ECLI:NL:RBAMS:2011:BU6197
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake betaling van hoofdsom en proceskosten in civiele procedure
In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde], heeft de kantonrechter op 18 januari 2011 vonnis gewezen. De zaak betreft een vordering van [eiseres] tot betaling van een hoofdsom van € 548,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure begon met een dagvaarding op 13 oktober 2010, waarna [gedaagde] op 29 november 2010 haar conclusie van antwoord per fax indiende. Ondanks herhaalde verzoeken om de originele stukken in te dienen, heeft [gedaagde] hieraan niet voldaan. Dit leidde tot de beslissing van de kantonrechter om de vordering van [eiseres] als niet weersproken toe te wijzen.
De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, alsook in de proceskosten aan de zijde van [eiseres]. De totale proceskosten zijn begroot op € 335,39, inclusief griffierecht en kosten voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft het Landelijk Procesreglement toegepast, wat heeft geleid tot de beslissing dat [gedaagde] niet heeft geantwoord op de vordering van [eiseres].