ECLI:NL:RBAMS:2011:BU6197

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV10-35681
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betaling van hoofdsom en proceskosten in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde], heeft de kantonrechter op 18 januari 2011 vonnis gewezen. De zaak betreft een vordering van [eiseres] tot betaling van een hoofdsom van € 548,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure begon met een dagvaarding op 13 oktober 2010, waarna [gedaagde] op 29 november 2010 haar conclusie van antwoord per fax indiende. Ondanks herhaalde verzoeken om de originele stukken in te dienen, heeft [gedaagde] hieraan niet voldaan. Dit leidde tot de beslissing van de kantonrechter om de vordering van [eiseres] als niet weersproken toe te wijzen.

De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, alsook in de proceskosten aan de zijde van [eiseres]. De totale proceskosten zijn begroot op € 335,39, inclusief griffierecht en kosten voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft het Landelijk Procesreglement toegepast, wat heeft geleid tot de beslissing dat [gedaagde] niet heeft geantwoord op de vordering van [eiseres].

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 1193159 CV EXPL 10-35681
Vonnis van: 18 januari 2011
F.no.: 519
Vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
[eiseres]
gevestigd te Waalre
eiseres
nader te noemen [eiseres]
gemachtigde: A.H. Groenewegen
t e g e n
[gedaagde]
wonende te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen [gedaagde]
procederende in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op de inleidende dagvaarding van 13 oktober 2010 inhoudende de vordering van [eiseres] heeft [gedaagde] zich bij fax van 28 oktober 2010 - op briefpapier van haar advocatenkantoor - gesteld en uitstel verzocht voor het nemen van de conclusie van antwoord. Bij brief van 1 november 2010 is [gedaagde] medegedeeld dat het door haar verzochte uitstel is verleend en dat zij in de gelegenheid wordt gesteld op de rolzitting van 30 november 2010 haar schriftelijke reactie op de dagvaarding toe te lichten.
Op 29 november 2010 heeft [gedaagde] haar conclusie van antwoord gefaxt. Bij brief van
1 december 2010 is [gedaagde] in de gelegenheid gesteld op de rolzitting van 7 december 2010 de originele, door [gedaagde] ondertekende, stukken in tweevoud over te leggen. [gedaagde] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Daarna is vonnis bepaald op 21 december 2010. Hiervan is aan partijen mededeling gedaan bij brief van 9 december 2010.
Bij fax van 17 december 2010 verzoekt [gedaagde] nogmaals in de gelegenheid te worden gesteld de originele conclusie van antwoord in te dienen. Bij brief van 20 december 2010 wordt [eiseres] verzocht op genoemde fax uiterlijk 7 januari 2011 te reageren. [eiseres] bericht in haar fax van 7 januari 2011 niet akkoord te gaan met het alsnog indienen van een conclusie van antwoord. Daarna is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In artikel 2.2. van het Landelijk Procesreglement voor de civiele rol bij kanton is bepaald dat bij indiening van conclusies en akten per fax het originele exemplaar onverwijld wordt nagezonden.
[gedaagde] -hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld- heeft niet de originele conclusie van antwoord in tweevoud nagezonden en overgelegd. [gedaagde] heeft derhalve niet voldaan aan het vereiste van artikel 2.2. van het Landelijk Procesreglement voor de civiele rol bij kanton. Nu [eiseres] bezwaar heeft gemaakt tegen het in afwijking van artikel 2.2. van het Landelijk Procesreglement [gedaagde] opnieuw in de gelegenheid te stellen in tweevoud de originele conclusie van antwoord over te leggen, heeft de kantonrechter het Landelijk Procesreglement toe te passen hetgeen betekent dat het er voor dient te worden gehouden dat [gedaagde] niet heeft geantwoord, zodat de door [eiseres] ingestelde vordering als niet weersproken toewijsbaar is.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van:
- € 548,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2010 tot aan de voldoening;
- € 150,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 3,20 aan rente, berekend tot en met 13 oktober 2010;
II. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op:
-griffierecht: € 158,00
-kosten dagvaarding: € 77,39
-salaris gemachtigde: € 100,00
-----------
Totaal: € 335,39
Inclusief eventueel verschuldigde btw;
III. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter