag aangetroffen. De rechtbank gaat er op basis van hetgeen verder onder C. is overwogen vanuit dat ook dit geld van het skimmen waarvan verdachte medepleger is afkomstig is en in gedeeltes op die adressen is veilig gesteld. De rechtbank acht de verklaring van [persoon 4] ongeloofwaardig, nu deze niet nader is onderbouwd en het geld in opvallend nieuwe biljetten is aangetroffen. Dit is in strijd met de verklaring van [persoon 4] dat zij het geld destijds contant ontving en de biljetten niet later zijn vervangen.clvi
5.4.3 Overigens vereist de wet niet dat vast komt te staan dat het geld van een bepaald misdrijf afkomstig is, mits zodanige omstandigheden komen vast te staan, dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat het geld van een misdrijf afkomstig is. Nu verdachte het geld op de verschillende adressen heeft verzameld, concludeert de rechtbank dat hij dit heeft witgewassen. Het centraal opslaan van de opbrengsten van skimactiviteiten en het gestructureerd verpakken van dit geld - het is onder meer in stapels/bundeltjes/pakketjes en in geldgordels aangetroffenclvii - levert handelingen op die erop gericht zijn het van eigen misdrijf afkomstige geld veilig te stellen. Uit het grote aantal gevallen van skimming waar verdachte voor wordt veroordeeld en de hoeveelheid aangetroffen geld volgt dat verdachte en zijn broer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] van het verbergen van het geld een gewoonte hebben gemaakt.
6. Waardering van het bewijs ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
6.1 Feiten en omstandigheden
6.1.1 De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
6.1.2 Op 8 december 2009 vindt er een doorzoeking plaats in de [CC-straat nr] te [plaats]. Tijdens de doorzoeking wordt een Dell laptop aangetroffen,clviii in beslag genomen onder KVI nummer 3765651.clix Uit onderzoek van deze laptop met KVI nummer 3765651 is gebleken dat deze laptop een Dell Latitude D820, met servicetag 8L4KR2J van diefstal afkomstig is van de Ara groep.clx Ara groep heeft aangifte gedaan van diefstal van deze laptop.clxi
6.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
6.2.1 De officier van justitie is van mening dat deels bewezen kan worden dat verdachte het onder 6 ten laste gelegde heeft begaan, te weten schuldheling. Hij voert ter ondersteuning van zijn standpunt aan dat de Dell computer met servicenummer 8L4KR2J is aangetroffen op de [CC-straat] en dat een Apple computer is aangetroffen op de [G-straat]. Deze laptops zijn gestolen en verdachte wil niet zeggen wat hij voor de laptops betaald heeft, alleen dat hij ze niet gestolen heeft. Nu verdachte geen enkel steekhoudend verhaal heeft gehouden met betrekking tot de herkomst van de laptops acht de officier van justitie schuldheling bewezen.
6.2.2 Diefstal of heling van de Dell en Imac computer die op de [A-straat] zijn aangetroffen acht de officier van justitie echter niet bewezen, nu verdachte weliswaar dagelijks op het adres kwam en er ook wat betreft deze laptops onderlinge verbanden binnen de familie [achternaam verdachte] te benoemen zijn, maar naar het oordeel van de officier staan deze computers in onvoldoende directe relatie tot verdachte om het verweten feit bewezen te verklaren.
6.3 Het standpunt van de verdediging
6.3.1 Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de verdediging betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Op de Dell computer die in beslag genomen is in de woonkamer in de [CC-straat] zijn geen bestanden terug te vinden welke rechtstreeks kunnen worden gekoppeld aan verdachte. Bovendien werd de woning aan de [CC-straat] gebruikt door meerdere personen zodat niet kan worden vastgesteld dat verdachte deze computer voorhanden heeft gehad.
6.3.2 Op de Apple computer die op de [G-straat] werd aangetroffen zijn bestanden aangetroffen die kunnen worden gerelateerd aan de Islam en een overschrijving genaamd [medeverdachte 5]. Derhalve kan ook deze computer niet in relatie worden gebracht met verdachte. Nu van deze woning ook door meerdere mensen gebruik werd gemaakt en verdachte hier niet is aangehouden, kan niet worden geconcludeerd dat verdachte deze computer voorhanden heeft gehad.
