ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5203
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.P. Geelhoed
- D. Radder
- H.J. Bunjes
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingsvordering wegens niet inwinbaarheid
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 21 april 2011 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure met parketnummer 13/125296-04. De officier van justitie had gevorderd om de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in de ontnemingsvordering, omdat de ontneming niet inwinbaar zou zijn. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld aan de hand van verschillende omstandigheden. De verdediging voegde hieraan toe dat het strafrechtelijk financieel onderzoek op 10 april 2007 was voltooid, maar dat de ontnemingsvordering pas op 16 april 2007 was ingediend, wat volgens hen onterecht was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde niet in Nederland is ingeschreven en momenteel in Rusland verblijft. Dit, in combinatie met de slechte ervaringen van het Openbaar Ministerie met de Russische autoriteiten, leidde de rechtbank tot de conclusie dat de ontnemingsvordering niet inwinbaar zou zijn. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de ontnemingsvordering, met de overweging dat er geen nieuwe ontnemingsvordering zal worden ingediend.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. F.P. Geelhoed als voorzitter fungeerde. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier mr. I. Verkaik was aanwezig. De rechtbank heeft in haar vonnis de relevante juridische bepalingen en de omstandigheden van de zaak uitvoerig besproken, wat heeft geleid tot de uiteindelijke beslissing om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren.