ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5796

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
503202 / KG ZA 11-1743 SR/MV
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Sj.A. Rullmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uit de handel nemen van boek wegens ongeoorloofde publicatie portret

In deze zaak vorderde eiser, die zonder zijn toestemming was geportretteerd in het boek 'Platter & Dikker', het uit de handel nemen van dit boek of het verwijderen van zijn portret uit het boek. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 24 november 2011 de vordering afgewezen. De rechter oordeelde dat de foto van eiser was genomen tijdens een openbare gelegenheid en dat hij zich niet in een compromitterende of aanstootgevende situatie bevond. De schade die eiser als gevolg van de publicatie lijdt, werd niet als aanmerkelijk groot beschouwd, terwijl toewijzing van de vordering aanzienlijke schade zou toebrengen aan de uitgeverij.

De procedure begon met een dagvaarding op 27 oktober 2011, waarbij eiser werd bijgestaan door advocaat mr. R.J.A. Verhoeven. De gedaagden waren Uitgeverij [uitgever] V.O.F. en twee vennoten, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.A.C. Enkelaar. Tijdens de zitting op 15 november 2011 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en producties ingediend. Eiser stelde dat hij geen toestemming had gegeven voor de publicatie van zijn portret, terwijl de uitgeverij aanvoerde dat de vrijheid van meningsuiting zwaarder woog dan het belang van eiser.

De voorzieningenrechter overwoog dat de publicatie van het portret van eiser in het boek een schending van zijn persoonlijke levenssfeer kon opleveren, maar dat dit recht moest worden afgewogen tegen het recht van de uitgeverij op vrijheid van meningsuiting. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat de belangen van de uitgeverij zwaarder wogen, waardoor de vorderingen van eiser werden afgewezen. Eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 1.376,- werden begroot.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 503202 / KG ZA 11-1743 SR/MV
Vonnis in kort geding van 24 november 2011
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente]),
eiser bij dagvaarding van 27 oktober 2011,
advocaat mr. R.J.A. Verhoeven te Alkmaar,
tegen
1. vennootschap onder firma
UITGEVERIJ [uitgever] V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [uitgever], vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te [woonplaats],
3. [vennoot], vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. G.A.C. Enkelaar te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en (in enkelvoud) Uitgeverij [uitgever] worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 15 november 2011 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Uitgeverij [uitgever] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.
Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig mr. Verhoeven, [uitgever], mr. Enkelaar, [journalist] en [fotograaf].
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2. De feiten
2.1. Uitgeverij [uitgever] heeft op 12 oktober 2011 een boek uitgegeven met de titel ‘Platter & dikker’. Het boek bevat foto’s van [fotograaf] en een essay van [journalist].
2.2. In het boek is de volgende foto van [eiser] opgenomen:
Harley Davidson-dag in Rotterdam
2.3. Het bijschrift bij de foto luidt: Harley Davidson-dag in Rotterdam. De foto is door [fotograaf] in 2009 gemaakt.
2.4. Op de achterkant van het boek is de volgende tekst opgenomen:
Wat is er mis in Nederland? De nieuwe rijken etaleren als nooit tevoren hun bezittingen, obesitas is de nieuwe volksziekte en agressie en geweld zijn normale aspecten van het dagelijks leven.
‘De nieuwe mens is overal. Hij is dikker. Hij praat harder en vlugger maar niet duidelijker. Hij steekt zijn middelvinger op, hij is eerder bereid een medemens uit te schelden, op zijn gezicht te slaan. Hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is. Respect!’
In een dubbelessay nemen journalist [journalist] en fotograaf [fotograaf] de excessen van de welvaart onder de loep. [journalist] schetst de contouren van de Nieuwe Mens die sinds een halve eeuw in de westerse samenleving tot ontwikkeling is gekomen. Zijn constateringen stemmen niet vrolijk. [fotograaf] ging met zijn Leica naar voetbalvelden, snackbars, eerstehulpposten, Miljonair Fairs en strandtenten, en maakte verontrustende foto’s.
Platter & dikker is een confronterend boek over heb- en vraatzucht, over hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme.
[journalist] is journalist en columnist. Hij werd uitgeroepen tot Journalist van de Eeuw en ontving dit jaar de P.C. Hooftprijs.
[fotograaf] is fotograaf. Hij won diverse internationale prijzen en werd drie maal bekroond door de Zilveren Camera. Eerder publiceerde hij de fotoboeken De jaren negentig (1992), Zorg in Nederland (1994) en Hier in Holland (2000).
2.5. Op 11 oktober 2011 is in het televisieprogramma ‘De wereld draait door’ aandacht besteed aan het boek. Bij die gelegenheid is de fotograaf geïnterviewd en is de foto van [eiser] getoond.
2.6. Bij brief van 13 oktober 2011 heeft de raadsman van [eiser] Uitgeverij [uitgever] – kort gezegd – het volgende medegedeeld:
(…)
Op dinsdag 11 oktober 2011 raakte cliënt via een uitzending van ‘De wereld draait door’ bekend met een door u uitgegeven boek met als titel ‘Platter en dikker’, voorzien van tekst door de heer [journalist].
Cliënt was onaangenaam getroffen toen hij tijdens voornoemde uitzending meerdere malen zijn beeltenis op tv zag verschijnen, gezeten op een motor. Cliënt was tot dat moment niet op de hoogte van het bestaan van deze foto en heeft derhalve ook nimmer ingestemd of kunnen instemmen met publicatie ervan in voormeld boek.
Publicatie van zijn foto in voornoemd boek is derhalve toerekenbaar onrechtmatig en in strijd met het portretrecht van cliënt. Door de foto op te nemen in dit boek voelt cliënt zich aangetast in zijn persoonlijke levenssfeer. Zoals ook verwoord in de uitzending van ‘De wereld draait door’ door fotograaf [fotograaf] worden de afgebeelde personen in het boek geassocieerd met hufterigheid, a-sociaal zijn, agressie en geweld. Cliënt herkent zich hier helemaal niet in.
Cliënt lijdt door publicatie van voornoemde foto in uw boek schade. Zijn eer en goede naam worden hierdoor geschaad. Cliënt stelt u hiervoor door deze dan ook aansprakelijk.
Een mogelijkheid om de schade te beperken, zou kunnen zijn het gewraakte boek per direct uit de handel te nemen, dan wel voornoemde foto uit alle reeds gedistribueerde en nog te distribueren boeken te verwijderen. Een minder ver gaande optie is om cliënt financieel te compenseren voor de jegens hem begane onrechtmatige daad. Cliënt wenst in dit laatste geval een bedrag van € 5.000 aan schadevergoeding te ontvangen.
(…)
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert – kort gezegd – het volgende:
(1) Uitgeverij [uitgever] op straffe van dwangsommen te bevelen de distributie van het boek te staken en gestaakt te houden;
(2) subsidiair Uitgeverij [uitgever] op straffe van dwangsommen te bevelen de foto van [eiser] te verwijderen uit alle nog te distribueren exemplaren van het boek en uit alle exemplaren die zich nog bij de verkooppunten bevinden;
(3) betaling aan [eiser] van € 10.000,- als voorschot op de schadevergoeding;
(4) veroordeling van Uitgeverij [uitgever] in de kosten van dit geding.
3.2. [eiser] stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat hij geen toestemming heeft gegeven voor het maken van de foto waarop zijn portret zichtbaar is. Evenmin heeft hij toestemming gegeven voor het publiceren van die foto in het boek ‘Platter & dikker’. [eiser] heeft een redelijk belang als bedoeld in artikel 21 Auteurswet (Aw) om zich tegen openbaarmaking van zijn portret te verzetten, te weten de bescherming van zijn eer en goede naam en zijn persoonlijke levenssfeer. Dit belang dient te prevaleren boven het belang van Uitgeverij [uitgever] bij vrije meningsuiting. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het volgende. Aan het boek is ook in andere media veel aandacht geschonken. Op 11 oktober 2011 is de foto van [eiser] tenminste drie keer getoond in het televisieprogramma ‘De wereld draait door’. Bij die gelegenheid heeft de fotograaf de geportretteerden stijlloos, schaamteloos, plat en ordinair genoemd en heeft hij openlijk blijk gegeven van zijn afkeer van dikke, getatoeëerde mensen. Dit programma is door bijna 1 miljoen mensen bekeken. Ook de context van het boek is uitermate negatief. Blijkens de achterkant van het boek gaat het over heb- en vraatzucht, over hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme, wat ook blijkt uit de andere foto’s die in het boek zijn opgenomen. [eiser] wenst hiermee niet geassocieerd te worden. [eiser] gaat als geen ander gebukt onder zijn eigen zwaarlijvigheid. Met de publicatie van zijn foto in het boek wordt hij publiekelijk te schande gezet en belachelijk gemaakt. [eiser] wordt regelmatig door zijn omgeving aangesproken op het boek. Ook is hij als gevolg van het boek een compagnonschap misgelopen om als tatoeëerder aan de slag te gaan bij een tattooshop in Hoofddorp.