6.4 Het oordeel van de rechtbank
6.4.1 Dell Latitude D820
Verdachte heeft geen verklaring over de aangetroffen laptop willen geven. Op de laptop zijn bestanden aangetroffen van familieleden van verdachte en daarnaast software en een handleiding voor een zogenaamde labelprinter 'Brother' en 104 labelbestanden.clxii Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat gelet op deze gegevens het gebruik van de laptop door verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 3] bewezen kan worden . Verdachte is bovendien in deze woning aangehouden.clxiii De rechtbank is op grond van de hiervoor onder 6.1 weergegeven feiten en omstandigheden en het onder 4.1 overwogene van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van de Dell Latitude D820.
6.4.2 Apple met serienummer W85310USDZ
De rechtbank is - anders dan de officier van justitie - van mening dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (opzet)heling van de Apple computer in de [G-straat] en overweegt hiertoe als volgt. Van de woning [G-straat] wordt door meerdere personen gebruik gemaakt en de woning staat op naam van [medeverdachte 5]. Voorts is een fragment aangetroffen van internetbankieren op naam van de broer van verdachte, [medeverdachte 5]. Nu er geen aanwijzing is dat verdachte gebruik heeft gemaakt van deze laptop, kan niet worden bewezen dat hij wist dat de laptop van diefstal dan wel van een ander misdrijf afkomstig was. Derhalve dient verdachte van strafbare feiten ten aanzien van deze laptop vrijgesproken te worden.
6.4.3 Overige ten laste gelegde computers
De rechtbank acht evenals de officier van justitie en de verdediging niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling ten aanzien van de overige ten laste gelegde computers, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
7. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de onder 4, 5 en 6 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
in de periode van 1 april 2008 tot en met 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam en/of Zandvoort, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen toebehorende aan
- [ZD2] (ZD2) en/of
- [ZD3] (ZD3) en/of
- [ZD3 2] (ZD3) en/of
- [ZD9] (ZD9) en/of
- [ZD10] (ZD10) en/of
- [ZD11] (ZD11) en/of
- [ZD12] (ZD12) en/of
- [ZD14] (ZD14) en/of
- [ZD16] (ZD 16) en/of
- [ZD18] (ZD19) en/of
- [ZD18 2] (ZD19) en/of
- [ZD18 3] (ZD19) en/of
- [ZD35] (ZD 35) en/of
- [ZD36] (ZD36) en/of
andere personen (ZD3, 4, 6, 10, 11, 12), waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten valse en/of vervalste betaalpassen en de daarbij behorende pincodes;
en/of
in de periode van 1 april 2008 tot en met 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen, banken (onder meer de ING-Bank) en/of casinobedrijven en/of winkelbedrijven heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen en/of goederen, hebbende verdachte en/of zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk zich voorgedaan als de rechthebbenden van bankrekeningen door middels gebruikmaking van een valse en/of vervalste betaalpas en de bijbehorende pincode geld op te nemen en/of betalingen te verrichten bij geldautomaten en/of casinobedrijven en/of winkelbedrijven, waardoor banken (onder meer de ING-bank) en/of casinobedrijven en/of winkelbedrijven werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
in de periode van 1 april 2008 tot en met 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst met behulp van skimapparatuur met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat verdachte en/of zijn mededaders, valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van originele betaalpassen van
- [ZD2] (ZD2) en/of
- [ZD3] (ZD3) en/of
- [ZD3 2] (ZD3) en/of
- [ZD5] (ZD5) en/of
- [ZD9] (ZD9) en/of
- [ZD10] (ZD10) en/of
- [ZD11] (ZD11) en/of
- [ZD11 2] (ZD11) en/of
- [ZD12] (ZD12) en/of
- [ZD13] (ZD 13) en/of
- [ZD14] (ZD14) en/of
- [ZD16] (ZD 16) en/of
- [ZD18] (ZD19) en/of
- [ZD18 2] (ZD19) en/of
- [ZD18 3] (ZD19) en/of
- [ZD35] (ZD 35) en/of
- [ZD36] (ZD36) en/of
andere personen (ZD 3, 4, 6, 10, 11, 12) hebben gekopieerd naar een betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, welke zijn voorzien van een magneetstrip, tengevolge waarvan met die laatstgenoemde (valse of vervalste) betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens elektronische betalingen ten laste van de rechtmatige eigenaren van die originele betaalpassen mogelijk worden.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
in de periode van 1 april 2008 tot en met 8 december 2009 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten elektronica voor het kopiëren van magneetstrippen en/of gegevens, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededaders wisten dat die bestemd waren voor het opzettelijk valselijk opmaken en/of vervalsen van betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten en/of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten en/of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, zulks met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
in de periode van 1 april 2008 tot en met 8 december 2009, te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben hij verdachte, en/of zijn mededaders telkens geldbedragen verworven en voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededaders wisten, dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
op 8 december 2009 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, een computer van het merk Dell type Latitude D820 met Service Tag 8L4KR2J voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader, ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs moesten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
9. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
10. Motivering van de straffen
10.1. De eis van de officier van justitie
10.1.1 De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest.
10.1.2 De officier van justitie heeft daarbij in aanmerking genomen dat verdachte al flink wat justitiële documentatie heeft verzameld en gelet op zijn hoofdrol in deze zaak is hij van mening dat een gevangenisstraf van langere duur op zijn plaats is. De feiten zijn te ernstig om te kunnen volstaan met de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Skimmen heeft grote economische schade tot gevolg, zeker ook in deze zaak zijn de verdiensten groot geweest. Verder gaat het ook om een groot aantal aangiftes en benadeelden, waarvan het vertrouwen is beschaamd. De afgelopen jaren heeft de 'skimjurisprudentie' een stijgende lijn laten zien voor wat betreft de strafmaat. Steeds duidelijker is geworden dat skimmen geen kwajongenstreek is waar wat geld mee wordt verdiend, maar dat het om grote criminele verdiensten gaat.
10.1.3 Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie verbeurd verklaring gevorderd van de nummers 1 tot en met 3, 6 tot en met 12, 14, 15, 17, 18, 20 tot en met 25, 29, 30, 32, 38 tot en met 41, 44 en 46 van de beslaglijst. Daarnaast heeft de officier van justitie ten aanzien van de nummers 4, 5, 13, 16, 19, 26, 27, 28, 31, 32 tot en met 37, 42 en 43, 45 en 47 gevorderd dat deze goederen retour naar de rechthebbende gaan.
10.2. Het standpunt van de verdediging
10.2.1 De verdediging is van oordeel dat verdachte van alle, zo niet bijna alle feiten dient te worden vrijgesproken zodat de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht ruim voldoende is in relatie tot een eventueel op te leggen straf. Bij een eventuele strafoplegging verzoekt de verdediging rekening te houden met het feit dat verdachte inmiddels als zelfstandig stukadoor werkt, hij Amsterdam heeft verlaten om zich uit het criminele circuit te ontworstelen, hij een ommezwaai wil maken en moe is van de contacten met justitie en hij geen strafbare feiten meer wil plegen en veel tijd thuis doorbrengt. Uit zijn justitiële documentatie blijkt dat er geen nieuwe mutaties meer zijn geweest.
10.2.2 Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat tussen het moment van de aanhouding, 8 december 2009 en het moment waarop de rechtbank vonnis zal wijzen een periode van twee jaar is verstreken. Naar het oordeel van de verdediging is er sprake van een termijnoverschrijding welke ingevolge artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering bij enige bewezenverklaring dient te leiden tot een vermindering van de eventueel op te leggen straf.
10.2.3 Ten aanzien van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis verzoekt de verdediging bij de uitspraak de voorlopige hechtenis op te heffen, ook bij een hogere strafoplegging dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Allereerst omdat er geen gronden meer zijn om de voorlopige hechtenis te laten voortduren. Ten tweede rekening houdend met het gegeven dat verdachte bij een veroordelend vonnis waarbij hij tot een aanzienlijke gevangenisstraf wordt veroordeeld in hoger beroep zal gaan en de behandeling geruime tijd zal gaan duren. Dit zou betekenen dat hij mogelijk een door de rechtbank op te leggen straf volledig zal hebben uitgezeten op het moment dat de inhoudelijke behandeling van een eventueel hoger beroep aanvangt.
10.3. Het oordeel van de rechtbank
10.3.1 De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
10.3.2 Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan een omvangrijke professionele fraude. Daarbij gaat de rechtbank er op basis van het dossier en de bewezenverklaringen vanuit dat verdachte een spilfunctie heeft gehad in deze fraude, waarbij is geskimd, passen valselijk zijn opgemaakt, opzettelijk gebruik is gemaakt van valse passen en en van voorwerpen die bestemd zijn voor het opzettelijk valselijk opmaken van betaalpassen. Dergelijke kennelijk uit winstbejag ingegeven gedragingen leiden tot ontwrichting van het voor het maatschappelijke verkeer zo belangrijke betalingsverkeer en hebben bij de benadeelden en banken tot een aanzienlijke schade geleid.
10.3.3 Het economische betalingsverkeer van deze tijd brengt met zich dat bedragen gepind worden bij mobiele pinautomaten. Een ieder in de samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat dit een beschermde financiële transactie is. Verdachte heeft eraan bijgedragen dat dit vertrouwen is geschaad. Het delict treft in eerste instantie de individuele pashouders, die plotseling zien dat geld van hen is opgenomen. Daar de banken veelal de schade van de pashouders vergoeden, zijn het doorgaans deze bedrijven die de financiële schade dragen. Voor de individuele burger is het bovendien een uitermate onveilig idee dat een ander over zijn of haar banktegoeden kan komen te beschikken. De benadeelde kaarthouders hebben ongevraagd te maken gekregen met een hoop administratieve rompslomp en ook met de onzekerheid of zij hun geld nog terug zouden krijgen.
10.3.4 De rechtbank houdt rekening met het feit dat de slachtoffers dames op leeftijd zijn. Dit is een kwetsbare groep waarbij de verdachten het vertrouwen eerst op bedrieglijke wijze hebben gewonnen en vervolgens hebben beschaamd. De verdachten zijn bij deze slachtoffers aan de deur geweest en soms zelfs in hun woning. Hierdoor hebben de verdachten ook de privacy van de slachtoffers geschonden.
10.3.5 De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de onder 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten sprake is van een voortgezette handeling. Zij staan zodanig met elkaar in verband dat er sprake is van één besluit om te gaan skimmen om met de ontfutselde gegevens geld op te nemen. Om die reden kan artikel 56 van het Wetboek van strafrecht toepassing vinden. Daarnaast is artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing, te weten eendaadse samenloop bij het onder 2 bewezen verklaarde. Het pinnen met de ontfutselde gegevens van aangevers, valt onder de delictsomschrijvingen diefstal en oplichting. De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met deze voortgezette handeling en eendaadse samenloop en heeft deze daarin verdisconteerd.
10.3.6 Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de heling van een laptop. Door aldus te handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van grote geldbedragen. Witwassen vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving.
10.3.7 De rechtbank houdt rekening met het feit dat blijkens het hem betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 augustus 2011 verdachte reeds vele malen is veroordeeld voor vermogensdelicten; ook tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden wederom strafbare feiten te plegen. De rechtbank heeft verder acht geslagen op een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland van 20 september 2010. Hierin wordt beschreven dat verdachte niet ontvankelijk is voor gedragsverandering en geadviseerd wordt om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
10.3.8 Voorts houdt de rechtbank rekening met tijdsverloop in deze strafzaak. Op 8 december 2009 is verdachte aangehouden en de rechtbank doet op 30 november 2011 uitspraak. De redelijke termijn is net niet overschreden (op acht dagen na), maar de rechtbank is van oordeel dat er sprake is van een onevenredig lang durend onderzoek en dit is niet aan verdachte te wijten, nu hij vanaf het begin af aan geen onderzoekswensen heeft gehad. Daarnaast is verdachte gedurende meer dan één jaar geschorst uit de voorlopige hechtenis, met onder andere de voorwaarde van het inleveren van het paspoort. De wet voorziet in beginsel niet in aftrek voor de tijd dat de voorlopige hechtenis geschorst is geweest, maar de rechtbank zal hier wel in zekere mate rekening mee houden, nu gedurende lange tijd aan de schorsing zodanige beperkende voorwaarden verbonden zijn geweest dat verdachte in zijn bewegingsvrijheid werd belemmerd. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een strafvermindering op zijn plaats voor de duur van drie maanden gevangenisstraf.
10.3.9 Daarnaast is ter terechtzitting gebleken dat verdachte als stukadoor werkzaam is en uit [plaats] is vertrokken om zich uit het criminele circuit te ontworstelen. De rechtbank acht dit positieve ontwikkelingen, maar gezien het feit dat verdachte zich aan zulke ernstige feiten schuldig heeft gemaakt, dient verdachte te worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, in de eerste plaats als vergelding voor het leed aangedaan en voorts met als doel verdachte en anderen ervan te weerhouden in de toekomst dit soort feiten te plegen, dit laatste mede in het licht van de toenemende mate waarin dit soort delicten wordt gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het voorgaande en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten. Gezien de rol van verdachte, de grote hoeveelheid aangevers en de lange periode waarin verdachte deze feiten heeft gepleegd, is de rechtbank van oordeel dat er aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd.