3.3. Uitgeverij [uitgever] voert – samengevat weergegeven – aan dat de vrijheid van meningsuiting in dit geval zwaarder dient te wegen dan het redelijk belang dat [eiser] stelt te hebben op grond van artikel 21 Aw. Uitgeverij [uitgever] staat er om bekend goed verzorgde boeken uit te geven die journalistiek zijn geschreven en waarbij kwaliteit het uitgangspunt is. Het publiek dat wordt bereikt is over het algemeen hoger opgeleid. De oplages zijn meestal gering. ‘Platter & dikker’ wordt gesubsidieerd door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, een instelling die projecten van hoogwaardige kwaliteit subsidieert. De eerste druk van het boek ‘Platter & dikker’ bedroeg slechts 1.500 exemplaren. Ook de tweede druk, die thans op het punt staat te worden uitgegeven, bedraagt 1.500 exemplaren. De foto van [eiser] is gemaakt in Rotterdam, op de openbare weg, op een zogenoemde Harley Davidson-herrie dag. [eiser] heeft zich hier vertoond op een wijze die maakt dat zijn tatoeages zo veel mogelijk in het zicht komen. De naam van [eiser] is niet bij de foto vermeld. [eiser] wordt door de foto niet belachelijk gemaakt. Hij wordt in volle glorie getoond zoals hij zichzelf openlijk vertoont aan het publiek en in de publieke ruimte. In het essay van [journalist] wordt slechts terloops verwezen naar de foto van [eiser] en naar andere foto’s waarop getatoeëerde personen voorkomen. [journalist] kijkt om zich heen met scherpe blik, hij observeert en signaleert. Hij veroordeelt of beledigt getatoeëerden niet. [eiser] wordt dan ook niet in zijn eer of goede naam aangetast. [eiser] kan evenmin bezwaar maken tegen de verwijzing van [journalist] naar dikke mensen. [journalist] signaleert hier een verschijnsel dat buitengewoon actueel is. Hij beschrijft de overvloedige consumptie op zijn eigen intellectualistische en kritische manier. [eiser] is een aantal jaren geleden landelijk bekend geworden als de zwaarste man van Nederland. Hij woog destijds 336 kilo en is te gast geweest in de televisieprogramma’s van [presentator 1] en [presentator 2]. Op het internet is [eiser] gemakkelijk terug te vinden en vrijwel geheel ontkleed te zien. In combinatie met zijn verschijning is hij hierdoor een publieke figuur geworden die meer heeft te dulden dan de gemiddelde Nederlander. [eiser] voelt zich vooral beledigd door wat de fotograaf bij ‘De wereld draait door’ schijnt te hebben gezegd, maar daar staat Uitgeverij [uitgever] buiten. Tot slot voert Uitgeverij [uitgever] aan dat de vordering tot betaling van € 10.000,- amper is onderbouwd en naar Nederlandse maatstaven als excessief kan worden aangemerkt.
4. De beoordeling
4.1. Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 Rv - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2. In dit geval is sprake van een portret van [eiser] dat is gemaakt zonder dat hij daartoe een opdracht heeft verstrekt. Publicatie van dit portret is niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van [eiser] zich hiertegen verzet (artikel 21 Aw). Als publicatie van een portret een schending van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer oplevert (zoals neergelegd in artikel 8 EVRM), is daarin in beginsel een redelijk belang gelegen als bedoeld in artikel 21 Aw. In dit geval kan de publicatie van het portret van [eiser] in het boek ‘Platter & dikker’ als een dergelijke schending worden aangemerkt. Het portretrecht van [eiser] is echter niet absoluut. Het dient te worden afgewogen tegen, in dit geval, het recht van Uitgeverij [uitgever] op openbaarmaking van die foto, zoals neergelegd in artikel 10 EVRM (de vrijheid van meningsuiting). Om te beoordelen aan welke van beide grondrechten, die in beginsel van gelijke rangorde zijn, in een concreet geval voorrang toekomt, dienen aan de hand van alle omstandigheden van het geval de belangen van partijen tegen elkaar te worden afgewogen.