10.4 Verbeurdverklaring
10.4.1 Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen en geldbedragen in beslag genomen: € 1.220,-, € 249,25 en € 3.300,-, Samsung led flatscreen, USB stick, Docking Power Banksys printer, twee maal Brother Qi printer, tweemaal Banksys C-ZAM betaalautomaat en een oplader, een pas, Banksys C-ZAM acculader, Brother sticker, papier met grote hoeveelheid adressen, Brother Q1560 printer, papier met diverse adresstickers en 4 pasjes, twee maal USB-stick, Ikea klanten pas, kassabon en garantie en gebruiksaanwijzing, vier cd-roms, 4 airmiles passen, 59 adresstickers, airmiles klanten pas, € 11,450,-, instructiekaart tnt-naw sticker en tot slot een pas met magneetstrip met bankgegevens.
10.4.2 De voorwerpen behoren aan verdachte toe. Nu met betrekking tot die voorwerpen het onder 2, 3, 4 en 5 bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 55, 56, 57, 232, 234, 311, 326, 417bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
12. Beslissing
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde nietig voor zover het betreft 'in elk geval enig goed'.
Verklaart het onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
en
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde
Medeplegen van opzettelijk een betaalpas of waardekaart of enige voor het publiek beschikbare kaart of een voor het publiek beschikbare drager van identiteitsgegevens bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaken of vervalsen, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, meermalen gepleegd
Ten aanzien van het onder 4 bewezen verklaarde
Medeplegen van een voorwerp voorhanden hebben waarvan hij weet dat het bestemd is tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf
Ten aanzien van het onder 5 bewezen verklaarde
Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen
Ten aanzien van het onder 6 bewezen verklaarde
Medeplegen van schuldheling
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 51 (eenenvijftig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
Hetgeen genoemd onder de nummers 1 tot en met 3, 6 tot en met 12, 14, 15, 17, 18, 20 tot en met 25, 29, 30, 32, 37 tot en met 41, 44 en 46 van de aangehechte beslaglijst.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
Hetgeen genoemd onder de nummers 4, 5, 13, 16, 19, 26 tot en met 28, 31, 33 tot en met 36, 42, 43, 45 en 47 van de aangehechte beslaglijst.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J. Bade, voorzitter,
mrs. S.A. Krenning en C.W. Inden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. van Bruggen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 november 2011.
i Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
ii Pag. 100037-100043 / ZD 10 (proces-verbaal van bevindingen).
iii Pag. 100001-100002 / ZD 2 (proces-verbaal van aangifte [ZD2]).
iv Pag. 100019 / ZD 2 (een geschrift, te weten een overzicht van rekeningnummer 37.85.04.924 tnv [ZD2]).
v Pag. 100014-100018 / ZD 2 (een geschrift, te weten een rekeningoverzicht van [ZD2]).
vi In de aangifte wordt weliswaar 23 november 2009 vermeld, maar uit het proces-verbaal van relaas blijkt dat deze datum onjuist is en 20 oktober 2009 dient te zijn (zie pag. 000005 / ZD 3).
vii Pag. 100050-100054 / ZD 3 (proces-verbaal van aangifte [ZD 3 3]).
viii Pag. 100025 / ZD 3 (proces-verbaal van bevindingen).
ix Pag. 100055-100057 / ZD 2 (proces-verbaal van aangifte [ZD3]).
x Pag. 100058 / ZD 3 (een geschrift, te weten een overzicht gebruik geld- en betaalautomaten).
xi Pag. 100059-100062 / ZD 3 (proces-verbaal van aangifte [ZD3 2]).
xii Pag. 100065 / ZD 3 (een geschrift, te weten een overzicht van de rekening van [ZD3 2]).
xiii Pag. 100074-100078 / ZD 3 (proces-verbaal van aangifte [ZD9]).
xiv Pag. 100080 en 100084 / ZD 3 (een geschrift, te weten een rekeningoverzicht van [ZD9] en overzicht gebruik geld- en betaalautomaten).
xv Pag. 100001-100024 / ZD 3 (proces-verbaal van stelselmatige observatie met bijlagen: 15 fotografische afdrukken en 3 uitvergrotingen).
xvi Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 oktober 2011.
xvii Pag. 10001 -10003 / ZD 4 (proces-verbaal van aangifte [ZD4]).
xviii Pag. 10006-10010 / ZD 4 (proces-verbaal van bevindingen).