4.3. In het kader van de hiervoor bedoelde belangenafweging overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De bezwaren van [eiser] richten zich op de context van “heb- en vraatzucht, hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme” waarin de foto is gepubliceerd. Die context blijkt, aldus [eiser], uit de titel van het boek, uit het essay van [journalist] en uit de overige foto’s die in het boek zijn opgenomen, maar vooral ook uit hetgeen de fotograaf in de veel bekeken uitzending van het televisieprogramma ‘De wereld draait door’ van 11 oktober 2011 heeft gezegd (zie 3.2 van dit vonnis). De fotograaf gaf hierbij blijk van zijn afkeer van dikke getatoeëerde mensen. In deze televisie-uitzending is de foto van [eiser] tot drie keer toe in beeld geweest, aldus [eiser]. Voorshands is de voorzieningenrechter van oordeel dat aan [eiser] kan worden toegegeven dat de combinatie van het essay, de tekst op de achterkant van het boek en een aantal van de foto’s uit het boek enerzijds en de publicatie van zijn foto in het boek anderzijds niet positief voor hem is. Het is ook begrijpelijk dat [eiser] hiermee niet in verband wil worden gebracht. Verder heeft [eiser] terecht aangevoerd dat een boek als ‘Platter & dikker’ door de media-aandacht een eigen leven kan gaan leiden (in die zin dat de foto’s uit het boek ook elders te zien zijn) en dat Uitgeverij [uitgever] hiervoor als uitgever van het boek mede-verantwoordelijk is, ook als zij niet zelf actief de publiciteit opzoekt. Voorshands acht de voorzieningenrechter Uitgeverij [uitgever] echter niet mede-verantwoordelijk voor de uitlatingen van de fotograaf in ‘De wereld draait door’. Niet is komen vast te staan dat Uitgeverij [uitgever] hiermee enige bemoeienis heeft gehad. Dat [eiser] ooit eerder aan twee televisieprogramma’s heeft meegewerkt (die op Youtube zouden zijn terug te vinden), maakt [eiser] niet, zoals hij terecht heeft aangevoerd, tot een publieke figuur die meer zou moeten dulden dan een ‘gemiddelde’ persoon.
4.4. Daar staat het volgende tegenover. [eiser] heeft tegen de foto op zich geen bezwaren aangevoerd. Bij monde van zijn advocaat heeft [eiser] kenbaar gemaakt dat hij geen zaak was begonnen indien de gewraakte foto op neutrale wijze in een krant was gepubliceerd. Dat [eiser] tegen de foto op zich geen bezwaren heeft, acht de voorzieningenrechter terecht. De foto, waarbij overigens de naam van [eiser] niet is vermeld, toont [eiser] immers zoals hij is. De foto is gemaakt bij een openbare gelegenheid en [eiser] bevindt zich niet in een compromitterende of aanstootgevende situatie. Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eiser] in redelijkheid kon verwachten dat op een Harley Davidson-herrie dag foto’s zouden worden gemaakt en dat gezien zijn postuur en zijn grote aantal tatoeages een fotograaf hem zou uitkiezen om te portretteren. Toch heeft hij zich – blijkens de foto – rustig in de menigte opgesteld; de foto is immers niet gemaakt terwijl hij “voorbijflitste”. Door zijn opstelling hoefde Uitgeverij [uitgever] in redelijkheid niet te begrijpen dat [eiser] lijdt onder zijn zwaarlijvigheid, hoe belastend dit overigens voor hemzelf kan zijn. Over de vraag of [eiser], zoals hij stelt, gezien de context waarin de foto is gepubliceerd schade heeft geleden, omdat zijn omgeving hem in verband brengt met het boek, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] schadelijke gevolgen ondervindt door reacties vanuit zijn omgeving. Desgevraagd heeft zijn raadsman ter zitting verklaard dat de omgeving van [eiser] hem enkel te kennen geeft dat hij actie moet ondernemen tegen het boek. Dat duidt niet op een schadepost. Ook is bij betwisting door Uitgeverij [uitgever] niet door [eiser] aangetoond dat hij een compagnonschap als tatoeëerder is misgelopen door de publicatie. Alle omstandigheden in aanmerking genomen acht de voorzieningenrechter de door [eiser] geleden schade dan ook voorshands niet aanmerkelijk groot. Voor wat betreft de voor [eiser] negatieve context van het boek wordt verder in aanmerking genomen dat het boek een tijdsbeeld wenst te schetsen, waarvan dikke en/of getatoeëerde mensen een onderdeel uitmaken. Om dit tijdsbeeld goed te kunnen schetsen is het publiceren van portretfoto’s bijna onvermijdelijk. Daarbij komt dat het toewijzen van de vorderingen aanmerkelijk grote schade voor Uitgeverij [uitgever] zou opleveren.
4.5. Gezien alle hiervoor onder 4.3 en 4.4 geschetste feiten en omstandigheden, wegen de belangen van Uitgeverij [uitgever] zwaarder dan die van [eiser]. Dit betekent dat het recht op uitingsvrijheid van Uitgeverij [uitgever] in deze zaak de doorslag geeft en de publicatie niet onrechtmatig wordt geacht. Er is dan ook geen grond voor toewijzing van de vorderingen onder 1 en 2 en evenmin is er een grondslag voor toewijzing van de vordering tot schadevergoeding. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van Uitgeverij [uitgever] begroot op € 560,- aan griffierecht en € 816,- aan salaris advocaat,
5.3. verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sj.A. Rullmann, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Veraart op 24 november 2011.?