xix Pag. 10048-10051 / ZD 4 (een geschrift, te weten een overzicht van de afschrijvingen van de rekening van [ZD4]).
xx Pag. 10011-10015 / ZD 4 (proces-verbaal van stelselmatige observatie) en pag. 10006-10010 / ZD 4 (proces-verbaal van bevindingen).
xxi Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 oktober 2011.
xxii Pag. 20007-20001 / ZD 4 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 13])
xxiii Pag. 1032-1034 / ZD 6 (proces-verbaal van aangifte [ZD6]).
xxiv Pag. 1035 / ZD 6 (een geschrift, te weten een ABN Amro rekeningoverzicht van [ZD6]).
xxv Pag. 1036 / ZD 6 (een geschrift, te weten een ING rekeningoverzicht van [ZD6]).
xxvi Pag. 1022-1026 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van aangifte [ZD5]).
xxvii Pag. 1001-1006 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van stelselmatige observatie met bijlagen: fotografische afdrukken).
xxviii Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 oktober 2011.
xxix Pag. 1016 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van bevindingen).
xxx Pag. 1018-1021 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van bevindingen).
xxxi Pag. 10001-10008 / ZD 9 (proces-verbaal van aangifte [ZD9]).
xxxii Pag. 10009 / ZD 9 en één ongenummerde pagina (proces-verbaal van bevindingen met overboekingen van het rekeningnummer van [ZD9] bij ING, van 11 tot en met 14 april 2009).
xxxiii Pag. 100001-100005 / ZD 10 (proces-verbaal van aangifte [ZD10]).
xxxiv Pag. 100008-100013 / ZD 10 (proces-verbaal van herkenning).
xxxv Pag. 100014-100018 / ZD 10 (proces-verbaal van aangifte [ZD 10 2]).
xxxvi Pag. 100029-100032 / ZD 10 (proces-verbaal van aangifte [ZD 10 3]).
xxxvii Pag. 100033-100036 / ZD 10 (proces-verbaal van aanvullende aangifte [ZD 10 3]).
xxxviii Pag. 100001-100003 / ZD 11 (proces-verbaal van aangifte [ZD 11 3]).
xxxix Pag. 100007-100009 / ZD 11 (proces-verbaal van aangifte [ZD11 2]).
xl Pag. 100011-100016 / ZD 11 (proces-verbaal van bevindingen opvragen printgegevens).
xli Pag. 100013-100014 / ZD 11 (lijst bij proces-verbaal van bevindingen opvragen printgegevens).
xlii Pag. 100017-100021 / ZD 11 (proces-verbaal van aangifte [ZD11]).
xliii Pag. 10001-10006 / ZD 12 (proces-verbaal van aangifte [ZD 12 2]).
xliv Pag. 10007-10011 / ZD 12 (proces-verbaal van aangifte [ZD12]).
xlv Pag. 10024-10028 / ZD 12 (proces-verbaal van bevindingen).
xlvi Pag. 10022 / ZD 12 (proces-verbaal van bevindingen).
xlvii Pag. 1024-1026 / ZD 13 (proces-verbaal van aangifte [ZD13]).
xlviii Pag. 1027-1028 / ZD 13 (proces-verbaal van onderzoek naar [naam 3] en gebruik geskimde pas).
xlix Pag. 1001-1005 / ZD 14 (proces-verbaal van aangifte [ZD14]).
l Pag. 1006 / ZD 14 (proces-verbaal van bevindingen).
li Pag. 1001-1006 / ZD 16 [plaats] (proces-verbaal van aangifte [ZD16]).
lii Pag. 100044-100048 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
liii Pag. 10001-100005 / ZD 35 [plaats] (proces-verbaal van aangifte [ZD35]).
liv Pag. 10007 / ZD 35 [plaats] (een geschrift, te weten een rekeningoverzicht van [ZD35]).
lv Pag. 100001-100005 / ZD 36 (proces-verbaal van aangifte [ZD36]).
lvi Pag. 1052 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming).
lvii Pag. 1050-1051 / ZD 19 [CC-straat] (verslag van binnentreden).
lviii Pag. 1054-1055 / ZD 19 [CC-straat] (bijlage in beslag genomen goederen - KVI).
lix Pag. 0008 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van doorzoeking) en pag. 1140 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevensdrager: usb-stick).
lx Pag. 1039-1043 / ZD 19 [CC-straat] (Een geschrift, te weten een huurovereenkomst woonruimte).
lxi Pag. 1031-1032 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1]).
lxii Pag. 1059-1063 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxiii Pag. 092 / KVI (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
lxiv Niet doorgenummerd / algemeen relaas (proces-verbaal van bevindingen).
lxv Pag. 100008-100011 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van doorzoeking).
lxvi Pag. 100054-100057 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxvii Pag. 100258-100259 / ZD 19 [G-straat] (een geschrift, te weten een brief van KPN d.d. 28 januari 2009).
lxviii Pag. 100010 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van doorzoeking) en pag. 000008 (proces-verbaal van relaas).
lxix Pag. 100009 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van doorzoeking en pag. 000009 (proces-verbaal van relaas).
lxx Pag. 100021- 100023 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen) en pag. 100218 -100219 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxxi Pag. 100237-100243 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxxii Pag. 100256-100256 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxxiii Pag. 100011-100014 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen).
lxxiv Pag. 006 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming)
lxxv Pag. 031 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming)
lxxvi Pag. 100016-100018 / ZD 18 (proces-verbaal van aanhoudingen).
lxxvii Pag. 100021-100022 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen).
lxxviii Pag. 100081-100088 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen onderzoek Dell).
lxxix Pag. 100097 / ZD 18 (bijlage bij proces-verbaal van bevindingen onderzoek Dell).
lxxx Pag. 100277-100278 / ZD 18 (proces-verbaal verwerking aangetroffen strings met bijlage).
lxxxi Pag. 10160-10166 / ZD 23 [B-straat] (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming met bijlage).
lxxxii Pag. 10017-10018 / ZD 23 [B-straat] (proces-verbaal betreffende 3 bankpassen ING).
lxxxiii Pag. 10089-10092 / ZD 23 [B-straat] (een geschrift, te weten kopieën van het kladblokje Gallery).
lxxxiv Pag. 354 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
lxxxv Pag. 10037-10042 / ZD 23 [B-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
lxxxvi Pag. 1070-1077 / ZD 22 (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming in woning [DD-straat nr] [plaats] met bijlage).
lxxxvii Pag. 1164-1165 / ZD 22 (proces-verbaal van bevindingen).
lxxxviii Niet doorgenummerd / algemeen relaas (proces-verbaal van bevindingen).
lxxxix Pag. 1115 / ZD 19 [CC-straat] (Een geschrift, te weten een verklaring van Equens payment service for europe).
xc Pag. 1125 / ZD 19 [CC-straat] (bijlage bij het geschrift, te weten een verklaring van Equens payment service for europe).
xci Pag. 1140 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van bevindingen).
xcii Pag. 000002 / ZD 2 (proces-verbaal van relaas).
xciii Pag. 0000002 / ZD 3 (proces-verbaal van relaas).
xciv Pag. 0008 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van relaas).
xcv Niet doorgenummerd / ZD 9 (proces-verbaal van relaas).
xcvi Pag. 000002 / ZD 10 (proces-verbaal van relaas).
xcvii Pag. 000002 / ZD 11 (proces-verbaal van relaas).
xcviii Pag. 00005 / ZD 12 (proces-verbaal van relaas).
xcix Pag. 0004 / ZD 14 (proces-verbaal van relaas).
c Pag. 0002 / ZD 16 [plaats] (proces-verbaal van relaas).
ci Pag. 000003 / ZD 35 [plaats] (proces-verbaal van relaas).
cii Pag. 000003 / ZD 36 (proces-verbaal van relaas).
ciii Pag. 000003 / ZD 35 [plaats] (proces-verbaal van relaas).
civ Pag. 000003 / ZD 36 (proces-verbaal van relaas).
cv Pag. 1043-1044 / ZD 13 (bijlage 1 bij proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevensdrager).
cvi Pag. 0008 / ZD 5, 6, 7 en 8 (proces-verbaal van relaas).
cvii Pag. 100066 - ZD 2 (proces-verbaal van bevindingen).
cviii Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 oktober 2011.
cix Pag. 1198-1199 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal van bevindingen doorzoeking VW Golf) en pag. 1205 / ZD 19 [CC-straat] (kopie van de instructiekaart).
cx Pag. 383B / KVI (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
cxi Pag. 10041-10042 / ZD 32 (proces-verbaal van bevindingen).
cxii Hoge Raad 13 juni 1995 (LJN ZD0064).
cxiii Tekst & Commentaar Strafrecht, aantekening 11c. bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
cxiv HR 9 jan 2007 (AZ3329) bij Noyon/Langemeijer/Remmelink (NLR) aant. 21 bij artikel 47.
cxv HR 6 juli 2004 (LJN AO 9905) bij NLR t.a.p.
cxvi T&C Strafrecht, bij artikel 47, aant. 6c., NLR t.a.p.
cxvii HR 19 jan 2010 (BK4816).
cxviii HR 17 november 1981, NJ 1983, 84 (Containerarrest).
cxix Materieel strafrecht, J. de Hullu, Deventer, 2006, pag. 419; Medeplegen, Zakboek Strafrecht voor de politie, M.G.M. Hoekendijk, Deventer 2008, pag. 51.
cxx Hierbij wordt opgemerkt dat waar het begrip "dadergroep" wordt gebruikt op een onbepaald aantal daders wordt gedoeld.
cxxi Pag. 0009 / ZD 19 (proces-verbaal van relaas).
cxxii Pag. 10042 / ZD 23 (proces-verbaal van onderzoek gegevensdrager).
cxxiii Pag. 100187 - ZD 18 (proces-verbaal van onderzoek gegevensdrager).
cxxiv Zo is op de Toshiba laptop van de [G-straat] een apart bestand aangetroffen met namen/adressen en telefoongegevens uit [plaats]. Pag. 100240 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevensdrager).
cxxv Pag. 12 / Onderzoek 13Megaliet (Algemeen verslag van het opsporingsonderzoek 13Megaliet).
cxxvi Pag. 1002, 1006 / ZD 19 [CC-straat] (Proces-verbaal Modus Operandi TNT-skimming).
cxxvii Pag. 1001-1007 / ZD 19 [CC-straat] (proces-verbaal Modus operandi TNT-skimming).
cxxviii Pag. 1114 / ZD 19 [CC-straat] (een geschrift inhoudende een verklaring van [opsporingscoördinator], Opsporingscoördinator, werkzaam bij Equens Nederland BV).
cxxix Pag. 006, 015, 031, 241 en 255 (processen-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
cxxx Pag. 100009 / ZD 19 (proces-verbaal van doorzoeking).
cxxxi Pag. 083 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
cxxxii Pag. 200014 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1]).
cxxxiii Pag. 200094 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 8]).
cxxxiv Pag. 200039 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 9]).
cxxxv Pag. 200076 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 7]).
cxxxvi Pag. 200030 /ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 9]) en pag. 200119 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 12]).
cxxxvii Pag. 200047 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4]).
cxxxviii Pag. 200047 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4]).
cxxxix Pag. 200094 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 8]).
cxl Pag. 200055 / ZD 18 (Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4]).
cxli Pag. 200030 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 9]).
cxlii Pag. 200108 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 8]).
cxliii Pag. 200009 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1]).
cxliv Pag. 200030 / ZD 18 (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 9]).
cxlv Pag. 10009 / ZD 19 (proces verbaal van doorzoeking) en pag. 100017 / ZD 18 (proces-verbaal van aanhoudingen) en pag. 100021 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen).
cxlvi Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 oktober 2011.
cxlvii Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 oktober 2011.
cxlviii Pag. 200007 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5]).
cxlix Bijlage B bij het Algemeen Relaas, ongenummerde pagina's op achtereenvolgende data.
cl Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 oktober 2011.
cli B. de Wilde, 'Schakelconstructies in bewijsmotiveringen', DD 2009, 42, p 563.
clii Pag. 006 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming)
cliii Pag. 031 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming)
cliv Pag. 100021-100022 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen).
clv Pag. 006, 015, 031, 241 en 255 (processen-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
clvi Pag. 100017 / ZD 19 [G-straat] (proces-verbaal van verhoor verdachte [persoon 4]).
clvii Pag. 100017 / ZD 18 (proces-verbaal van aanhoudingen) en pag. 100021-100022 / ZD 18 (proces-verbaal van bevindingen).
clviii Pag. 1001 en 1004 / ZD 26 (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname en bijlage in beslag genomen goederen).
clix Pag. 092 / KVI dossier (proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming).
clx Pag. 1017 / ZD 26 (proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevensdrager).
clxi Pag. 1095-1101 / ZD 26 (proces-verbaal van aangifte).
clxii Pag. 1016 / ZD 26 (proces-verbaal van bevindingen onderzoek gegevensdrager).
clxiii Pag. 1132 / PD [verdachte] (proces-verbaal van aanhouding).